3 juli 2011: 14de zondag
Het koninkrijk van God heeft jullie bereikt
Herman Wouters
Inleiding
Zo zal
het rijk der hemelen onder de mensen komen. Vandaag gaat de
evangelielezing over het uitzenden van de 72 leerlingen naar de
plaatsen waar Jezus nog van plan was om naar toe te gaan. Ze kregen
de opdracht om er de zieken te genezen en te verkondigen dat het
Koninkrijk van God hen had bereikt. En als ze niet goed ontvangen
werden, moesten ze daar geen probleem van maken en het zich niet
aantrekken, maar het stof van hun voeten vegen..
In voorbereiding van deze viering heb ik een aantal weken deze tekst
in mijn hoofd bemediteerd. Daar zijn enkele associaties uitgekomen
met dingen die in mijn leven gebeurden en waar ik nu nog verwonderd
over ben. Het zijn geen theologische, bijbelkritische bespiegelingen
maar gewoon associaties. Het is dat wat ik vandaag als voorganger
kan en wil bieden aan onze gemeenschap.
Maar laten we deze viering beginnen met ons met heel ons wezen naar
God te keren zodat we herboren in zijn Geest daarna terug naar onze
dagelijkse situatie kunnen stappen om daar koninkrijk van God te
zijn.
Evangelielezing: Lucas 10, 1
-11
Homilie
Hebben jullie
dat ook? Dat jullie na een zondagsviering komt het door de
verbondenheid in de gezangen, in de gebeden, het elkaar begroeten
voor, tijdens en na de mis? als bijna vanzelfsprekend opgetild
worden tot een evangelische zijns-toestand: een evangelische
manier van denken en van de dingen aan te voelen. Bij mij blijft
dit gevoel gewoonlijk nog doorwerken tot aan de broodjes van het
middagmaal. Daarna vraagt het me weer meer en meer inspanning om
me verder evangelisch te gedragen.
Overigens heeft An, mijn
liefste vrouw, al begrepen dat ze van dat moment gebruik moet maken
om een aantal dingen te bespreken. Het is hét uitgelezen
tijdstip om het over zaken te hebben die er in het huishouden nog
moeten gebeuren: verbouwingen, nieuwe meubels, behang enz omdat
de kans dat ik dan liefdevoller reageer groter is. Hebben jullie
dat ook?
Al enkele jaren zeggen de
zusters van het gehandicaptencentrum Akamuri in Burundi waar ik
een paar maal als vrijwilliger met Artsen zonder Vakantie naar toe
ben geweest, dat ik ook eens gewoon op bezoek zou moeten komen met
mijn vrouw, niet om te werken of vorming te geven. Ik heb dat altijd
afgehouden: voor een vliegtuigticket heen en terug betaal je 1000
euro. Dat is meer dan een jaarloon voor een begeleider in het centrum.
Maar omdat de zusters toch bleven aandringen, ben ik op een moment
toch begonnen met af en toe wat geld opzij te zetten van lezingen
en columns waar ik soms voor betaald wordt, om ooit die tickets
te kunnen kopen.
Gaston Nyozima, een Burundese
vriend die met een opmerkelijk christelijk geloof een project voor
straatkinderen was begonnen - hij organiseert een opleiding om van
hen garagisten te maken - had me in één van zijn mails
laten weten dat zijn project wel ging goed gekeurd worden door de
Belgische Ontwikkelingssamenwerking maar dat hij nog geen geld had
ontvangen. Het stond daar terloops naast een heleboel andere dingen
van "Hoe gaat het?"en "salut la famille".
Ik had dat zinnetje wel gelezen maar het was weer uit mijn hoofd
gegaan.
Om wat trager te leven ging
ik een paar weken later na de viering op Filosofenfontein eens te
voet naar huis: eerst door Heverleebos, daarna door de velden van
Haasrode en Korbeek-lo. Tijdens die wandeling met mijmeringen en
rustige gedachten, schoot ook die mail van Gaston terug in mijn
hoofd en dat hij momenteel nog geen geld had. En wat
later dacht ik: En ik zit te sparen voor een vliegtuig ticket.
En nog wat verder Is dat wel evangelisch, ook al hebben de
zusters zo graag dat An en ik eens op bezoek zouden komen?
Maar de idee werd sterker om het geld toch aan het project met de
straatkinderen te geven.
Thuis bel ik dadelijk naar
de gsm van Gaston en zeg hem dat ik mijn spaarbedrag naar hem wil
doorstorten met Western Union. Gaston reageert: Dieu soit
loué! Tu sais Herman, onze voorraad rijst is op. We
hebben al twee dagen geen eten meer en zitten nu - op dit moment
- met onze straatkinderen samen in een cirkel te bidden tot God
voor een oplossing en net nu bel jij ons op. Dieu soit loué
!
Zelfs nu nog ben ik onder
de indruk van de coïncidentie, de samenloop van de dingen:
mijn gedachten tijdens de wandeling na onze viering in de Filosofenfontein
en een gebed ginder ver. Is er een geest van het evangelie
een Heilige Geest die ons dingen influistert terwijl op hetzelfde
moment anderen tot hem bidden?
Ik blijf het ook nog steeds
opvallend vinden dat Gaston eerste woorden niet waren: Erg
bedankt Herman maar God zij geloofd. Ik heb het
met hem daar later over gehad en beiden zijn we ervan overtuigd
dat het er om gaat om de stap te doen om op te gaan in de geest
van God. Wanneer meer en meer mensen over heel wereld dat zouden
doen, is er veel meer mogelijk op onze aarde. Zo kan de Geest werken
en kan het Koninkrijk God zich inderdaad verspreiden om het
met de woorden van de lezing te zeggen.
In december vorig jaar was
ik opnieuw in Bujumbura. De zondag van mijn vertrek terug naar België
wilde ik de zondagsviering in de nuntiatuur bijwonen. De zusters
hadden gezegd dat de kapel nogal klein was en dat je dus best goed
op voorhand kwam om nog plaats te hebben. Ik was goed op tijd maar
het duurde even voor ik de zij-ingang van het gebouw vond waarlangs
de mensen moesten binnengaan. Ik haastte me naar de kapel en had
geluk want er waren nog twee stoelen vrij. Ik zette me snel op de
voorlaatste stoel. Onmiddellijk daarna kwam er een mama met haar
dochtertje op de schoot en zette zich naast me. Aan de andere kant
kwam er een oudere man in piekfijn kostuum rechtstaan.
Het was de eerste zondag
van de advent en de Nuntius spoorde ons in zijn inleiding aan om
ons te bekeren en betere christenen te worden. Hij deed dit op zijn
Afrikaans ttz nogal indringend zonder veel begrip zoals in
onze vieringen - voor de menselijke gebrekkigheid, het wel willen
maar niet kunnen. Plots kreeg ik het. Ik had een stoel kunnen bemachtigen.
Ik was daarvoor speciaal goed op tijd gekomen en had daar dus toch
enigszins recht op. Maar moest ik niet - om de advent onmiddellijk
goed te beleven en me te bekeren - recht staan en die man naast
mij mijn plaats aanbieden? Ik had echter al verschillende keren
ondervonden dat de zwarten in Burundi nogal aanzien hadden voor
een blanke gast. Stel dat die man zou weigeren om op mijn plaats
te gaan zitten? Dan sta ik daar voor iedereen met een ongemakkelijk
gevoel? Neen, nicht raisonneren, toch doen. Na het evangelie sta
ik dus resoluut recht om de man naast me mijn plaats aan te bieden.
De grijsaard glimlacht breed en gaat dadelijk zitten. Oef!
Dan begint de homilie. Zoals
overal in Afrika duurt die heel erg lang. Uit de dalende toon van
de priester denk je soms dat hij met zijn slotzin bezig is, maar
steeds weer begint die met vuur aan een nieuwe redenering. Het is
erg warm, ik ben moe van de voorbije veertien dagen. Het recht blijven
staan begint wat lastig te worden. Aan de communie staat de oude
man op en biedt hij mij vriendelijk terug mijn stoel aan. Ik neem
zijn aanbod dankbaar aan. Na de viering kruisen onze ogen. We groeten
elkaar en beginnen een hartelijk gesprek. Hij verneemt dat ik die
dag terug naar België vlieg en dan vraagt hij me of ik geen
paspoorten wil meenemen voor zijn zoon en schoondochter die in Parijs
wonen. Ik ken het probleem om passen vanuit Afrika naar Europa te
brengen. Omdat versturen met de post te riskant is, gebeurt dat
met koeriers, die een zending documenten meenemen, maar dan moet
men ook een stuk van hun vliegtuigreis mee betalen. Natuurlijk wil
ik doen. s Middags komt de man naar mijn logeeradres om de
paspoorten te brengen. Enkele dagen later heb ik een telefonisch
contact met zijn zoon in Parijs. Ik stuur de passen aangetekend
op, een beetje later ontvang ik nog een dankbare mail en het bedrag
van de onkosten op mijn rekening. Een heerlijk gevolg van een viering
en een kleine bekering.
We zijn hier met een vergelijkbare
kleine groep van die 70 leerlingen van Jezus. Ik denk dat ook wij
elke viering opnieuw opgeroepen, en uitgenodigd worden om op weg
te gaan en ervoor te zorgen dat het koninkrijk van God zich verspreid
op de plekken waar we vertoeven. We doen dat door ons gedrag, onze
woorden en door ons aanvoelen.
Hoewel het voorgaande misschien
al op een besluit leek, wil ik toch nog even uw aandacht verder
vragen. In het vervolg van het evangelie staat dat de leerlingen
na hun zending vol vreugde terugkeren en verbaasd zijn over de effecten
ervan. Ze zeggen: Heer zelfs de demonen onderwierpen zich
aan ons bij het horen van uw naam. Maar ook Jezus zelf is
verrast en wordt plots zelf enthousiast over zijn boodschap. Hij
roept uit: Dieu soit loué ! zoals Gaston.
Luisteren we nog even deze tekst.
Tweede stukje evangelie: Lucas
10, 21- 24
Slotgebed
Heer,
Geef ons de genade
om in de volgende dagen
aandachtig bewust
uw evangelische geest
verspreiden
op de plaatsen waar we komen
en zo mee te helpen
aan de opbouw van uw koninkrijk
in onze wereld.
Geef dat we
de contacten met de mensen
die we de volgende week zullen ontmoeten
kunnen optillen
tot een evangelisch niveau
zodat er dingen gebeuren
die ons te boven gaan
maar die passen
in uw plan
met de mensen
en met de wereld
Zegen
|