25 maart 2007: 5e zondag van
de vasten
Zie, ik ga iets nieuws verrichten,
nu ontkiemt het'
Viering door de
Wereldgroep
Muziek: CD barok blokfuitquartet
nr 5
Inleiding (Wouter)
Lied: 601 Zoals Ik zelf gezonden ben, zo moet ook gij op weg
gaan.
Openingsgebed (Marcel)
Barmhartige God,
steeds opnieuw schept Gij nieuwe kansen,
opent Gij nieuwe horizonten.
Leid ons en inspireer ons in ons pogen
om te bouwen aan een nieuwe wereld
met kansen en mogelijkheden voor iedereen.
Dat vragen wij u door Jezus die ons voorging
in menslievendheid en vanzelfsprekende zorg
voor wie klein en zwak is.
Korte inleiding op lezing
We luisteren zo dadelijk
naar een stukje uit Jesaja. Jesaja roept ons op om de werkelijkheid
van alle dag -een woestijnervaring van armoede en mondiaal
onrecht - niet te ontvluchten. In deze werkelijkheid, aangevuld
met onze dromen én het visioen van een nieuwe wereld, zal
`leven in overvloed' ontstaan. Het goede leven dat wij onophoudelijk
zoeken, zal in de woestijn geboren worden: geheel nieuw, onverwacht
ontkiemend, een roos in de woestijn. Morgen zal het beter
zijn... als we aangegrepen worden, inzicht verwerven en handelen.
Lezing : Jesaja 43,
16-21
Dit zegt de Heer,
die een weg baande door de zee
en een pad door machtige wateren,
die paarden en wagens liet uitrukken,
een heel leger van geweldenaars –
daar lagen ze, en ze stonden niet meer op,
ze zijn vergaan, als een kwijnende vlam gedoofd.
Blijf niet staan bij wat eertijds is gebeurd,
laat het verleden nu rusten.
Zie, ik ga iets nieuws verrichten,
nu ontkiemt het - heb je het nog niet gemerkt?
Ik baan een weg door de woestijn,
maak rivieren in de wildernis.
de wilde dieren zullen mij eer bewijzen,
de jakhalzen en de struisvogels,
omdat ik water schep in de woestijn
en rivieren in de wildernis;
het volk dat ik heb uitgekozen, laat ik drinken.
Dit is het volk dat ik mij gevormd heb,
het zal mijn lof verkondigen.
Toelichting 1: Jan en
Mieke
“Ze verdienen beter”
In dit stukje proberen we te zeggen waarom we belangstelling
hebben voor de derde wereld en waarom we proberen om de mensen
in het Zuiden een hand toe te steken. Waarom zich de problemen
van de derde wereld aantrekken?
Soms worden mensen door tegenslag getroffen, wat ze door jarenlange
inspanning opgebouwd hebben verliezen ze in één klap. Anderen
bereiken ondanks hun inzet hun doel niet. Spontaan zeggen
we dat ze deze tegenslag niet verdiend hebben, dat ze beter
verdiend hadden.
Op school zien we leerlingen die zich echt inspannen maar
geen goede resultaten behalen. We vinden dat ze beter verdienen.
Waarom zou elke onderneming succesvol moeten zijn? Waarom
zou elke leerling mooie cijfers moeten halen? Uit ervaring
weten we toch dat niet alles kan lukken, dat je vroeg of laat
tegen je grenzen aanloopt. En toch blijven we zeggen: dat
heb je niet verdiend, je had beter verdiend. Met dit "en
toch" drukken we uit dat de feiten nu eenmaal de feiten
zijn, maar dat we er ons toch niet bij neerleggen. Wie tegenslag
had, zullen we opbeuren, wie het niet haalt geven we een duwtje
in de rug. Ook al is het onvermijdelijk, toch aanvaarden we
het niet.
Verdienen valt niet samen met recht hebben. Als we zeggen
dat iemand iets verdient, doen we dit niet op basis van het
afwegen aan de hand van regels en soms vinden we dat iemand
iets niet verdient al is aan de regels voldaan.
Verdienen gaat dieper dan recht hebben. Zou je niet kunnen
zeggen dat ons aanvoelen van "ze verdienen dat, ze verdienen
beter" de basis is om aan dat aanvoelen vorm en structuur
te geven door over rechten te gaan spreken.
In de derde wereld leven vele vrouwen en mannen die zich inspannen
om hun familie enige welvaart te bezorgen, soms lukt het,
vaak mislukt het. Ook zij verdienen beter. Reeds vele jaren
wordt er op vele vlakken hulp geboden, maar de realist ziet
nog altijd de druppel op de hete plaat vallen. Ook hier zeggen
we: "ze verdienen beter".
Zeggen "je verdient beter" is niet vrijblijvend,
je moet kansen geven, mogelijkheden creëren. Het is dan ook
schijnheilig om alleen maar te zeggen "je verdient beter".
Toegepast op de derde wereld moeten we de vraag stellen: "Hebben
we wel voldoende kansen geboden?", "Hebben we geen
handelsbarrières opgeworpen?"
Muziek: instrumentaal
CD Djeli Moussa nr 5
Toelichting 2: Inzicht:
Fons
'Ze verdienen beter!'
We worden, als christenen, gegrepen door de nood van anderen.
En we willen daar iets aan doen. We willen mee helpen om het
Rijk Gods een stukje dichterbij te brengen. Maar tussen het
'gegrepen worden' en het 'in actie schieten', ligt er nog
een belangrijke andere fase: 'het verwerven van inzicht'.
We willen immers ook efficiënt kunnen handelen.
We zijn niet naïef, maar aan de andere kant willen we toch
niet vervallen in een plat realisme. Als christenen geloven
we in de utopie, het profetische ... 'Ik baan een weg door
de woestijn. Ik maak rivieren in de wildernis' lezen we bij
Jesaja.
Daarom durven wij christenen ook, als het moet, radicale standpunten
innemen!
Zo denk ik bijvoorbeeld dat we niet anders kunnen dan te moeten
vaststellen dat er iets fundamenteels mis is met deze geglobaliseerde
economie. Ik las het onlangs nog in De Standaard:
"Goedkope import overspoelt
Burkinese markt: Witte bonen in tomatensaus uit Westmeerbeek,
olijven van Crespo uit Italië en rijen poedermelk van France
Lait vullen de rekken van de Burkinese supermarkt. 'Burkina
Faso vraagt alleen maar een minimale bescherming van zijn
eigen landbouwmarkt. "'
En ook de documentaire
'We feed the world' over de ver-markt-ing van de voedselproductie,
die we deze dagen kunnen zien in cinema Zed, spreekt boekdelen.
Jean Ziegler, de speciale VN rapporteur die zich bezig houdt
met het recht op voedsel noemt het ganse systeem crimineel
en onaanvaardbaar.
We moeten dan ook consequenties durven trekken. Aan de ene
kant kan dit betekenen dat we onze eigen levenswijze meer
in vraag gaan stellen. In welke mate kunnen we bijvoorbeeld
anders, bewuster (en vermoedelijk vooral minder) consumeren
en ons op die manier verzetten tegen zo'n economie? Aan de
andere kant moeten we ook structuren durven in vraag stellen.
We kunnen er als christenen niet buiten om politieke keuzes
te maken.
Met de keuze van onze parochiegemeenschap om aan te sluiten
bij de vastenactie van Broederlijk Delen, zitten we hier helemaal
op het goede spoor. Door zelf minder te consumeren, sparen
we geld uit waarmee we projecten kunnen steunen. Zo simpel
kan dat zijn! Maar tergelijkertijd maken we ook Broederlijk
Delen sterker en steunen we de politieke actie van deze organisatie.
Dat is dan weer niet zo simpel, maar zeker zo belangrijk.
En hierbij hebben we ons geïnformeerd: We hebben de campagnevideo
van Broederlijk Delen bekeken op een zondag na de viering,
we hadden deze week een avond met Stefaan Calmeyn, ... We
zitten op het goede spoor.
Maar ook bij het handelen moeten er keuzes gemaakt worden.
We kunnen niet met alles bezig zijn. We kunnen ook niet met
alle noden van de ganse wereld even begaan zijn.
Maar we kunnen ongetwijfeld meer doen dan we denken. Straks
zal Herman ons daarbij op weg zetten.
Muziek: CD Lambarena
nr 6
Toelichting 3: Wat te
doen? (Herman)
Wat kunnen wij, wat kan
ik - financieel zorgeloze blanke -, die daarbij nog hoopt
om met een evangelische inspiratie te leven, in godsnaam doen
aan de armoede in de wereld. Dat woelt in me als omgeploegde
aarde
In de lezing laat Jesaja Jaweh zeggen: "Klamp u niet
vast aan wat vroeger gebeurd is en geeft niet al uw aandacht
aan wat eens is geschied. Zie iets nieuws ga ik maken. Het
is al aan het kiemen."
Enkele gedachten over "wat te doen" en "wat
aan het kiemen is"
1. "De klederen in je kast die je niet kunt gebruiken",
zegt Ambrosius "behoren je niet toe: ze zijn van de armen".
Als we evangelisch willen leven zijn we maw geen eigenaars
van wat we bezitten, alleen beheerders en dat is een totaal
andere attitude;
2. Enkele weken gelden vroeg ik aan een vriend die in een
kleine communauteit geëngageerd evangelisch probeert te leven
en die al enkele jaren in Kongo werkt hoe hij dat in godsnaam
doet als blanke wanneer hij door arme mensen wordt aangesproken
om geld te geven. Hij antwoordt dat hij als eerste reactie
steeds het verlangen heeft om te geven. Het schept een tevreden
gevoel en een geruster geweten. Maar hij geeft geen geld.
Hij is niet naar Kongo getrokken om geld uit te delen, maar
om het leven van de mensen daar te delen en de wederzijdsheid
met hen te beleven. Als ze iemand die aanbelt geld zouden
geven, staan er de volgende dag gegarandeerd honderd man aan
de deur. Ze proberen met hun communauteit andere dingen te
doen. Onlangs kwam er bijvoorbeeld een vrouw naar hen toe
van wie het kindje ziek was. In plaats van geld te geven stuurde
hij haar naar een vriend, die in een medisch centrum werkt.
Eigenlijk -zegt bij - mag je geen definitief standpunt innemen
en moet je elke situatie steeds opnieuw bekijken, altijd weer
opnieuw.
Dit lijkt me een goede houding om met de evangelische uitspraak
van Ambrosius om te gaan. Steeds opnieuw bekijken hoe het
staat met de goederen die we beheren en die niet van ons zijn.
En dat dan confronteren met de vraag die op ons afkomt. En
nooit een definitief standpunt innemen.
Een klein voorbeeld uit de laatste tijd
We zijn al jaren vrijwilliger bij de Damiaanactie. We verkopen
al jaren tijdens het laatste weekend van januari stiften en
storten bij die gelegenheid ook een belastingsvrije gift.
Toen mijn dochter bevriend geraakt met de zoon van verantwoordelijke
van Vredeseilanden -jullie weten wel: zij houden hun actie
begin januari - dacht ik: "hé 2x op een maand dat is
toch te veel: je kunt niet blijven geven!" Maar de relatie
van mijn dochter bleef duren en ze kennen elkaar nu al jaren.
Denkend aan Ambrosius, aan het goede beheer van het geld dat
ons niet toebehoort en aan de mogelijke toekomst zijn we dus
ook maar belastingsvrij beginnen te storten voor Vredeseilanden.
Zo zijn er doorheen het jaar verschillende situaties waarin
we dit soort afwegingen maken, steeds weer opnieuw. Ik denk
bijvoorbeeld ook nog aan de koffie en de bananen, waar we
steeds de iets duurdere wereldwinkelproducten uit de rekken
van de Carrefour nemen. Principieel en even met een gevoel
van `goed beheer'. Dit is een dynamische en boeiende boekhouding.
In onze omgewoelde aarde kunnen er inderdaad dingen kiemen.
En misschien komt er ook spoedig die weg in de woestijn en
die rivieren in het dorre land.
Lied: 502 Om te zien
een nieuwe aarde
Offerandestoet (CD:
barok fluitquartet nr 8)
Rapportering nevendienst
(Geert): oneerlijke rijstspel
Tafelgebed
Shake, shake, shake
Shake, shake, shake,
schud de wereld door elkaar,
want de droom van God is nog helemaal niet klaar.
Shake, shake, shake, schud de wereld door elkaar,
Wij gaan proberen, nog eens duizend jaar.
Onze Vader
Instrumentaal tijdens
Communie (jongeren)
Communielied (campagnelied
BD) Ref: Olelele, olelele, olelele, olele
1. Als woenstijn niet
langer groeit
en aarde kleurt van water,
Als het bondgenootschap bloeit
dan leeft de hoop voor nu,
dan leeft de hoop voor later olelele
2. Stenen in het landschap
zijn getuigen van de plannen.
Dijken tegen onmacht
voor het leven van het land,
om honger te verbannen, olelele
3. Koppig vechten, doorgaan
om het onrecht af te weren,
met oasen van talent
zal toekomst opengaan
en zal het tij gaan keren, olelele
Slotgebed (samen)
Wij willen u danken,
God
voor de weg die Gij baant door de woestijn.
In Jezus' voetspoor willen wij onze verantwoordelijkheid
opnemen
en met onze eigen mogelijkheden,
met wat voor de hand ligt,
proberen bewust te leven
om deze wereld bewoonbaar te maken
voor alle mensenkinderen.
Dan komt de dag, dan zal het zijn:
Alles, alles voor allen.
Slotlied 520: “Dan komt
de dag dat wij licht en water...”
Zegen
|