------
Welkom
------
Liturgie
------
Vorming
------
Historiek
------
Archief
------
Kalender
Share-project
------





20 augustus 2017:

        "Petrus: struikelbrok en rots"

Jef Schoenaerts

Openingslied 510: "Wees hier aanwezig"

Inleiding


Moge de heer aanwezig zijn in ons midden en zijn kracht in ons wekken in de naam van de vader, de zoon en de heiligende geest.

Misschien hebt u de voorbije weken afgezonderd op de Mount Everest gezeten of heb je langdurig in de grotten van Han gekampeerd. Dan ben je er wellicht over verbaasd dat euthanasie weer een druk becommentarieerd thema is. De aanleiding van de commotie is de reactie op de visietekst van de Belgische tak van de Broeders van Liefde over euthanasie en psychisch lijden. En meer bepaald de reactie van de eigen algemeen overste van de broeders, René Stockman. De dreigende, bedreigende manier waarop hij zijn Belgische broeders terug in de strikt doctrinaire pas wil laten lopen, zet veel kwaad bloed. Kerkleiders zijn blijkbaar hardleers als het gaat over gezagvol spreken zowel bij intern-kerkelijke kwesties als bij ethische vraagstukken.
Denken we maar even terug aan de rampzalige manier waarop de encycliek Humanae vitae is ontstaan en aan het standpunt rond het priesterschap van de vrouw door Johannes-Paulus II. Los van het meer inhoudelijk aspect gooit het recente euthanasiedebat ons terug enkele kernthema’s voor de voeten over onze Kerk. Kernthema’s als : de manier waarop gezag binnen de Kerk kan begrepen en uitgeoefend worden, hoe absoluut of relatief kerkelijk spreken wel eigenlijk is, over de houdbaarheid van de huidige hiërarchische structuur van onze Kerk…

Deze kernthema’s brengen ons dicht bij het evangelie van vandaag. Enkel al het zinnetje “Gij zijt Petrus en op deze steenrots zal ik mijn kerk bouwen” heeft eeuwenlang geleid tot een sterk centralistische structuur en tot monolithisch spreken door de kerkelijke hiërarchie. We blijven in deze viering cirkelen boven ons eigen kerkgebouw…
Laten we het eerst stil maken in en rondom ons en onze god vragen om ontferming en nabijheid.

Vraag om ontferming… “Alles wacht op U vol hoop” (804)

Openingsgebed: “Voor de Kerk als teken van Gods liefde” - Sytze de Vries, Bij gelegenheid II, pag. 221


Inleiding op het evangelie

Ieder van ons kent de evangelietekst over Petrus die van Jezus een soort leiderschap krijgt toegewezen. Vooral de manier waarop deze tekst is gebruikt in de historiek van de kerkopbouw is voor velen een steen des aanstoots. En toch kunnen we die uitspraken van Jezus niet afdoen als een slip of the tongue. Daarvoor komt Petrus in de vier evangelies te vaak expliciet in beeld. Petrus was geen makkelijk man. Hij was blijkbaar onstuimig, driftig zelfs, zichzelf overschattend, loyaal in geloftes maar minder in daden en nog ander fraais. Dat Jezus hém toch een kernrol toebedeeld in de leiding van de gemeenschap van Jezusgetrouwen is toch niet zo verbazend: Jezus volgt daarmee de Bijbelse god die vaak net zulke mensen met al hun mankementen en kwetsbaarheid opneemt in zijn aanbod van heil. Incarnatie op zijn best. ….

De vraag is niet of Jezus zich vergiste toen hij die wankelmoedige Petrus aanduidde als “rots”, steunpilaar van de gemeenschap. De vraag is eerder of de aanwijzing van Petrus later niet is doorgeslagen in een aberratie en geleid heeft tot machtsconcentratie en tot bedenkelijk omgaan met gezag binnen de Kerk. Maar laten we eerst luisteren naar de tekst van het evangelie waarnaar in dit verband zo vaak wordt verwezen.

Evangelielezing: Mtt. 16, 13-20

Homilie

Soms hoor je wel eens de boutade dat Jezus bij een terugkeer op aarde zich wellicht een hoedje zou schrikken over wat men van zijn boodschap heeft gemaakt. Bij een citytrip naar Rome met een bezoek aan het Vaticaan zou hij verschrikt kunnen denken : “Heeft mijn boodschap aan Petrus als rots dit alles in gang gezet?... Help!...” Laten we een bescheiden poging doen om die arme Jezus een handje toe te steken zonder over te gaan tot tabula rasa. Wat we kùnnen - en in mijn ogen - ook moéten doen is zoeken waarom en hoe het anders kan met en in onze Kerk. Om daarna met die bagage een bescheiden inbreng te leveren om naar dat alternatief te groeien.
Ik wil als aanzet voor dat zoeken kort twee heel verschillende elementen in de kijker zetten.

De Kerk heeft zich in zijn uitbouw gespiegeld aan structuur en inrichting van het Romeinse rijk. Van een beweging werd het een organisatie die het keizerlijk model overnam met zijn hang naar hiërarchie en naar autoritair spreken en handelen. Eens die moule geaccepteerd kregen die basistendenzen doorheen de eeuwen steeds vastere en strakkere vormen. De pauselijke onfeilbaarheid is wellicht de meest gekende uiting daarvan. Die grondstructuur van de Kerk is de laatste twee eeuwen in zijn “ancien régimevorm” echter compleet vervreemd van het gewijzigd maatschappelijk denken en handelen. In onze seculiere samenleving zijn stevige loten gegroeid zoals man-vrouw-gelijkheid, inspraak, vrijheid van denken,… terwijl dat alles bijna helemaal voorbij is gegaan aan de Kerk.

De reddingsboei voor de Kerk is daarom een grondige recontextualisering (wat een woord...) Lieven Boeve gebruikt dit begrip om het christelijk geloofsgoed te herdenken. Hij omschrijft dat als: “…de traditie ontwikkelt zich wanneer de context verschuift. In het verleden is dit herhaalde malen gebeurd: iedere gestalte die de christelijke traditie in de loop van de eeuwen heeft aangenomen, is onlosmakelijk verbonden geweest met de toenmalige historische context. Telkens opnieuw zijn nieuwe, contextueel voorhanden denkpatronen, verhaalstof en handelingswijzen aangewend om de christelijke identiteit te expliciteren.” Wat hij zegt over geloofsinhoud kan je in overdrachtelijke zin evenzeer aanwenden om het huis van de Kerk in zijn structuren, in zijn denken en handelen te verbouwen.

We zijn bezig Jezus een handje toe te steken om zijn kerk weg te halen uit haar onzalige structuur van vandaag. Recontextualiseren is daarbij een intellectuele ingesteldheid. Een tweede aanzet om komt eerder uit spirituele hoek.
Ik las de voorbije week een mooi artikel getiteld “Petrus, struikelblok en rots”(1).
De auteur stelt daarin dat het dominante beeld van Petrus als rots is ontleend aan Mtt 16, 13-19. Hij plaatst dat tegenover de beelden die Marcus en Johannes in hun evangelies over Petrus oproepen.
Ik blijf even stilstaan bij één bepaalde insteek van de auteur. Hij plaatst Petrus naast “de leerling van wie Jezus veel hield” en laat ze als het ware samen optrekken. Daarbij zoemt hij in op het onstuimige en vaak kortzichtige optreden van Petrus in schril contrast met de intimus van Jezus. Die laatste overvleugelt Petrus voortdurend, is hem altijd een stap voor maar laat hem tegelijk niet achter. Integendeel: als intimus van Jezus ziet hij vaak sneller en scherper en van dat “zien” maakt hij Petrus nadien steeds deelgenoot. Zo is het bijvoorbeeld Petrus die wél als eerste het lege graf binnengaat en de zwachtels ziet liggen maar op Johannes’ aanvoelen moet wachten om te geloven. Gelijkaardig is het Johannes die bij het vissen op het meer van Tiberias aan Petrus zegt: “Het is de heer” waarop Petrus prompt in het meer springt.

De auteur rondt de verhouding over dit duo als volgt af: “Petrus wordt in de evangelieverhalen allerminst als rots voorgesteld. Zijn feilen en falen worden er breed uitgemeten. … Als een soort geestelijk leidsman wordt hij begeleid door de leerling van wie Jezus veel hield, die inniger met Jezus verbonden is en hem eerder herkent dan hij. Blijkbaar heeft Petrus, de rots, dit spirituele kompas nodig: zonder dat dreigt hij weer een struikelblok te worden.”

Recontextualisering enerzijds en aandacht voor het spiritueel kompas anderzijds: twee heel verschillende insteken die kunnen bijdragen aan een ommekeer in ons kerkgebeuren. Het ene kan onze reflectie stimuleren rond een vernieuwde Kerk waar hedendaagse verworvenheden niet haaks op staan. Waar dat wél gebeurt – de dreiging met uitsluiting in het huidige euthanasiedebat – kunnen we beslissen onze stem te laten horen: dit is niet de Kerk die wij voor ogen hebben.

De tweede insteek, het centraal stellen van een spiritueel kompas is van een heel andere orde maar niet minder essentieel. Een Kerk heroriënteren zonder tenminste het vermoeden waar het in essentie op aankomt, is een nutteloze onderneming. Het spiritueel kompas dat daarbij nodig is, is niemands eigendom. Het kan in elk van ons krachtig worden en werkzaam als het zich voedt aan verinnerlijking, aan bronnen die toekomst openen. Dan kunnen we zingen: “Zie hoe de morgen de ramen weer opent. Zo waagt de dag zich aan verten van hoop…”

Lied na de homilie 524: “Die er zal zijn”

Aanbrengen van de kaarsjes en de gaven : Lied 149: “Oergebaar”
Tafelgebed 165: “Gij die weet…”
Onze Vader en communie
Communielied 851: "Kleine psalm"
Slotgebed:
idem als openingsgebed
Mededelingen:
Zegen

---------------------------------
(1) Joop Smit. “Petrus: struikelblok en rots” – Tijdschrift Schrift - jrg. 46, 3

------