------
Welkom
------
Liturgie
------
Vorming
------
Historiek
------
Archief
------
Kalender
Share-project
------





20 april 2019: Pasen (2019)

een teken van hoop in een wereld die in brand staat

Marcel Braekers


Openingszang 765 stilte nu

Begroeting

Hoe lang heeft de stilte geduurd? Hoe lang de ontmoediging, de twijfel, het verdriet? De evangeliën spreken over 3 dagen maar we weten dat dit symbolisch is. Na de terechtstelling viel een diepe stilte over de stad en het land en over alle mensen die in deze Jezus hun hoop hadden gesteld. Hoe ga je verder als je zelfs geen hoop meer hebt? Indien er toch een omslag plaats heeft, indien wanhoop omslaat in een krachtige sprong voorwaarts, moet er iets uitzonderlijk zijn gebeurd. Dat omslagmoment vieren we in deze nacht. De verandering was zo overweldigend dat we niet alleen het verhaal lezen van wie het overkwam, de eerste leerlingen, maar dat we er heel de heilsgeschiedenis bij halen. Het verhaal van de schepping, van de Uittocht en van de terugkeer uit de ballingschap om aan te geven hoe de geschiedenis op haar kop ging staan en doorheen de verwarring en chaos een nieuwe orde of nieuwe schepping tot stand kwam. Dat is de kern van het paasverhaal: op een ogenblik dat de wereld in brand stond, Rome was platgebrand en Jeruzalem verwoest, groeide een verhaal van thuis komen.

Gebed
In de schaduw van uw vleugels
Waken wij met uw licht voor ogen,
Bidden wij het donker door,
Zingen wij van zorgen vrij.
Kom in deze stilte ons tegemoet
Licht in ons hart zodat wij mogen zien,
Doe ons branden van liefde
Opdat Gij in ons geboren wordt,
God van alle eeuwen.

De scheppingsnacht  verteld door Nico ter Linden, het land onder de regenboog p. 31

Lied
: nr. 524 Die er zijn zal

De uittochtnacht: kinderbijbel van Klink p. 138 - 140

Lied: nr. 582 Hoe ver te gaan

Zegening van het water

Allen:    Water uit de hemel en van de diepste oceanen,
    vruchtwater dat het vroegste leven draagt,
    dat groeikracht geeft
    en onze diepste dorst lest,
    wek eerbied en heilig ontzag in ons.
    Was ons, maak ons schoon
    bevrijd    van alles wat lichaam en geest bezoedelt.
Vrg.:     Gij met uw goddelijke hand,
    zegen (+) dit water van uw schepping.
    Trek als een bronader door ons,
    zoals Gij heb gedaan in Jezus.
    En ga met ons, als met uw volk destijds,
    dat nergens grond onder de voeten had,
    doorheen het water
    naar een land om eeuwig te verblijven.
    Mogen allen die zich tekenen met dit water
    volstromen van U en van elkaar.
    En zo bezielers worden van een nieuwe schepping.

Ezechiël 37, 1 – 14

Lied 514 stem als een zee van mensen

Zegening van het vuur

Evangelielezing: Marcus 16

Lied aan het licht: nr. 365

Hernieuwen van de doopbelofte

Vrg.    Dankzij de liefde die ons heeft gedragen
    en door de doop met water en geest,
    staat sinds het begin Gods naam in ons bestaan geschreven.
    In deze nacht worden wij uitgenodigd
    om uit vrije wil opnieuw ons woord te geven,
    aan Hem die eerste is en laatste,
    God van de hele schepping, God van Jezus.

Allen:     Ik zal de schepping liefhebben en haar behoeden.
    Ik zal niet rusten zolang onrecht deze wereld verscheurt.
    Ik zal met liefde en met vertrouwen
    mijn eigen wereld eindeloos proberen te herscheppen.
    Ik geloof in een goddelijke kracht
    die al het verstoorde en gekwetste kan helen en voltooien.
    Ik wil daarvan een levend teken zijn,
    met zorg en eerbied voor iedereen en alles op mijn weg.
    Ik zal wat mij gegeven is niet toeëigenen,
    geen voorrecht opeisen, maar voorrang bieden
    aan de meest kwetsbaren, zodat zij waardig kunnen opstaan.
    Ik wil het uitspreken en het ten einde toe herhalen
    dat Jezus onze weg en onze hoop is.
    Dat ik Hem wil herkennen in de mens naast mij.
    Dat de woorden die Hij heeft gesproken
    mij tot    waarheid roepen en tot leven.
    En dat zijn geest, die ons gezonden wordt,
    mij kracht zal geven waar en zoals nodig is.

Kaarsjes rond de Paaskaars en zegening met water

Lied: Dat wij volstromen, nr. 366

Homilie
In de nacht van 18 op 19 juli 64 n.C. had een verschrikkelijke brand plaats in Rome. Heel de benedenstad was vol gebouwd met gammele, houten huisjes en brandde die nacht op als een toorts. Ook het paleis van keizer Nero werd vernield. Vandaar dat sommige geschiedschrijvers vermoedden dat Nero zelf de brand had laten aansteken om zo een nieuw gebouw te kunnen optrekken. Achteraf kregen de christenen de schuld en werden ze vanaf dan wreed vervolgd.
6 Jaar later in het jaar 70 werd Jeruzalem in brand gestoken en de tempel vernield. Duizenden Joden werden vermoord en een grote groep werd meegevoerd naar Rome om als figuranten in de triomfstoet mee te lopen door de straten terwijl de emblemen van de tempel aan het nieuwgierige publiek werden getoond.
De twee gebeurtenissen lieten een diepe schok na zowel bij de Joden als bij de christenen. Het was alsof de wereld in brand stond. Hoe kon dit gebeuren en waar bleef God bij dat alles? Terwijl Paulus samen met de gemeente van Thessaloniki nog reikhalzend kon uitzien naar de snelle wederkomst van Jezus, stond men nu plots voor een muur. Hoe kon men nog geloven in Jezus als de Messias en hoe te denken over zijn terugkeer?

Toen Marcus tussen het jaar 70 en 80 zijn evangelie opschreef speelden al die vragen door zijn hoofd. Als de vrouwen naar het graf gaan dan gebruikt hij niet het vertrouwde woord maar ‘grafmonument’ (mnèmeion), de plaats waar Jezus was gekruisigd en de pelgrims zich verzamelden. Maar datzelfde Griekse woord werd ook soms gebruikt om de tempel aan te duiden. Wat Marcus doet is dus beschrijven hoe de vrouwen pelgrimerend naar de gedenkplaats gingen zoals die er 40 jaar later uitzag. Jeruzalem was een rokende puinhoop en de heilige plaats een ruïne waardoor zij en alle gelovigen werden aangegrepen door een diepe angst. Vandaar de verstomming en het angstige wegvluchten (zo verklaart K. Hannart in ‘De tragedie voorbij, het subversieve evangelie van Marcus na de verwoesting van Jeruzalem’). Waar kon men voortaan God eren? Wat bleef er over van het volk nu alle waardevolle krachten waren vermoord of geporteerd? Dezelfde vraag stelden zich christenen in Rome waar gelovigen zonder proces werden opgepakt en voor de dieren in het circus gegooid.

In die wereld van verschrikking schreef Marcus zijn evangelie en wilde hij een verhaal van hoop en toekomst aanbieden. Daarom begint zijn evangelie met “het begin van de blijde boodschap van Jezus Christus, zoon van God”. En daarom eindigt het met het verhaal van de verrijzenis, verteld door een jongeman in een wit kleed. Een neaniskos staat er in het Grieks. Het was de naam die oorspronkelijk aan rekruten in het leger werd gegeven en die nu gebruikt werd om de doopleerlingen mee aan te wijzen. Deze doopleerling staat hier symbool voor de hoop en het vertrouwen in de toekomst. Ondanks de wereldwijde rampspoed zullen mensen zich laten dopen en bouwen aan een nieuwe, betere wereld. Op een ogenblik dat de vrouwen in angst en verbijstering kijken naar een wereld in brand en verstommen, verwoordt hij een boodschap van hoop. Gods kracht en liefde zal uitkomst geven. Vandaar dat in onze viering de verhalen van de traditie werden opgehaald. Denk terug aan het verhaal van de Uittocht, denk aan de profetie van Ezechiël over de ballingen die als doodsbeenderen neerliggen maar zullen opstaan en terugkeren naar huis. Bedenk dat God schepper is, aanbod van kracht en hoop, die altijd opnieuw scheppend de wereld diezelfde kracht aanbiedt. Vanuit dat geloof groeide de overtuiging van de verrijzenis en dat is ook de belofte voor ons vandaag. In Jezus heeft God getoond dat Hij (Zij) anders is dan mensen, dat zijn geschiedenis met ons een andere geschiedenis is dan die van oorlogen en geweld. In de dood en verrijzenis van Jezus werd Zijn diepste wezen voor ons zichtbaar: Ik zal met u zijn tot aan het einde der tijden. Dat vieren wij in deze nacht, en daarom willen we ons door de doopbelofte enten op dit Leven boven leven.

Groot dankgebed 167 gij zijt het

Na de communie 369 gaan naar het graf van de liefste


Paashymne

Licht ontloken aan het donker
Licht, gebroken uit de steen
Licht, waarachtig levensteken
Werp uw waarheid om ons heen

Licht, geschapen, uitgesproken,
Licht, dat straalt van Gods gelaat,
Licht uit Licht, uit God geboren,
Groet ons als de dagenraad

Licht, aan liefde aangestoken
Licht dat door het donker brandt
Licht, jij lieve lentebode
Zet de nacht in vuur en vlam

Licht verschenen uit de hoge
Licht gedompeld in de dood
Licht onstuitbaar, niet te doven
Zegen ons met morgenrood                                  (S. de Vries)


------