19 juni 2022: 12e zondag door het jaar (2022)
Wie ben ik
voor u? (Lc.9. 18 – 24)
Marcel
Braekers
Openingszang
795 hier in de stilte verzameld
Begroeting
In het evangelie van vandaag stelt Jezus
aan zijn leerlingen de vraag wie Hij volgens hen
wel is. De tekst staat op bijna gelijke manier
in de drie synoptische evangeliën en gaat dus
terug op een heel oude traditie. Het gaat dus om
een belangrijke vraag die voorbij de tekst ook
aan ons wordt gesteld. Wie zeggen wij dat Hij
is?
Ik
had een oude, wijze medebroeder, die dikwijls
zei: ‘Je kent iemand maar als je ermee samen
woont’. Gelijk had hij, want pas dan leer je
iemand ook in zijn regressieve en kleine kanten
kennen, dus anders dan wij ons meestal voor
elkaar voordoen. Maar zelfs dat kennen door lang
samen te wonen blijft beperkt, omdat elk van ons
ook zoiets als een geheim rond zich heeft.
Geheim betekent niet geheimzinnig, maar in de
positieve zin dat elk van ons uiteindelijk een
kern heeft waar hij of zij onkenbaar is,
ongrijpbaar en uniek. Ik denk dat elk van ons
gedragen wordt door een dieper zelf dat aan
alles ontsnapt en dat tegelijk de bron is van
onze creatieve mogelijkheden. Het is een diepte
van waaruit je leeft en jezelf vernieuwt, waar
je steeds naar terugkeert en weer uittreedt,
waarvan je slechts indirect een vermoeden
kunt hebben, maar waar de ander zeker nooit
beslag op mag leggen, niet door macht en niet
door nieuwsgierige weetdrang. De Engelse
psychiater Donald Winnicott wees in zijn
geschriften herhaaldelijk op het belang om dit
geheimvolle centrum van de ander altijd te
respecteren. Of het nu gaat om zogenaamd
normalen, om mensen met een mentale handicap, om
delinquenten, om gelijk wie, altijd blijft het
principe overeind dat die ander drager is van
een eigen geheim dat men moet respecteren. Dat
geldt ook voor de figuur van Jezus van Nazareth.
Achter de onschuldige vraag schuilt daarom een
intrigerend vermoeden: wat is zijn diepste
geheim?
Lied115 Bidden
wij over dit huis (Heer, ontferm U over ons)
Gebed
Die de morgen ontbood
En het licht hebt geroepen,
Zegen ons ook
Met uw licht.
Vat ons samen
In de stralen
Van uw genegenheid,
Beziel ons
Met de warmte van uw liefde
En wees ook deze dag
De lamp voor onze
voet.
(S. de Vries,
vieren & brevieren p.152)
Inleiding op de
lezingen
Galatenbrief
3, 26 – 29
Lied 527 leer van
de liefde
Lucas 9, 18 – 36 +
refrein 120 "God heeft Hem hoog verheven"
Homilie
Peter Schmidt, de notoire kenner van de
Bijbel en commentator op het lam Gods van Van
Eyck, schreef een prachtig boek ‘In de handen
van mensen. 2000 jaar Christus in kunst en
cultuur’. Daarin toont hij met een overvloed aan
beelden hoe elke tijd en elke cultuur een eigen
beeld van Jezus ontwierp. Hij schreef er een
mooie tekst bij die ook aantoont dat volgens de
teksten van het Nieuwe Testament de echte Jezus
van Nazareth onkenbaar is, en men altijd opnieuw
beelden oproept die relatief en voorlopig zijn.
Achter
de onschuldige vraag ‘wie zeggen jullie dat Ik
ben’ schuilt daarom een intrigerend vermoeden:
wat is zijn diepste geheim? Petrus reageert met
‘Jij bent de Messias, de Gezalfde van God’ maar
wat zegt hij eigenlijk? Of anderen passen Hem in
het verwachtingsprentje dat ze hadden:
Elia of Johannes de Doper is teruggekeerd. Ook
ik zou kunnen zeggen dat die Jezus mijn
tochtgenoot is, mijn voorbeeld, mijn leraar of
het uiterste rustpunt waar ik hoop thuis te
komen, maar wat heb ik dan echt over Hem gezegd?
Al deze voorstellingen zeggen meer over ons dan
over Hem. Ook Jezus is net als ieder mens drager
van een geheim en dus blijft zijn diepe aard
voor mij een mysterie. Wel kunnen we een
vermoeden krijgen door de schaduw die zijn
diepere zelf vooruitwerpt. Je ontdekt dan een
man die een intense relatie had met God die Hij
zijn Vader noemde. Of je leest hoe intens en
non-conformistisch Hij omging met mensen en hen
binnen de cirkel van het leven bracht. In het
evangelie worden ons allerlei beelden aangereikt
om iets van zijn identiteit te verhelderen: Hij
is de wijnstok waarop wij als ranken zijn geënt,
die verzorgd wordt door zijn Vader de
wijngaardenier. Hij is de herder of de poort van
de schaapstal, Hij is de lichtglans op de berg,
enz. Zoveel ontroerende beelden die wel een of
ander aspect naar voor halen. Maar wie is Hij
uiteindelijk? En belangrijker nog: is een
relatie mogelijk tussen het diepere geheim dat
Hem tekent en het geheim dat wij in ons dragen?
U voelt wel dat ik graag in die richting wil
evolueren.
Mocht Jezus mij de vraag stellen wie Hij is,
misschien zou ik antwoorden dat ik het niet
weet. Dat ik het nooit zal weten en blij ben dat
het zo is. Het geeft zoveel meer ruimte, het
zorgt ervoor dat onverwacht nieuwe aspecten van
Hem aan het licht komen, het voert mij binnen in
een wereld van niet weten en niet verbeelden,
maar wel van aanwezigheid en nabijheid zonder
aan te raken, noli me tangere, zei Jezus tot
Maria van Magdala. Er is een andere nabijheid
dan mensen meestal kennen: een stille,
onuitsprekelijke nabijheid waarbij woorden
tekort schieten en al levend verwantschap groeit
zonder te grijpen of te begrijpen. Gaat het zo
ook niet met gehuwden die elkaar verstaan en
aanvoelen zonder het “te weten”. Zo zou ik Jezus
willen benoemen: een fascinerend Mysterie, een
geheimvolle nabijheid die ons oproept om zo ook
voor elkaar te zijn. Zo heb ik ook de tekst van
Paulus begrepen als hij schrijft dat we Jezus
als een kleed hebben aangetrokken, zoals de pas
gedoopten dagen bleven rondlopen met het witte
kleed dat ze hadden ontvangen. Wij hebben het
geheim dat Hem omhult aangetrokken en dragen het
voortaan uit over heel de wereld. Vandaar dat
Paulus durft schrijven dat er voortaan geen
slaven of vrijen meer zijn, geen mannen en
vrouwen, want allen zijn we één en elkaars
gelijken in Christus, delend in het grote geheim
dat het leven is.
Groot dankgebed
150
Na de communie 196
Met vrede gegroet en gezegend met licht -
zegening
|