------
 
Welkom
------
Liturgie
------
Vorming
------
Historiek
------
Archief
------
Kalender
------




6 april 2008 : 3e zondag van Pasen

De Emmausgangers

Kris Gelaude

Begroeting

Laten wij, mensen die onderweg zijn, onszelf en elkander zegenen in de naam van de Vader, Zoon en Heilige Geest.

Moge Gods aanwezigheid over ons komen, zoals het licht van de dag. En ons oproepen tot betrokkenheid op alle anderen onderweg.

Openingslied nr. 4: “Wees hier aanwezig”

Inleiding

‘En de leegte
is zo leeg
omdat ze volheid was.
Eerbiedig ze
en kijk ze in
met zachte ogen.
Eens zal ze overgroeien
met de wingerd
van geheelde liefde
en een lichtheid
van herinneringen.’ (Kr. G.)

Dit is een tekst voor rouwenden, die ik vaak gebruik wanneer ik spreek voor mensen in zulke situatie.
Na het afscheid van een geliefde of van iemand die een bijzondere plaats heeft ingenomen in je leven, overvalt je het pijnlijke van de leegte en van de grote stilte. Alles smaakt naar verlies, want zoals vroeger zal het nooit meer zijn. En niets of niemand kan daar iets aan veranderen. Het is een leegte die enkel en alleen betekenis kan krijgen, door ze leeg te laten.
Het gebeurt weliswaar nog, op een onbewust moment, dat je de geliefde in een flits meent terug te zien op een plek waar je hem/haar altijd hebt gezien. Beelden, gebaren, woorden, blijven aanvankelijk nog hun levendigheid bewaren. Het stemgeluid kan je je misschien ook nog een hele tijd herinneren. Maar op een dag lukt dat niet meer. Alle sporen van nabijheid lijken aan onze ervaring onttrokken.
En die leegte inkijken, geeft een mens het gevoel er zelf in weg te zinken. Zekerheden en houvast, de grond onder de voeten kwijt zijn.
Zo’n leegte moeten de leerlingen gekend hebben na Jezus’ dood. Een hele tijd. Een tijd van vertwijfeling en verweesd achterblijven. Een tijd dat ook het weefsel van de verbondenheid met anderen hier en daar ging uitrafelen, omdat gevoelens en gedachten niet meer zo intens gedeeld werden. Een tijd dat de één na de ander, bij gebrek aan perspectief wellicht, besloot om naar zijn eigen, geisoleerde plek terug te keren.
Deze situatie beschrijft Patrick Lateur als volgt, in het gedicht Emmaüs :

De tocht terug was nooit zo lang geweest.
Jeruzalem een puin, de droom verdroomd.
Alwat men in de oude Schriften leest
is tevergeefs, voor altijd weggehoond.

De mijlen naar hun oude dorp doen pijn.
Twee volgelingen gaan vermoeid hun weg
van dagelijks brood en amper samenzijn,
bedroefd om alles wat hun werd ontzegd.

‘Te klein is uw geloof in de profeten’.
Alleen hun oren zien, ze houden halt,
vernemen wat men nooit meer kan vergeten
en vragen: ‘Blijf bij ons, de avond valt’.

Lied nr. 107, “Dat er plaats is”

Openingsgebed:

De liefde
die ons kent
en die ons noemt,
die sterk als de dood
ons vasthoudt,
is onder ons
belichaamd,
vlees geworden.

Zij bloeide op,
droeg goede vrucht
in Jezus Messias.
Zijn leven hebt Gij zelf
in hemels licht gezet,
opdat de glans daarvan
ons allen zou omstralen.

Laat ons dan niet
eenzaam en verweesd
elk onze weg
ten einde moeten gaan,
maar bewaar ons
bij elkaar
in de loofhut van uw vrede
om Zijnentwil. (Sytze de Vries)

Evangelielezing : Lc 24, 13-35

Lied : nr. 510 (str. 1,3,4,5) “Uit uw hemel zonder grenzen”

Duiding

Er is een sterk vermoeden dat het Emmaüsverhaal het oudste paasverhaal is dat door de christenheid gekend is. Een verhaal dicht bij de menselijke ervaring. Terwijl twee leerlingen onderweg zijn, weg van de plaats waar hun hoop en hun verwachtingen brutaal de kop zijn ingedrukt, en terwijl zij hun gevoelens van droefenis de vrije loop laten, overkomt hen iets. Geen wonder, maar een menselijke gewaarwording, die tot een krachtig, verhelderend en bevrijdend inzicht brengt. Dankzij een ontmoeting die er is, een ontmoeting zelfs met een onbekende. Deze ervaring zou lang aan het verhaal en het beeld van het lege graf zijn voorafgegaan.
Het overkomt de leerlingen in de periode van verslagenheid en rouw. Niemand om hen heen voelt wat zij doormaken en de pijn en de ontgoocheling, verblindt hun ogen. Maar onderweg zijnde, blijven zij wel met elkaar in gesprek. Samen zoekend, de vele vragen herhalend en tastend naar antwoorden. Hoe uitzichtloos de situatie ook is, toch tracht een mens de brokstukken van het leven altijd weer samen te brengen. En het is in dat gesprek, waarin een ander die ook onderweg is, betrokken wordt, dat er een onverwachte opening komt. Misschien was het inmiddels vooral weer de zorg voor het dagelijkse brood en voor de kleine zekerheden, die hen ertoe aanzette om naar hun oude bezigheden terug te gaan, zoveel illusies armer. Toch vinden ze hierin geen reden om een metgezel de nodige aandacht te ontzeggen. Zij laten zich aanspreken door zijn woord. En dat woord wordt antwoord op hun eigen situatie en ervaring. Het wordt een intense nabijheid, een gesprek dat ruimte en warmte schept in hun vereenzaamd hart. Voldoende om, wanneer de onbekende alleen wil verder gaan, aan te dringen om bij hen te blijven en het dagelijkse brood met hen te delen. Door het gebaar dat zij zelf stellen, komen zij haast blindelings bij de kern van Jezus’ ultieme boodschap. In het teken van het gebroken brood, herkennen zij Hem zelf. In dat gebaar worden al zijn woorden, zijn hele leven en de manier waarop Hij afscheid nam, plots krachtig gebundeld. En een heldere, waarachtige betekenis dringt door. De herkenning zorgt niet voor onomstotelijke bewijzen. Ze duurt slechts even. Een vonk in de ziel. Want meteen daarna wordt Jezus voor hen weer onzichtbaar. Maar voor de leerlingen is ze wel sterk genoeg om vastberaden op te staan en terug te gaan naar de bron van hun geloof. Daar waar, altijd opnieuw, het verscheurde en verstrooide moet bijeen gezocht worden om het te verbinden. Daar waar inzicht groeit uit de aandacht en betrokkenheid op aloude woorden en op concrete menselijke verhalen. Daar waar leven en brood gedeeld worden en waar het tastend gesprek met tochtgenoten nieuwe levensadem kan inblazen.
Ik denk dat weinig evangelieverhalen zo direct en gevat kunnen illustreren wat de betekenis is van ons samenkomen rond woord en brood. Als tijdens het laatste avondmaal de instelling gebeurt van het sacrament van het leven en van de liefde, dan wordt dit sacrament in het Emmausverhaal voor de eerste keer beleefd. Een verhaal dat ons vooral ook de liturgische symboliek helpt begrijpen, die christenen reeds eeuwen hanteren. De weg van het woord, die wij samen tastend en zoekend gaan, leidt naar de symbolische maaltijd. En het gebroken brood wijst op het ontbrekende : de gestorvene en alles waarvoor Hij geleefd heeft. Zijn inspiratie, zijn ‘heilige geest’ is erin aanwezig en gaat met ons mee. Daarmee moeten wij het doen. Zoals de leerlingen beseften dat die herkenningservaring, de aanzet inhield voor hun eigen opstanding, nu Jezus er niet meer was. Als we de handelingen van de apostelen lezen, is het duidelijk dat dit inzicht een sterke dynamiek teweeg gebracht heeft. Maar het latere dogmatiseren van het geloof in Jezus’ verrijzenis, heeft helaas voor meer mystificatie gezorgd dan voor inzicht en uitdaging.
Jezus heeft nochtans heel weinig zekerheden gebracht, niet tijdens zijn leven, niet door zijn dood. Het meest onmiskenbare is echter wel, dat Hij ons de liefde heeft geleerd, waar ons samenkomen moet toe oproepen. ‘Jezus wilde dat alle dromen van de liefde voor ons sterker zouden zijn dan de tragedies van de haat. Hij wilde, dat wij het surrealisme van de eeuwigheid zouden beginnen te beleven, en alleen aan de spankracht van de liefde aandacht, waarde en vertrouwen zouden schenken. Want alleen de liefde heeft de kans, leven te verwekken’, zegt Drewermann. Alleen de liefde stelt mensen in staat om het ondraaglijke te dragen. Alleen de liefde kan sterk genoeg zijn om hen te doen geloven dat het leven eeuwig is. ‘In haar alleen is het kleine ik van iedere mens zo belangrijk, dat de hele hemel daarop wacht.’

Offerande

Tafelgebed

Communielied : nr. 503, “Een lied tot Jezus Christus”

Slotgebed (samen)

Blijf bij ons Heer, want het is avond
en de nacht zal komen.
Blijf bij ons en bij uw ganse kerk
aan de avond van de dag
aan de avond van het leven
aan de avond van de wereld.
Blijf bij ons
met uw genade en goedheid
met uw troost en zegen
met uw woord en sacrament.
Blijf bij ons, wanneer over ons komt
de nacht van beproeving en van angst
de nacht van twijfel en aanvechting
de nacht van de strenge, bittere dood.
Blijf bij ons
in leven en sterven
in tijd en eeuwigheid.              (Luthers avondgebed)

------