1 juli 2007
Innerlijke vrijheid:
“Als ge u door de Geest laat leiden staat
ge niet onder de wet” Gal 5,18
Lut Saelens
Lied 520: “Dan komt
de dag”
Begroeting en stiltemoment
Lied 602: “Hoe ver te
gaan”
Eindelijk vakantie! Jan
en Lieve staan vol ongeduld aan te schuiven en op het punt
om in te checken voor een vlucht naar Istanboel. Jan heeft
een rotmaand op het werk achter de rug, veel te veel werk
en voortdurend problemen. Het enige wat hem overeind hield
was de gedachte aan die geplande week in Istanboel waar hij
reeds zo lang naartoe wou.
Lieve is momenteel werkloos,
na een volgens haar heel onterecht ontslag Ze is nog steeds
verbitterd over die dolksteek in haar rug en rijdt thuis de
muren op. De reis naar Istanboel ziet ze als een kans om te
ontsnappen uit haar huis dat momenteel voor haar een gevangenis
is.
“Kan ik jullie internationale
reispas zien?” vraagt de onthaalbediende. “Internationale
pas? “ Ze hebben nergens gelezen dat ze voor Istanboel een
internationale reispas nodig hadden en die hebben ze dus niet.
Aandringen helpt niet, ze mogen niet vertrekken. Wat een
ramp! Jan is razend en schreeuwt tegen de bediende dat ze
de pot opkan met haar rotbureaucratie en haar triestige klantenservice.
Lieve probeert hem te kalmeren, maar is er zelf ook het hart
van in. “De tegenslagen houden bij ons gewoon niet op, denkt
ze, waar hebben we dat toch verdiend? Tenslotte rijden ze
naar huis. Lieve houdt haar hart vast want Jan is nog steeds
razend en rijdt als een gek, maar zij durft niets zeggen uit
schrik dat hij helemaal zal ontploffen. Thuisgekomen halen
ze de kinderen op bij de buren. Die vonden het juist zo fijn
dat ze een week bij hun vriendjes mochten logeren. Voor iedereen
is de vakantie verknoeid en dit allemaal omwille van die stomme
reispas en het stomme reisbureau dat hun niet voldoende ingelicht
heeft.
Onverwachte tegenslagen
die onze plannen in de war sturen. Verwachtingen die niet
worden ingelost. Herinneringen aan tegenslagen uit het verleden,
beelden over onszelf, overtuigingen die ons niet vooruithelpen
maar die we niet kunnen loslaten, gevoelens die ons compleet
van ons stuk brengen. Hoezeer beletten ze ons om NU te leven
en in dankbaarheid alles te ontvangen wat zich aandient, ook
lijkt het op het eerste zicht helemaal geen cadeau.
Loslaten om in vrijheid
verder te kunnen gaan en echt te leven, alert en wakker voor
wie en wat zich op onze weg aandient, steeds klaar voor de
echte ontmoeting, ook van datgene wat we niet verwachtten.
En op die manier altijd een beetje met vakantie zijn.
Dit is één van de centrale
thema’s van het evangelie van vandaag.
Evangelie: Lc, 9, 57-62
Lezing Lut Geen
hol en geen nest hebben….
Als ik blijf bij de meest
oppervlakkige interpretatie van die tekst ervaar ik wat Jezus
zegt als een jammerklacht: vossen en vogels hebben een thuis,
een vaste plek, maar de Mensenzoon niet. Maar als ik wat dieper
op de tekst inga begrijp ik eruit dat wie Jezus wil volgen
en wie ten volle mens wil zijn de zekerheid van het nest,
het huis en de familie moet kunnen loslaten. Loslaten om op
weg te gaan, verlost en vrij en open voor een leven in een
andere dimensie, in contact met waar het écht om gaat, alert
voor alles wat we onderweg ontmoeten.
Hier is een mentaliteitsverandering
voor nodig, of, in Christelijke termen, een “bekering” of
“ommekeer”. Het ergste dat er in het leven kan komen, ons
kruis, verandert dan in het beste dat ons kan overkomen. Dit
veronderstelt dat men zich kan instellen op een ander ervaringsniveau.
Vanuit een spiritueel perspectief de werkelijkheid waarin
we leven benaderen. Deze “ommekeer” of “bekering” is niet
het werk van onze vrije wil, maar gebeurt vanuit een kracht
van een hogere orde die gelovigen “Gods genade” noemen. Er
wordt ons iets aangeboden waartegen we niet anders dan “ja”
kunnen tegen zeggen indien we het krijgen.
Wie begrijpt waar het Jezus
werkelijk om gaat verlangt niet meer naar een schuilplaats,
verbergt zichzelf niet achter allerlei maskers maar durft
tevoorschijn komen in zijn ware gedaante, met zijn oorspronkelijk
gelaat.
Niet thuis zijn is ook
de waarheid nooit gevonden hebben, niet vasthouden aan overtuigingen,
dogma’s maar blijvend zoeken en nieuwsgierig zijn in verband
met alles wat op onze weg komt. Dit helpt ons om minder te
oordelen en meer te begrijpen. En de onderlinge verschillen
te respecteren en te accepteren.
Behoefte aan zekerheid,
bezit en allerlei overtuigingen laten we beter los indien
we er slaaf van zijn, ze onze levenskwaliteit negatief beïnvloeden
of indien ze ons doen vastzitten en verhinderen van te evolueren.
Dit “in beweging blijven” is een zich laten mee stromen
met de stroom van het leven vol vertrouwen en in volle overgave
tot het leven. Jezus leert ons dat Hem te volgen een volledige
overgave betekent en overgave betekent loslaten.
Overgave is geen “berusting”
het betekent niet dat je je passief schikt in elke situatie
waarin je belandt en geen plannen meer maakt. Overgave is
de eenvoudige diepe wijsheid van het meegeven met in
plaats van je te verzetten tegen de stroom van het
leven. Overgave is een zuiver innerlijk verschijnsel. Als
we alert willen onderweg zijn kijken we beter niet te veel
achterom. “Laat de doden hun doden begraven, zegt Jezus,
maar ga jij op weg om het koninkrijk van God te verkondigen”
“Wie de hand aan de ploeg slaat en achterom blijft kijken,
is niet geschikt voor het koninkrijk van God” “de vrouw van
Lot kijkt achterom en verandert in een zoutpilaar”. Achteromkijken
is gelijk aan “geestelijk sterven”, belet ons om ten volle
te leven, vandaag. Ook het ons te sterk richten op de toekomst
verhindert onze openheid op het nu. Iets verwachten of iets
vrezen is beperkend indien de beelden van een wenselijke of
gevreesde toekomst ons verhinderen ten volle te beleven wat
zich nu aandient. Door onze volledige gerichtheid op het NU
ontstaat er ruimte en vrijheid om alle aspecten van de werkelijkheid
te zien, heel de verscheiden veelvormigheid van al wat bestaat,
in de eigen schoonheid en in de al-verwevenheid. Het geeft
ons ruimte om met warme liefde de eigenheid te onderscheiden
van de mensen en de dingen om ons heen.
Wie zich van verleden en
toekomst losmaakt geeft meer kans aan de geest om alert te
zijn en aanwezig in de eeuwigheiddimensie van het Nu.
In vrijheid op weg zijn
met de openheid en onbevangenheid van een kind, zonder een
te sterke behoefte aan zekerheid veronderstelt dat er een
stevige kern is van een andere orde, een basisvertrouwen dat
je toelaat continu in beweging te zijn zonder je evenwicht
te verliezen. Zoals de Derwisch-draaier snel draaiend zich
verplaatsen kan zonder zijn evenwicht te verliezen en gedestabiliseerd
te geraken. Hebben we contact met die kern? Hoe groter onze
bezorgdheid, onze angsten, onze behoefte aan zekerheid, hoe
verder we van deze kern verwijderd zijn, hoe sneller we gedestabiliseerd
zijn en niet meer in staat om open te staan voor wat zich
aandient en er het beste van te maken.
Luisteren we om te eindigen
naar een andere versie van het verhaal van Jan en Lieve:
Eindelijk vakantie! Jan
en Lieve staan aan te schuiven en op het punt om in te checken
voor een vlucht naar Istanboel. Jan heeft de laatste maand
veel werk gehad en voortdurend problemen. Hij heeft er heel
veel uit geleerd: hij heeft geleerd zich beter te organiseren
en zijn werkvolume beter in te schatten. De problemen hebben
hem geholpen om een aantal zaken open en eerlijk uit te praten
met de collega’s en hen beter te leren kennen. Hij heeft gedurende
de laatste maand zijn aandacht ten volle op zijn werk dienen
te richten, maar nu is hij helemaal klaar voor een weekje
vakantie in Istanboel. Lieve is momenteel werkloos en hoewel
haar ontslag eerst een harde noot om kraken was ziet ze het
nu als een kans om zich een stukje te heroriënteren. Eigenlijk
was ze klaar voor een volgende stap in haar loopbaan en haar
ontslag helpt haar om deze nu te zetten. Ze doet haar ogen
en oren wagenwijd open, praat met veel mensen en verzamelt
veel informatie vol vertrouwen dat de juiste oplossing zich
zal aandienen. De reis naar Istanboel ziet ze als een kans
om samen met Jan, die de laatste tijd heel druk bezig was,
van de schoonheid van de plek te genieten. “Kan ik jullie
internationale reispas zien?” vraagt de onthaalbediende. “Internationale
pas? “ Ze hebben nergens gelezen dat ze voor Istanboel een
internationale reispas nodig hadden en die hebben ze dus niet.
Aandringen helpt niet, ze mogen niet vertrekken. Wat een
grap! Ze hebben beiden een universitair diploma en weten
nog niet eens dat ze voor Istanboel een reispas nodig hebben!
De kinderen zijn voor een week bij de buren, ze hebben dus
een week vrij. Ze zetten zich even in de bar van het vliegveld,
willen een glas wijn bestellen om het slechte nieuws door
te spoelen. “We hebben een heel lekkere Bourgogne” zegt de
ober. “Dat is het, zegt Lieve, laten we naar Bourgogne gaan.
We hebben dit reeds zo lang op ons lijstje staan”. Jan vindt
het een schitterend idee. Op naar Bourgogne, zonder enig plan,
open voor het avontuur! Ze hebben er de mooiste vakantie van
hun leven gehad. Intussen zijn ze later ook in Istanboel geweest
en hebben er dubbel en dik van genoten.
Lied 639: “Waarom,
wanneer uit welke luchtlaag”
Einde viering: lied
601: “Zoals ikzelf gezonden ben”
|