------
Welkom
------
Litu0rgie
------
Vorming
------
Historiek
------
Archief
------
Kalender
Share-project
------




21 augustus 2016

                    Redding en gered worden (Lc 13, 22-30)

Gond Mertens

Inleiding


Vandaag spreekt het evangelie over redding en gered worden. Een actueel thema, een geladen onderwerp, als je ’t mij vraagt… Elke dag worden we ermee geconfronteerd, veraf en dichtbij. Tegen de achtergrond van de niet eindigende terreurdreiging, aanslagen en gruwel in het voorjaar in Parijs, Brussel en op veel plaatsen in de wereld, met daarbij de hemeltergende ellende van boot - en andere vluchtelingen, lijkt onze planeet geen veilige plek meer om te leven en te wonen. Onrust en ontreddering nemen angstwekkende proporties aan, politici en media spelen daarop in. Waarom is de massa ontheemden vandaag zo groot? Wat zoeken, verwachten, hopen en geloven al deze mensen? Hoe kijken wij zelf naar de toekomst en wat verwachten jongeren van het leven? Waaruit putten zij de broodnodige levenskracht, waar vinden zij gehoor, begrip en steun? Velen zien geen uitkomst meer en haken af… Wie redt wie?

‘Heer zijn er maar weinigen die gered worden? vraagt iemand aan Jezus. Zijn antwoord klinkt nogal raadselachtig. Hij zegt; ’Doe alle moeite om door de smalle deur naar binnen te gaan, want velen, zeg ik jullie, zullen proberen om naar binnen te gaan maar er niet in slagen. En hij voegt eraan toe.; ‘Weg met jullie rechtsverkrachters’. Geldt dat ook voor ons?

‘De wereld is in oorlog’ een ‘belangenoorlog’ zei Paus Franciscus op de jongerendagen in Krakau. Mensen zijn op zoek naar een moeilijk te achterhalen bestemming, velen zijn hun houvast en oriëntatie kwijt en zitten op een doodlopend spoor… Zonder diepgaand keerpunt is geen uitkomst, redding of vrede voor de wereld mogelijk. De roep tot inkeer en omkeer is dwingend, en een centraal thema in de joods-christelijke traditie.
In de homilie wil ik hierop wat nader ingaan.

Lezing: Lc 13, 22-30

[22] Hij trok verder door steden en dorpen, waar Hij onderricht gaf, onderweg naar Jeruzalem. [23] Iemand vroeg Hem: ‘Heer, zijn het er maar weinig die gered worden?’ Hij zei tegen de mensen: [24] ‘Doe wat u kunt om door de nauwe deur binnen te komen, want Ik verzeker u, velen zullen proberen binnen te komen, maar er niet in slagen. [25] Vanaf het moment dat de heer des huizes is opgestaan en de deur heeft afgesloten, zult u buiten moeten blijven. U zult op de deur gaan bonzen en roepen: “Heer, doe open”, en Hij zal u antwoorden: “Ik ken u niet. Waar komt u vandaan?” [26] Dan zult u zeggen: “We hebben met U gegeten en gedronken, en in onze straten hebt U onderricht gegeven.” [27] En Hij zal tegen u zeggen: “Ik ken u niet. Waar komt u vandaan? Ga weg allemaal, bedrijvers van onrecht die u bent!” [28] Dat zal een gejammer zijn en een tandengeknars, als u Abraham en Isaak en Jakob en alle profeten in het koninkrijk van God zult zien, terwijl u eruit gegooid wordt. [29] Dan zullen ze komen van oost en west, van noord en zuid, en aan tafel gaan in het koninkrijk van God. [30] Let op, laatsten zullen eersten zijn, en eersten zullen laatsten zijn.’

Homilie

‘Heer, zijn er maar weinig die gered worden? Weinig of veel? Wat voor een vraag? Ik neem aan dat een klein aantal mensen daarvan wakker ligt…en dat de grote meerderheid er helemaal niet mee bezig is. Belangrijker dan het aantal is zeker de vraag; waarvan moeten we worden gered? Hoe komt het dat mensen en veel jongeren het leven de rug toekeren? Wat loopt er mank in de huidige samenleving?

Het kwaad en het negatieve in ieder van ons en in de wereld is een harde realiteit waar we niet omheen kunnen, daarom moeten we juist alert zijn voor de dreiging maar ook de fascinatie ervan. Vroegere zekerheden en de godsdienst zijn overbodig verklaard en de zin van het bestaan wordt betwijfeld. Leegte en wanhoop hebben de open plaats ingenomen. Wie kan ons hieruit redden?

Het christendom heeft geen monopoliepositie, ook het Boeddhisme geeft een hoopvol antwoord. Beide godsdiensten gaan ervan uit dat we moeten afstand doen van een oppervlakkig en onwerkelijk bestaan, van illusies en schone schijn, de mens moet open komen voor andere, blijvende waarden, ‘Wie ‘echt’ wil leven moet opnieuw geboren worden, horen we in het evangelie van Johannes.

‘Alleen een God kan ons nog redden schreef Heidegger. Wat wilde hij duidelijk maken? Hij had kritiek op het denken en leven van de westerse mens, die het contact heeft verloren met zijn diepste grond, hij is niet meer in staat om het ongrijpbare van zijn bestaan te duiden. Heidegger wil de mensheid bevrijden uit de beklemming van het voorstellende en rekenende denken met de nadruk op grijpen en begrijpen. Hij keert zich daarom tegen het materialistisch positivisme. niet tegen de wetenschap. Hij verwijst wel naar de gevaren van het verabsoluteren ervan. Hierdoor komen wezenlijke vragen niet meer aan bod en raakt de mens vervreemd van zijn diepste zelf, hij wordt geconfronteerd met zinloosheid en leegte die hem verweesd en totaal wanhopig achterlaten Geweld, onzekerheid en angst, bedreigen het leven van elke dag. In het algemeen spelen die negatieve krachten in het leven een grotere rol dan vrede, vreugde, vrijheid, trouw enz. Onrecht en bedrog liggen overal op de loer in onszelf en rondom ons.

De mens lijkt niet in staat om zichzelf te bevrijden of te redden. Wie of wat dan wel? God? Jezus? De Kerk? Maar religie en geloof inspireren enkel nog een klein aantal mensen. Vooral het instituut Kerk en de kerkelijke hiërarchie krijgen het zwaar te verduren. Jongeren keren zich vaak terecht tegen al te strenge regels en voorschriften. De deur naar die Kerk is dicht en in naam van pluralisme en keuze-vrijheid moet die ook maar beter dicht blijven.
Ik denk aan sommige reacties van ons kinderen en vraag me bezorgd af: Waar halen zij de kracht en de inspiratie om niet op te geven als ziekte, verlies, mislukking of tegenslag hen treffen? Waarin geloven zij nog? Welke dromen koesteren zij voor zichzelf, hun kinderen en voor de wereld? En waarom vindt ook de boodschap van het evangelie, bij hen toch zo weinig gehoor?

Tijdens zijn leven kwam Jezus heel uitdrukkelijk op voor verandering en vernieuwing, hij verwierp onmenselijke voorschriften en holle religieuze praktijken. Dit werd hem duidelijk kwalijk genomen. Jezus stelt de bestaande zekerheden in vraag en predikt een ‘nieuwe wet van barmhartigheid’ geen ’oude wet van heiligheid’, zoals de Farizeeën deden. ‘Niet ieder die ‘Heer, Heer tegen mij zegt zal het koninkrijk van de hemel binnen gaan, maar wie gerechtigheid doet’,

God wil barmhartigheid en geen offers.’ Jezus nam het op voor allen die werden verdrukt en uitgestoten. Hij verkondigt het Rijk Gods, een totaal nieuwe samenleving van recht en gerechtigheid, de omkeer van alle bestaande waarden.’ Er zijn eersten die laatsten en laatsten die eersten zijn’. Jezus heeft onze vragen en onzekerheden gedragen en heeft ermee geworsteld,net zoals wij. Hij is icoon van God en toont op een unieke manier wie God is. Hij werd zelf de plaats waar God zich aan de wereld kenbaar maakt. Zijn grenzeloze liefde kostte hem uiteindelijk het leven.

Na Jezus’ dood hebben de leerlingen zijn woorden en daden ervaren als reddend en bevrijdend. Jezus roept zijn volgelingen op tot inkeer en inzet om de droom van Gods liefde en gerechtigheid wereldwijd gestalte te geven. Maar het verlossend handelen in hem en door hem, hangt niet enkel af van onze menselijke inzet. ‘Ik ben niet gekomen om rechtvaardigen te roepen maar zondaars
Eenieder is vrij om al of niet, met vallen en opstaan, de weg te gaan die hij heeft voorgeleefd. Maar ook buiten Jezus, voor en na hem is ethisch hoogstaand en humaan handelen mogelijk.

Heer zijn er maar weinig die worden gered? Op die niet alledaagse vraag heb ik geen antwoord, niet voor mezelf en niet voor anderen. Ik ondernam een schamele poging, wees een richting aan.
Ik hoop dat alle mensen van ‘goede wil, hoe dan ook, eens zullen thuiskomen bij God, langs voor ons nog onbekende en niet betreden paden. ‘Uit het oosten en het westen en uit het noorden en het zuiden zullen ze aan tafel genodigd worden in het koninkrijk van God’. (Lc, 13, 30)


------