------
 
Welkom
------
Liturgie
------
Vorming
------
Historiek
------
Archief
------
Kalender
------




19 september 2004: Natuurbeleving

Jan De Smet

Openingslied:

De wandeling van gisteren toont onze verbondenheid met de natuur.
De relatie mens- natuur heeft altijd bestaan. Bewijs daarvoor is het aloude Germaanse en mythische verhaal van Wereldboom .In kort gaat de sage over Yggdrassil de Es als levensboom.. Drie bronnen voeden de wortels die diep in de aarde staan. Elke bron heeft zijn eigen gave. De eerste met haar zuiver water geeft alles leven. De tweede bron geeft wijsheid. En de derde beheerst de levensgeheimen; De drie bronnen samen leven, wijsheid en geheim bepalen de toekomst.
Voor al wat leeft is de Wereldboom de centrale plaats. Tegen die achtergrond krijgt elk wezen zijn eigen rol tegenover de anderen.
De mensen zijn vertegenwoordigd door drie krijgers aan de voet van de boom. Naast hen staat de geit. Die blijft in leven want ze eet de bladeren van de boom. De krijgers op hun beurt drinken haar melk.Zij staan op wacht. Een haan zit  hoog in de kruin op de uitkijk. Alleen door samen te spannen kunnen ze het onheil weren. Want waakzaamheid is geboden. De haan moet kraaien als de reuzen aankomen. Die reuzen zullen de aarde doen trillen en dan, dan zullen ze allen vergaan. Alleen Yggdrasil de levensboom zal opnieuw oprijzen.
Deze mythe is een sterk beeld van de binding tussen al wat leeft.
Hebben wij als verstedelijkte mens nog bewust contact met de natuur? Voor dichters als Elly Nieman en Rikkert Zuiderveld schijnbaar wel. Zij zongen:

Jij bent een deel van de keten.
De keten bepaalt het getij;
Het
getij is het voelen en weten.
Dat deel van de keten ben jij.


Gebed. H. Oosterhuis, p15 “Mens op aarde”

Homilie

Hoe leidt verbondenheid met de natuur tot verbondenheid met de mensen?
Onbewust en zonder diep nadenken plegen we roofbouw op de natuur. Wie alleen naar de natuur kijkt als naar een fruitboom waar vanzelf wel appels opgroeien, komt  bedrogen uit. Ik bedoel dit: Je kan niet van de natuur blijven nemen zonder iets terug te geven. Dat is het probleem van deze tijd.
Meer en meer komt het inzicht dat willen wij, mensen, overleven, wij  het milieu moeten opvatten als een groot ecosysteem waarin ook wij samen met veel andere levende wezens thuishoren. Daarom moeten we nadenken over ons handelen en de consequenties daarvan. Als mens nemen we rationele beslissingen en de reflectie van onze plaats in de natuur moet daar een belangrijke plaats innemen.
Vele actiegroepen, begaan met het milieu, zien de natuur als een concreet landschap met planten en dieren; Zij willen die leren kennen om haar op waarde te schatten. Hun doel is zoveel mogelijk natuurbehoud; hun ergernis zijn de rode lijsten van met uitsterven bedreigde soorten.
Maar we kunnen meer! Voorbij die rationele houding kunnen we ons ook opstellen als “ontvankelijke” mens. Die wil met persoonlijke ervaringen en de waarden die hij daaraan toekent, de liefde tot de natuur ontwikkelen. Die liefde tot de natuur vind ik zo belangrijk. Ze is meer dan een sentiment om behoud.
Het is het ‘be-leven’ van de natuur. Al wie ooit met landbouw of landbouwers geleefd heeft, heeft heimwee naar die tijd; heimwee naar een band die we aan ‘t verliezen zijn.
De zorg voor land en dier werd vroeger door velen gedeeld. Er waren steeds handen te kort en iedereen kon bijspringen.Mijn ervaring van contact met landbouw en landbouwers heeft me bewust gemaakt dat alle werk van eender wie of waar, een sociale dimensie heeft. en daarom respect verdient.

De natuur stemt ook tot zelfmijmering. We willen weten wie of wat we zijn; wat onze ziel is. Hierover heeft Hadewijch iets merkwaardig gezegd. Zij vindt dat we liefde moeten hebben voor de natuur De natuur begrijpen is onze ziel leren kennen. Om dat te zien moeten Rede en Minne samen gaan.

Luisteren we naar Hadewijch:

Hadewijch, p.39 (Muziek CD nr 8) 

Probeer te begrijpen wat het innigste van je ziel is. Wie de natuur zo benadert, dat is met Minne en Rede, is dus volgens Hadewijch tot grootse dingen in staat.Voor welke  grootse dingen zorgt de natuur??


Ik denk zeker aan rust. Alléén in de natuur en vergenoeg weg van het opdringerige stads- en verkeerslawaai, vinden we een stilte van kalmerende geluiden. Wat we horen komt zelden onverwacht, is niet dreigend. Die rust palmt ons in en geeft ons tijd om vragen stellen. De muizenissen in ons hoofd
dienen zich aan maar de stilte maakt ze minder dreigend en we krijgen de tijd om ze ordenen.
Heb jij ook al ervaren hoe natuur je ‘ontvankelijk’ maakt voor uw omgeving?  Al wandelend kan je keuvelen over niets. Soms wordt het de aanloop voor diepgaander gedachten of over dingen die moeilijk aan bod komen.
 En tot slot: de verwondering. Het mee leven met de loop der seizoenen, het ontdekken van ongeziene levensvormen; de schoonheid van landschap en de ontembare groeipotentie naar kleur en vorm en soort, het blijft verbazen en is een bron van ethisch genot. En dan denkt ik; Hoe klein en onbeholpen staan wij hier?Het maakt ons klein maar dankbaar;

We sluiten de woorddienst af met Psalm 19. Deze psalm is de enige bijbeltekst waar God niet door mensen maar door de natuur zelf geprezen wordt. Prijzen we samen met de natuur onze Schepper.

Psalm 19 blz 45 vers 1 t/m 7.

 

 

------