------
 
Welkom
------
Liturgie
------
Vorming
------
Historiek
------
Archief
------
Kalender
------




18 september 2005 : 25° zondag

Over rechtvaardigheid en goedheid:
de parabel van de milde werkgever (Matteüs  20,1-16)

pater Marcel Braekers

Openingszang nr. 25: Onze hulp is in de naam van de Heer

Gebed

Gij neemt alle mensen op in uw liefde,
Zowel de trouwe werkers van het eerste uur
Als de afpersers, de prostituees, degenen die zich aansluiten in het laatste uur,
Maar bovenal omgeeft Gij de verdrukten en ontheemden
met uiterste zorg.
Zo zullen laatsten eersten zijn.
Wij bidden U:
Leer ons zien met uw ogen, niet oordelend of veroordelend,
Geef ons kracht om eerder in goedheid dan in berekende rechtvaardigheid
Elkaar aan te nemen en te dragen
Zoals Gij zelf doet met ieder van ons
Gij God die Leven en Licht zijt.

Lied Nr. 108: God van genade, wees ons genadig

Inleiding

Ik hoop dat de volwassenen het mij niet kwalijk nemen als ik eerst een klein gesprek met de kinderen en jongeren ga voeren. (Ik nodig hen uit vooraan op de mat te komen zitten).

Ik had met jullie graag over enkele vragen willen doordenken.

  • Wat vinden jullie: is het rechtvaardig dat de ene papa of mama veel geld verdient en de andere weinig? Of vinden jullie dat iedereen evenveel zou moeten krijgen?
  • Stel dat de ene papa heel lang werkt en een ander maar enkele uren; moet dan de ene meer loon krijgen dan de ander?
  • Mag ik het nog moeilijker maken: stel dat die papa of mama geen werk heeft of ziek is en niet kan gaan werken: moet die dan ook een loon krijgen? Evenveel als de anderen?

Je moet dan eens luisteren naar een vreemd verhaal dat Jezus vertelde aan degenen die naar Hem kwamen luisteren.

Matteüs 20, 1-16

Lied: 629: Voor wie in duisternis, de schaduw van de dood,

Homilie

Vooraleer dieper in te gaan op wat Jezus bedoelde te zeggen moet ik nog op enkele bijzonderheden wijzen:

- Er is in de parabel sprake van een denarie: dat was in die tijd het loon dat een arbeider kreeg. Daarbij moest volgens de Joodse wet de werkgever elke avond dit loon uitbetalen, want het was dikwijls het enige dat de arbeider en zijn gezin hadden om te overleven (cfr. Deut. 24,15/ Lev. 19,13/ Tob. 4,15). Veel gezinnen moesten leven van dag tot dag. Wie dus in de morgen niet werd aangeworven wist dat hij tegen de avond naar huis moest gaan met lege handen beseffend dat er die dag geen eten zou zijn.

- In de tijd dat Jezus deze parabel vertelde was er veel werkloosheid. Mensen hingen overal rond in de hoop aangenomen te worden. Begrijp je nu hoe zij met grote aandacht dit verhaal van Jezus hebben gehoord. En hoe ze wel blij elkaar hebben aangestoten toen ze hoorde dat zelfs ’s avonds rond 18 u. nog arbeiders werden aangeworven. En het sterkste van alles: dat na één uur werken deze laatsten voldoende kregen om hun gezin te kunnen eten geven. Eindelijk, moeten ze gedacht hebben, iemand die aan onze kant staat.

Met dat alles in het hoofd zouden we opnieuw de vragen moeten stellen van daarstraks. Was het rechtvaardig wat deze werkgever deed? Of had hij toch niet aan die eersten een klein extraatje moeten geven, want die hadden heel hard moeten werken. In de periode van de druivenpluk kan het verschrikkelijk warm zijn en waait er een droge wind vanuit de woestijn. Daarna begint het regenseizoen en is de oogst voorbij. Was die werkgever wel rechtvaardig? De vraag is heel belangrijk want misschien heb je wel begrepen dat Jezus met die landheer eigenlijk God bedoelde. Is God wel rechtvaardig als Hij zomaar iedereen eenzelfde beloning geeft? Het antwoord op deze vraag staat aan het einde als de heer zegt: ‘Ik wilde goed zijn en dat vond ik belangrijker dan rechtvaardig te zijn.’

En zo komen we aan een heel moeilijk probleem: stel dat je voor papa of mama een werkje hebt opgeknapt en mama zegt: als beloning krijg je van mij een ijsje. Maar je bent nog maar net beginnen eten en je zusje komt binnen en mama geeft die ook een ijsje. Ik denk dat je zult protesteren want zij heeft niet moeten helpen. Zo kom je bij de kern van dit verhaal: Jezus wil ons helpen om eens met andere ogen te kijken dan we meestal doen. Wij zijn elke dag bezig met vergelijken en we zitten precies af te meten dat ieder even veel krijgt. Maar is dat altijd zo nodig. Misschien zijn er wel situaties dat je anders moet leren kijken en oordelen. Zou je zo kunnen leven dat je niet alleen dat ijsje voor jezelf graag hebt, maar het ook je zusje gunt, ook al heeft ze niet geholpen. Maar dankzij zou jouw flink helpen was mamma zo tevreden dat ze ijs heeft boven gehaald.

Let goed op want zo Jezus wilde iets over God zeggen.

God wil dat alle mensen gelukkig zijn. Hij zou graag zien dat de wereld er zo uitziet dat iedereen genoeg heeft om gelukkig te leven. En daarbij biedt Hij aan elk van ons zijn liefde aan, altijd en overal. Of je veel voor Hem gedaan hebt of weinig, of je heel je leven trouw Hem hebt gediend of op het laatste nog vlug komt aansluiten, het maakt allemaal niet uit. Iedereen krijgt die overvloedige liefde van Hem. Je moet dan niet gaan vergelijken en kijken of een ander dat verdiend heeft. In God is goedheid belangrijker dan afwegende rechtvaardigheid. En Jezus nodigt ons uit om zo ook tegenover elkaar te staan. Dat kwam ook reeds naar voor in de viering van vorige zondag over vergeving. Je kunt daarom alleen maar blij zijn dat iedereen wordt aangesproken en we allemaal zijn  uitgenodigd om samen aan tafel te zitten zodat het feest kan beginnen.

Eigenlijk vieren wij elke zondag dat feest en zitten we allemaal rond de tafel ongeacht wie we zijn en hoe ons leven is. Laten we dus feest vieren en samen de gaven gaan halen voor deze tafel van de Heer.

Lied nr. 647: Een schaal met brood, een beker wijn

Groot dankgebed: uit Bij gelegenheid  van S. de Vries, p.180 e.v.

Na de communie: lied nr. 635: Wie zijn leven niet wil geven

------