24 februari 2019: 7e zondag
Wees barmhartig zoals jullie Vader barmhartig is.
(Lc. 6, 27-38)
Jef
Schoenaerts
Openingslied
“Voor mensen die vragend… “ (554)
Inleiding
Laten we deze viering stellen onder het teken
van de barmhartige god, hij die Vader is, Zoon
en heilige Geest.
Wie toetreedt tot één van de takken van de
Dominicaanse familie, krijgt in de
verbintenisviering de vraag voorgelegd “Wat
verlangt gij?” Je moet daar als
toekomstige broeder of lekendominicaan niet te
lang over nadenken want het antwoord ligt
liturgisch vast nl. “Gods barmhartigheid en de
uwe.”
Ook op 8 augustus kwam dat onderdeel voor in de
viering in Knokke waar we met 14 onze
verbintenis als lekendominicaan
uitspraken. Dat moment van vraag en
antwoord was toen heel kort en het zat
onopvallend verscholen tussen een psalm en de
evangelielezing. Ik had het zelf
nauwelijks opgemerkt en vond het bovendien maar
een vreemd antwoord. Als ik het toen
zelf voor het zeggen had gehad, zou ik heel
andere dingen naar voor gebracht hebben
bijvoorbeeld: ik wil graag behoren tot die grote
familie van Dominicanen waar het actieve en het
contemplatieve elkaar in evenwicht houden en
waar ik wil delen in hun rijke gebedstraditie.
En zo zijn er nog wel een paar dingen die mij
intrigeren in de Dominicaanse eigenheid en mijn
persoonlijk antwoord zouden stofferen.
Het voorgeschreven antwoord “Gods barmhartigheid
en de uwe” moet natuurlijk wel ergens een grond
hebben maar duidelijk was het mij toen niet.
Onverwacht duikt vandaag in de lezing van het
evangelie een zinnetje op dat mij hierover weer
aan het denken heeft gezet. Vers 36 in
hoofdstuk 6 van Lucas zegt “Wees barmhartig
zoals jullie vader barmhartig is.” Bij
nader toezien is dat vers niet zomaar een
verloren zinnetje tussen vele anderen.
Lucas wordt namelijk wel eens “de evangelist van
de barmhartigheid” genoemd. Denken we maar
aan het Magnificat waar Maria zingt over god als
de barmhartige, van geslacht op geslacht.
En Lucas heeft ons ook het verhaal geschonken
van de Barmhartige Samaritaan waar hij ons de
opdracht geeft om, naar het beeld van god, ook
zélf barmhartig te zijn.
“ Barmhartigheid”: het woord klinkt wat oubollig
maar het brengt ons misschien dichter bij wie
god in wezen is. Daarom staan we er in deze
viering bij stil.
Laten we het eerst stil maken in en rondom ons
en onze god net bidden om die barmhartigheid.
Bede om
barmhartigheid “Bidden wij over
dit huis…” (115)
Gebed
(zie achteraan)
Inleiding
op de lezing.
In dit liturgisch jaar lezen we op zondag
systematisch uit het evangelie van Lucas. We
zitten ondertussen al in hoofdstuk 6 bij wat men
de vlakterede is gaan noemen. Daaruit
klinken de zaligsprekingen van vorige week ons
meest bekend in de oren. Maar ook het vervolg
van die rede klinkt gedurfd, radicaal en
uitdagend. Bij het herkauwen van de
tekst van vandaag vielen mij twee dingen vooral
op. Allereerst klinken de uitspraken
van Jezus heel concreet en tegelijk ook heel
universeel. En een tweede opvallend
element is de herhaalde oproep tot
onvoorwaardelijkheid in onze verhouding tot de
ander.
Laten we luisteren naar het evangelie en de
blijde boodschap nadien beamen met de
acclamatie “Zoals smeltwater rotsen
doorboort…” (nummer 126)
Evangelielezing
Lucas, 6, 27-38
Acclamatie
“Zoals smeltwater rotsen doorboort..” 126
Homilie
Wat Jezus in deze tekst en ook in de vorige
hoofdstukken bij Lucas zo categoriek en dwingend
zegt, was voor veel van zijn toehoorders om
meerdere redenen ronduit choquerend. Meest
schokkend hierbij is misschien de oproep tot
onvoorwaardelijkheid in het omgaan met de
ander. We hoorden het al in de
zaligsprekingen waar Jezus geen enkele
voorwaarde stelt aan de armen, hen geen
tegenprestatie vraagt. Hij zegt
niet: Gelukkig zijn jullie de armen als je
tenminste de ambitie toont om vooruit te komen
in het leven en niet profiteert van de
inspanningen van de hard werkende
anderen”. Evenmin zegt Jezus “Gelukkig
zijn jullie hongerigen als je tenminste niet met
open hand blijft zitten in de hoop dat anderen
die hand zullen vullen…”
Diezelfde grondtoon van onvoorwaardelijkheid in
het omgaan met de ander horen we in de lezing
van vandaag: als je denkt verdienstelijk te zijn
wanneer je enkel liefhebt wie jou liefheeft,
wanneer je enkel goed bent voor wie goed is voor
jou,… dan leef je niet in gods
spoor. Wat je doet, is puur do ut
des… Ik investeer, ik engageer mij
enkel wanneer return verzekerd is.
Het is een patroon dat ons vandaag dicht op het
vel zit. Onze sociale zekerheid
staat onder druk: ze brengt eerder zekerheid
voor wie al hééft en is tegelijk steeds minder
sociaal voor wie langdurig ziek of
langdurig werkloos is. Onze
samenleving wordt gedomineerd door wie succes
heeft ,door “ons kent ons”, door “wij tegen zij”
in alle mogelijke varianten.
Tegelijk zijn we hard voor elkaar: de schandpaal
is dan wel letterlijk verdwenen uit het
straatbeeld, sociale media hebben die rol met
glans en efficiëntie overgenomen en het aantal
beulen is exponentieel toegenomen.
Ja… maar dat is de grote
samenleving, daar kan ik niet veel aan doen. ..
Ik betrap er mezelf vaak op met welke blik ik
kijk naar bedelaars in een winkelstraat en hoe
ik er zelden toe kom hen iets te geven. Ik
betrap er mezelf op hoe ik soms liever zwijg als
in een discussie mensen die niet echt meetellen
respectloos in de hoek worden gezet:
vluchtelingen, werklozen,
allochtonen... Ik betrap er mezelf
op hoe mijn eigen kijken en redeneren besmet
raakt door het wij-zij- denken met mijzelf
uiteraard aan de veilige kant.
Onvoorwaardelijkheid in de liefde zoals Jezus
ons voorhoudt: het is soms ver te zoeken.
De laatste tijd zingen we als tafelgebed
dikwijls “Gij die de stomgeslagen mond
verstaat…” Ik heb het de voorbije weken vaak
beknabbeld bij het mediteren thuis. In de
tekst staat oa “Waarom genadeloos vernietigd
worden de armsten van de wereld, uw geliefden;
waarom wij die met weinigen bezitten wat allen
toebehoort, uw woord niet
doen….”. Een
bijzonder krachtige tekst die mij confronteert
met mijn eigen gespletenheid en mij wegrukt uit
de cocon van veiligheid en zekerheid die ik
graag rondom mij optrek. Gaan lopen als je
deze tekst zingt en bidt, is geen
optie. Ronddraaien in
schuldgevoelens die ons machteloos en passief
maken al evenmin.
Misschien is opstaan uit machteloosheid mogelijk
als we die gespletenheid in onszelf niet
wegduwen en ontkennen maar ze net onder ogen
zien. Want dan kan in ons de gevoeligheid
groeien voor een bron die sterk genoeg is om ons
op te tillen uit onze verscheurdheid. In
hetzelfde tafelgebed van daarnet, klinkt
òòk dit optillen krachtig door: “Gij die dit
woord ons ingegeven hebt, een bron van kracht en
moed en zeker weten. Gij die het licht in
ons geschapen hebt: dat niet de duisternis ons
overmeestert.” Pas als we ons mét
inbegrip van onze duisternis in barmhartigheid
aanvaard weten, kan er innerlijk vrijheid
ontstaan. “Wees barmhartig zoals
jullie vader barmhartig is.” zegt
Jezus. Dàt is de sleutel waarmee de
macht van het kwaad kan worden doorbroken: er is
barmhartigheid mogelijk omdat god als eerste
barmhartig is: Hij ìs barmhartigheid. En
de mens die zo doet, is uit hetzelfde hout
gesneden.
“Wat verlangt gij?” was de vraag op 8 augustus
in de verbintenisviering als
lekendominicaan. “Gods
barmhartigheid en de uwe” klonk het toen.
Vraag en antwoord waren toen voor mij een
weinigzeggende voetnoot in de
verbintenisviering. Gaandeweg zie ik
in dat het misschien wel de esséntie van de
viering was. Want de vraag is wellicht de meest
Bijbelse die kàn gesteld worden. En
het antwoord voert naar de kern van gods wezen
en houdt meteen ook de belofte in dat gods
barmhartigheid niet zweeft boven de wolken maar
zich ook toont waar mensen barmhartig zijn voor
elkaar.
Beaming van de
homilie “Barmhartige Heer…
“ (803B)
Offergang
met kaarsjes en lied “Oergebaar”
(149)
Muziek bij de offergang: doxologie uit de
orthodoxe ritus
Tafelgebed
“Gij die de stomgeslagen mond verstaat…”
(164)
Onze
Vader en vredeswens
Muziek
tijdens de communie: Eleni Karaindrou – Elegy…
CD1 -track 3
Communielied
“Die er zal zijn…” (524)
Voorbeden
wereldgroep
Gebed (idem
als openingsgebed: zie achteraan)
Mededelingen:
- avondprogramma: filmvoorstelling
- ?...
Zegen
Gebed
Onnoembare en Nabije
Uitdagend en verterend is uw woord
als gij ons voor houdt
naar wie uw voorkeur gaat:
armen, hongerigen, treurenden.
Uw woord maakt ons onwennig,
het dwingt ons om partij te kiezen
en wijst ons pijnlijk duidelijk
de donkerste kant aan in onszelf.
“Dat niet de duisternis ons overmeestert,
Dat niet het laatste woord is aan de dood.”
Die hoop, dat geloof mag in ons leven
omdat Gij barmhartig zijt
Laat ons u dan noemen zoals reeds eeuwen.
Laat ons u danken om wie Gij
zijt:
erbarmend, genadig, lankmoedig,
rijk aan liefde, rijk aan trouw
bewarend liefde
tot het duizendste geslacht.
Amen.
|