------
 
Welkom
------
Liturgie
------
Vorming
------
Historiek
------
Archief
------
Kalender
------




26-27 maart 2005: Paasnacht

De geschiedenis van God en mens

pater Marcel Braekers

Aanvang: In het halfduister brandt één verborgen vuur

Lied nr. 659

Marguerite Yourcenar noemde religie ooit: “Een geheimzinnige verbondenheid met de oudste dromen van de mens en de aarde, zonder ons daarbij een nuchtere verklaring of een redelijk inzicht in de gedragingen van de mens te ontzeggen.” De verhalen over de oorsprong van de aarde, over de Uittocht en de verrijzenis van Jezus passen helemaal in deze omschrijving. Zij beschrijven niet rationeel wat met mensen gebeurde, maar roepen een onachterhaalbare geschiedenis op van de mens in zijn verlangen naar identiteit via een contact met God. Daarom roepen wij in drie bijbelverhalen iets van die geschiedenis op: over het onachterhaalbare begin vanwaar we komen, over onze fundamentele roeping als bestemd tot vrijheid en zorg voor elkaar, en over onze toekomst als enkeling en gemeenschap, een niet voor te stellen perspectief dat God voor ons opende, de verrijzenis. Elk van deze drie grote momenten worden ook begeleid door een symbool: aarde, water en vuur. Zij nemen ons op en begeleiden ons op deze weg.

Het verhaal van God en mens

1. Een onachterhaalbaar begin, opzoek naar onze oorsprong – het symbool van de aarde

  • aansteken van de eerste kaars
  • scheppingsverhaal (Genesis 1)
  • Uit de aarde zijn wij getrokken, aan de aarde horen wij toe, tot de aarde keren wij weer. (Planten van een paasbloem in de aarde)
  • lied nr. 115: “Alles wat adem heeft love de Heer”

2. Tot vrijheid en zorg voor elkaar geroepen – het symbool van het water

  • Aansteken van de tweede kaars
  • Verhaal van de Uittocht: jeugdbijbel p. 83 - 85
  • Lied ‘Roept God een mens tot leven’ (1 – 3)
  • Wijding van het water en afleggen van de doopbelofte

3. Hernieuwing van de doopbelofte

Broeders en zusters,
reeds voor onze geboorte en ook later
werden wij opgenomen in een verhaal van liefde tussen mensen.
Zij hielpen ons open te komen voor deze wereld en
voor het Geheim dat alles draagt.
Door hun gezicht gingen wij zoeken naar Gods aangezicht.
In deze nacht worden wij uitgenodigd persoonlijk te kiezen
voor deze God zoals wij Hem leerden kennen
doorheen onze persoonlijk geschiedenis en
door de boodschap van Jezus, zijn geliefde Zoon.
Daarom vraag ik u:


Ben je bereid je te verzetten tegen alles wat Gods schepping verduistert, tegen het onrecht in deze wereld. Ben je bereid om met al je talenten te bouwen aan deze aarde tot ze een tuin van vrede en geluk zal zijn.

Allen: JA DAT BELOVEN WIJ

Kun je geloven dat boven alle onrecht, lijden en dood een levensstroom van goedheid ons wil dragen, dat er een gemeenschap is rond de verrezen Heer die gestalte wil geven aan Gods zorg om de mens?

Allen: JA DAT GELOVEN WIJ

Ben je bereid je leven te delen, het prijs te geven, opdat de meest kwetsbaren een ereplaats krijgen? Ben je bereid om niet als heerser maar als een behoeder Gods schepping tot voltooiing te brengen?

Allen: JA DAT WILLEN WIJ

Geloof je in Jezus als Gods dienaar en veelgeliefde zoon, geloof je dat Hij voor ons kan zijn: weg, waarheid en leven?

Allen: JA DAT GELOVEN WIJ EN DAARIN WILLEN WIJ ELKAAR BEMOEDIGEN OPDAT WE ZOUDEN LEVEN ZOALS HIJ. DAT ZIJN GEEST ONS MAG BEZIELEN EN VOEREN IN GODS HERSCHEPPENDE GROND.

Iedereen komt naar voor om zich te tekenen met het water van de doop.

4. Onze bestemming – het symbool van het vuur

  • Verrijzenisverhaal
  • Halleluja
  • Zegening van het licht, via de paaskaars doorgeven van licht
  • Drie keer oproep: Licht van Christus
  • Hymne aan het licht nr. 504
  • Iedereen zet zijn licht rond de paaskaars
  • Lied ‘roept God een mens’ (4-6)

Homilie

Op het proces in Nürnberg tegen de Nazi-beulen verscheen als getuige een man, die zich een hele tijd had verborgen in een graf op een joods kerkhof in Wilna. Het was de enige plek voor velen om te ontsnappen aan de gaskamers. Tijdens de lange dagen schreef hij gedichten en verhalen. In één beschrijft hij hoe in een nabij gelegen graf een jonge vrouw een kindje baart. De tachtig jarige grafdelver hielp gehuld in een lijkdoek bij de bevalling. Toen het kindje zijn eerste schrei liet horen, bad de oude man: ‘Grote God, hebt u eindelijk de Messias naar ons gestuurd, want wie anders dan de Messias zelf kan in een graf geboren worden?’ Drie dagen later zag de dichter hoe het kind de tranen van zijn moeder dronk, omdat ze hem geen melk kon geven. (Opgetekend door P. Tillich in: In der Tiefe ist Wahrheit. p. 154 e. v.: “Im Grabe geboren”)

Het verhaal is één van die vele aangrijpende taferelen in oorlogstijd zoals de tv ons dagelijks opdringt.  Naast zijn intense emotionele kracht heeft het ook een symbolische geladenheid. De oude joodse grafdelver stond onder een intense spanning door het aangrijpende gebeuren dat hij meemaakte en anderzijds zijn geloof, zodat deze gedachte aan een Messias spontaan bij hem opkwam. Wellicht is het kind gestorven en was de droom weer weg.

Voor de meeste Israëlieten was de Messias steeds de komende en kon hij niet in een concrete mens verschijnen, ook niet in Jezus van Nazareth. J. Derrida beschrijft dit sterk in zijn essay ‘Force de Loi. Le fondement de l’autorité’. De Messias en Messiaanse tijd is een nooit te realiseren geschiedenis van eeuwig verwachten van wat onnoembaar en ondenkbaar is. Het is een appèl dat altijd roept en dat met niets kan geïdentificeerd worden, dat zich los maakt van alle fixaties en zo een weg opent naar oneindigheid. De joodse grafdelver had daarom gelijk dat indien de Messias op aarde zou komen, Hij enkel in een graf kan geboren worden. Er moest een breuk komen met het gewone leven opdat het ongewone kon plaats hebben.

In dat opzicht kan dit verhaal ons veel leren als we spreken over dood en verrijzenis. Want indien wij mensen helemaal getekend zijn door ons concrete lichaam en op die manier een leven leiden dat hier en nu concreet gesitueerd is, dan sterven we ook helemaal met onze dood. Niet iets dat afsterft en iets dat overblijft, ziel en lichaam zijn ononderscheidelijk één. Slechts in de volle beaming van deze realiteit krijgt het woord ‘verrijzenis’ zijn echte betekenis. Verrijzenis is geen natuurlijk gegeven en laat zich ook niet vanuit het hier en nu extrapoleren zoals sommigen graag doen die spreken over het licht aan het einde van de tunnel of de bijna dood ervaring, enz. Verrijzenis is ook iets anders dan wat de Grieken bedoelden met onsterfelijkheid zoals hun goden en halfgoden waren als ze het levenselixir dronken. Verrijzenis verwijst naar een heel nieuwe realiteit die van God uitgaat. Het gaat om een heel nieuw leven dat slechts in een graf kon geboren worden. We moeten accepteren dat er een breuk is.

Alle uitspraken zoals ‘het graf was leeg’, ‘wij hebben Hem gezien’, ‘Hij is ten hemel opgenomen’ ‘Hij wandelde met ons naar Emmaüs’ zijn een paradoxale taal om het onzegbare en onnoembare toch ter sprake te brengen. Zij moeten een ruimte maken voor een andere dan de alledaagse realiteit. Een werkelijkheid waarover rationeel niets meer te zeggen is en waaraan je je enkel in diep vertrouwen kunt overgeven. De verrijzenis is een geloofstaal of een meta-taal waardoor een mens zich richt voorbij alle hier en nu naar een mysterie-volle realiteit die hem aanraakt en optilt. Wat gebeurde met Jezus en gebeurt met iedereen die zich zo in vertrouwen openstelt ontsnapt aan elke kennis, maar is daarom des te belangrijker en waar.

Dat had de evangelist Johannes goed begrepen toen hij het verhaal opschreef van Maria Magdalena die naar het graf ging om te wenen. “Het was wel morgen, maar nog donker” schrijft hij. Terwijl vanuit God reeds een nieuwe morgen aanbrak was voor haar de wereld nog zwart en uitzichtloos. Maar in de tuin heeft dan de ontmoeting of noem het de ervaring van de verrezen Heer. Johannes verwijst met zijn verhaal duidelijk naar het paradijs van het boek Genesis. Hier staan de nieuwe Adam en de nieuwe Eva, de vertegenwoordigers van een nieuwe schepping die vanuit God plaats heeft. Maar deze nieuw realiteit is niet tastbaar of grijpbaar ‘Houd Mij niet vast’ zegt Jezus. Het is een werkelijkheid die je enkel in oersymbolen, in verhalen en gezangen kunt oproepen als een geestelijke ruimte waar wij naar toe mogen leven en die ons door God in Jezus is toegezegd.

Tijdens het grote dankgebed: lied  ‘Alles wacht op u vol hoop’

Na de communie lied nr. 502

Gebed

Licht ontloken aan het donker
Licht, gebroken uit de steen
Licht, waarachtig levensteken
Werp uw waarheid om ons heen

Licht, geschapen, uitgesproken,
Licht, dat straalt van Gods gelaat,
Licht uit Licht, uit God geboren,
Groet ons als de dageraad

Licht, aan liefde aangestoken
Licht dat door het donker brandt
Licht, jij lieve lentebode
Zet de nacht in vuur en vlam

Licht verschenen uit de hoge
Licht gedompeld in de dood
Licht onstuitbaar, niet te doven
Zegen ons met morgenrood             (S. de Vries)

------