------
Welkom
------
Liturgie
------
Vorming
------
Historiek
------
Archief
------
Kalender
Share-project
------





3 december 2017: Eerste zondag van de Advent

                 Weest waakzaam

Emilio Platti, o.p.

Op het einde van het kerkelijk jaar en bij het begin van de Advent, brengen de lezingen het thema van het Laatste Oordeel en daarbij neemt het evangelie een bepaalde toon aan: “Weest waakzaam, weest op uw hoede!”. De korte parabel die daarbij hoort is analoog aan die van de talenten, maar deze keer wordt het accent verlegd naar de onverwachte terugkeer van de heer des huizes. Weest waakzaam, want je weet nooit wanneer hij daar zal zijn! En daarbij valt één zinnetje echt op: “Bij het verlaten van zijn huis heeft hij aan zijn dienaars het beheer overgedragen”. De mens krijgt de verantwoordelijkheid van het beheer helemaal toebedeeld. Het is die zin die mijn aandacht heeft getrokken.

Wat en hoe wij ons leven beheren staat er niet bij, in tegenstelling tot de islam waarin een gedetailleerde gedragslijn wordt aangegeven, of zoals het jodendom in Deuteronomium, waaraan de Koran zich inspireert. Wij, christenen, moeten het maar zelf uitmaken.

Wat dat betreft, volg ik, zoals je weet, de gedachtegang van wijlen Antoon Vergote, die stelde dat er geen specifiek christelijke moraal is, waarbij ik concreet zou weten hoe ik moet handelen. Dat weet ik met de hulp van de wetenschap. Maar verzoening, grootmoedige zorg om menselijkheid, het méér, dat van de orde is van de agapè, het diepe vertrouwen in het leven en de universele medemenselijkheid die daaruit voorvloeit, die de grondinspiratie zijn van het handelen, dàt komt voort uit wat Vergote noemt “de liefdesgemeenschap” met de ene God. Dàt verandert alles. En dààr is een waakzame aandacht voor nodig.

Vorige week bezocht de vorige president van Frankrijk, Hollande, samen met onze eerste minster Charles Michel onze jeugdclub in Molenbeek waarin ik jaren geleden vrijwillige monitor was en nu in de beheerraad zit. Molenbeek is sedert vorig jaar dé plaats waar elke belangrijke mens moet voorbijkomen. Dus ook deze politici. In de "Foyer" had Hollande een onderhoud met jongeren van allerlei origine. In zijn boodschap, die was opgenomen, hoorde ik “qu’est-ce qui est le plus sacré autre que la vie humaine? C’est celle-là qui doit être la valeur première”. Michel voegde eraan toe dat men de menselijke vrijheid moest respecteren, gelovig of niet, en hij zei daarbij: “La vie humaine est substantielle, ... fondamentale”. In het geheel viel mij het woord “sacré” op; in het Nederlands vertaalt mijn internetsite “sacré” door “heilig”, een begrip dat verwijst naar een godsdienstige achtergrond. Maar daarbij wordt gezegd dat respect voor het menselijk leven een wezenlijke deugd is van het menszijn zelf, substantieel aan het menszijn verbonden. De vraag is dan hoe het samengaat met de autonome vrijheid en zelfbeschikking van de mens waar Michel het over had.

In een merkwaardige bijdrage in De Standaard van zaterdag, van Joris Luyendijk, over “De niet zo universele Verklaring van de Rechten van de mens”, kijkt de auteur met lede ogen naar het universele gebrek aan pertinentie van die Verklaring. Hij verwijst er ook naar onze eigen landen hoe zij daartegen in het verleden zijn ingegaan. Voor mij is het eind van het artikel merkwaardig; hij typeert humanisme als geloof en besluit met volgende vraag: “Waarom verbindt het humanisme zich niet veel duidelijker met grotendeels gelijkgestemden aan religieuze kant?... Het gedachtegoed van Erasmus – zelf een gelovig christen – is ook in deze religies te vinden”. En hij verwijst naar joden, moslims en christenen... Ik denk daarbij: hoe dikwijls is humanisme niet als concurrent opgesteld tegen die godsdiensten! Mijn vraag is of het “ook” daar zelfs niet teveel aan is. Zou het niet kunnen dat het precies de godsdienst is die universele menselijkheid voorhoudt?

Alle journalisten ter wereld hebben de reis van paus Franciscus in Myanmar en Bangladesh met argusogen gevolgd om te horen of hij de naam van de Rohingya-vluchtelingen zou uitspreken. Wanneer de paus oog in oog geconfronteerd was met enkele van deze vluchtelingen in Bangladesh, sprak hij inderdaad het woord uit om de internationale gemeenschap op te roepen hun mensenrechten te respecteren. Journalisten kregen het woord te horen, maar al de rest van de pauselijke boodschap werd in een paar zinnen weggeveegd. De brutaliteit van wat zij hebben meegemaakt is ontzettend, evenals de hongerdood waarin de Jemenieten door de Saoediërs worden ingejaagd. De Verenigde Naties, die op de Verklaring gefundeerd zijn, staan machteloos. De zo dikwijls gebruikte uitdrukking “internationale gemeenschap” is een abstractie geworden; de eigenheid van personen en volkeren dringt zich op, evenals hun vrije wilsbeschikking; en algauw gaat men doen zoals Myanmar: die horen niet bij ons! Rohinya moslims zijn gevaarlijk: kijk naar Thailand waar in het zuiden een moslimgemeenschap aan gewapend terroristisch verzet toe is... Het particuliere haalt het tegen universaliteit. Vrede bereikt men niet met slagzinnen; door een woord al dan niet te gebruiken... Vrede is het hart van de medemens treffen in respect, dialoog en empathie; van daaruit beschrijven dat het ook anders kan, en beter kan. Ervaren wij dat zelf niet in onze eigen kleine kring?

Paus Franciscus spreekt van een gemeenschappelijke roeping tot menselijkheid ons aangeboden, in genade gegeven, een uitdaging aan onze vrijheid, niet samenvallend met onze eigen wilsbeschikking. Respect voor de andere mens is niet een substantieel, wezenlijk, gegeven, maar een gelovig vertrouwen. En dat is niet vanzelfsprekend; je bouwt het op in stille dialoog met elkaar, in tekenen van eenvoudige barmhartigheid voor een wildvreemde Samaritaan. Je verwijst naar een genadigheid dat in elk mensenhart aanwezig is, maar waaraan je heel vlug aan kunt voorbijgaan. Weest waakzaam!

In Egypte kwamen journalisten mij vragen wat de paus in april daar kwam doen. Ik antwoordde telkens: hij komt, van Godswege, met mensen spreken die, zoals hij, vrede en geweldloos samenleven betrachten. Hij omhelsde de groot-imam die eergisteren, vrijdag, in de moskee al-Rawdah in Bir al-Abd in de Sinaï, waar 311 mensen waren omgebracht, een boodschap van Gods vrede kwam brengen, daar kwam bidden, samen met andere imams die pleiten voor Islam-salaam-heil en vrede: moslim zijn is Gods vrede betrachten; ook al zijn er die dat niet willen zien en tot in het gebedshuis mensen uitmoorden...

Enkele tijd geleden verklaarde de Dalaï-Lama dat wat met de moslim-Rohingya’s gebeurde totaal incompatibel was met het essentiële van het boeddhisme: het medeleven. Waar is het gebleven? Authentieke godsdiensten hebben die boodschap in hun hart; maar steeds weer kijken aanhangers ernaast.
Jezus zegt nu: Weest waakzaam! Vergeet het niet waar de Blijde Boodschap om gaat! En welk het criterium is voor het Rijk Gods!

------