------
 
Welkom
------
Liturgie
------
Vorming
------
Historiek
------
Archief
------
Kalender
------




18 december 2005: 4de zondag van de advent

"Mij geschiede naar uw woord"

Herman Wouters

Lied  'Heer Jezus kom'

Inleiding

De lezing van vandaag behandelt eigenlijk - als je ze met gewone mensenogen bekijkt - een menselijk drama. Een jong meisje, maagd en verloofd met iemand uit het huis van David geraakt in verwachting en het kind is niet van haar verloofde. Via Matteus weten we dat haar rechtschapen verloofde - Jozef - Maria niet in opspraak wilde brengen. Hij overwoog om in stilte van haar te scheiden. Een engel brengt hem in een droom tot andere gedachten en Jozef volgt deze inzichten en neemt Maria tot vrouw.

Voor allebei is dit voorval niet eenvoudig. Maria en Jozef worstelen apart met wat hen overkomt en beiden hebben contact met een engel die hen spreekt over de Heilige Geest.

Maria spreekt de evangeliewoorden: "Zie de Dienstmaagd des Heren, mij geschiede naar Uw woord." En van Jozef schrijft Matteus dat hij deed zoals de engel hem bevolen had. Ze interpreteren dat wat hen overkomt als komende van God en willen in wat hen overkomt de Heer dienen.

Moeten we ook niet al wat ons overkomt interpreteren als komende van God en moeten wij ook niet in zoeken om daarin de Heer te dienen? Is dat niet onze levensopdracht als christen? Moeten we ook niet van de gedachten en gevoelens die opborrelen in ons hart, diegenen koesteren die van de Heilige Geest of van de Engel komen? En daar naar luisteren. En daar naar handelen?

Kan op die manier de geschiedenis van Maria en Jozef ook die van ons worden? Zegt God ook tot ons: "Wees niet bevreesd in wat u overkomt." en " Ik wil de ruimte van je hart innemen. Ik zal je overschaduwen met de heilige geest, die krachtiger is dan wat je zelf bent" Volstaat het om zoals Maria te zeggen: "Mij geschiede naar uw woord" ?

Openingsgebed

God,
Het is uw geluk en uw leven
dat, van alle mensen die ooit geboren zijn
één mensenzoon bij uitstek
voortleeft onder ons,
één naam die ons bezielt
van geslacht op geslacht, Jezus Christus
Om Hem te horen en te zien
en om hem door te geven
aan wie maar wil
zijn we hier in gebed bij U aanwezig
Maak dan, God
uw geest over ons vaardig,
dat we Hem van elkander en van U
ontvangen mogen, deze mens
die onze toekomst is, die leeft bij U
voor alle mensen en voor heel de aarde

Homilie

De merkwaardigste advent van mijn leven was die in het voorlaatste jaar van de humaniora.
Tussen mijn 16de en mijn 17de had ik mijn geloof verloren. En toch bleef de figuur van Jezus me fascineren. Hij noemde zich zelf de zoon van God. Om dit van jezelf te durven zeggen. Toch leek Hij me niet iemand te zijn die vooral bezig was met zijn eigen glorie en zijn eigen prestige. En dus dacht ik dat daar misschien toch wel iets van waar geweest kon zijn en dat Jezus zich echt als een als een Zoon verbonden voelde met God.

In de jeugdbibliotheek van de Jezuïeten hier een beetje verder, ging ik geregeld boeken ontlenen - bij pater Monden - . Ik heb er alle verhalen van Arendsoog en de Rode Ridder gelezen. Op een dag viel mijn oog op een boek met als titel: Ontdekking van de liefde: dagboek van het meisje uit de saxobar van Michel Quoist. Het was vooral de titel die me aantrok -- 17-jarige en in de fleur van het beginnende leven . Toen pater Monden bij het in inschrijven van de boekenfiche zachtjes de titel mompelde, monsterde hij met zijn typische blik waarbij de ogen even boven zijn zware ronde bril uitkwamen. Ik keek maar de grond. Gelukkig zegde hij niets en leek hij het normaal te vinden dat ik zo'n werk ontleende.

Het boek vertelde een waar gebeurde geschiedenis over een meisje dat op zoektocht was naar God. In het verhaal werden haar stappen beschreven en uiteindelijk ontdekte ze God. Een God die haar beminde en die een plaats kreeg in haar leven. Ik had het boek uit in de eerste week van de Advent en ik dacht als dit bij haar lukte, moet dit bij mij ook wel kunnen. In mijn hart kwam de gedachte en het verlangen om die God van dat meisje, als die al bestond, ook te ontmoeten. Die advent van 1971 leefde ik in de verwachting van de geboorte van Christus in mijn leven.

Enkele dagen voor Kerstmis had pater Borreman, ook jezuïet, de jongeren van "de jeugdmis", waar ik bij was, uitgenodigd op een bijeenkomst van een groep jongeren. Ze zochten mensen om mee te werken aan een spektakel over Afrika. Mijn examens waren net achter de rug en ik had tijd en ging op deze uitnodiging is. Die avond ontmoette ik de jongeren van de Focolarebeweging. De Focolarebeweging is één van de nieuwe bewegingen in de kerk, ontstaan in Italië in de tweede wereldoorlog.

Ik was onder de indruk van de vrede en de liefdevolle sfeer onder hen en ook verrast dat ze leefden vanuit een evangelische achtergrond. Omdat ik van mijn ouders strikt om 22uur moest thuis zijn, kon ik het gedeelte na de pauze niet meer blijven. De verantwoordelijke die het eerst stuk van de vergadering had geleid, vergezelde me mee naar buiten en we praatten een hele tijd over de dingen waar ik mee bezig was. Ik was er onder de indruk van dat hij zijn vergadering in de steek liet om over mijn onbenullige dingen en mijn onbenullig leven te komen praten en dit met echte interesse.

Die avond had ik het aanvoelen dat er iets belangrijks met me gebeurde in die ontmoeting met die jongeren en met hun manier van evangelisch leven. Het leek alsof Jezus daar in me geboren werd en dat God zich op die manier met mij wou verbinden mits ik hem de ruimte zou geven en mijn leven zou richten naar het evangelie.

Zoals sommigen onder jullie weten ben ik vorige maand 2 weken naar Burundi geweest om mee te werken en om vorming te geven een gehandicaptencentrum in Bujumbura.
Ook daar bestaat de focolarebeweging en op een avond werd ik uitgenodigd op één van hun kleine bijeenkomsten. Ze waren met zijn zessen en ik was hun blanke gast. Ik was diep onder de indruk van de hartelijke broederlijkheid en van de atmosfeer van christenen onder elkaar. 6500 km van huis met mensen die evangelisch wilden leven. De sfeer die ik ook van hier ken en die me deed denken aan mijn eerste contact. We lazen een tekst als meditatie. Daarna vertelden we elkaar waar we in ons hart zoals mee bezig waren.
Ik had in mijn tas de tekst mee, die Marcel aan Rik en aan mij had meegegeven als mogelijke inspiratie voor deze advent en die ook de eerst zondag van de advent al gebruikt werd in de viering. Het is een overweging van een religieuze over de donkere dagen in haar leven met als gedachte dat ook uit het duister leven kan voorkomen.

"Het is al wel eens donker in mijn leven - zegt de zuster-  maar ik heb ervaren dat het duister altijd weer zal wijken en dat het weer licht wordt ook in mijn bestaan. Ik merk het ook bij anderen, bij mijn medezusters. Duisternis is voor mij niet alleen duisternis. Het is meer zoals de nacht weer dag wordt. Zo weet ik dat de duisternis zal verdwijnen. En als het licht dan komt, kan ik achteraf ook blij zijn met het donker. Het is toch een woord van God voor mij geworden. Iets in me is veranderd zodat ik weer verder kan. Ik heb zo mogen ervaren dat zelfs uit duisternis leven kan vorkomen."

Ik vertel mijn Burundese broeders over de inhoud van de tekst en over het feit dat ik er binnen 14 dagen, de zondag voor Kerstmis, iets over moest zeggen in mijn geloofsgemeenschap. Ik vraag hen hoe zij het ervaren: duisternis en leven dat daar uit voorkomt.
Aristide, in het gewone leven conseiller du président (raadgever van de president ivm thema's over Nationale opvoeding) , neemt het woord:

"Vertel aan je gemeenschap dat God er altijd is: zeker in de vreugdevolle momenten, maar ook in de donkere dagen. Altijd. Je kunt steeds met hem praten, je kunt steeds je zorgen toevertrouwen. Waar je ook bent: hij is er altijd. Hij is daar om je te beminnen. Soms merk je dit via liefdevolle mensen uit je omgeving of in de omstandigheden, mais tu sais Herman Dieu y est toujours. God wil alles met ons meeleven en ons voortdurend ontmoeten Als je voor deze realiteit openstaat, kan elk moment een heilig moment worden. Moeten we niet dan niet elk moment als gezegend van God beleven en het ook met die ogen bekijken?"

Dan neemt Alexis het woord. Hij is militair - gelukkig op een tweede rang, hij heeft nooit moeten meevechten tegen de rebellen -

"Herman - vervolgt hij - , God is zichtbaar in de omstandigheden van het leven . Zoals Aristide al zei, spreekt hij elk moment tot ons. Hij is niet de oorzaak van wat er gebeurt, maar in wat er gebeurt, doet hij appel op ons en is hij aanwezig. We kunnen hem herkennen. Wanneer iemand je haat en je bijvoorbeeld een steen toewerpt, mag je niet denken dat het God is die je die steen toewerpt, maar… God is  in die situatie aanwezig. Hij kan je helpen om alles wat er gebeurt met evangelische ogen te bekijken als je Hem en jezelf daartoe de ruimte geeft."

Ik voel dat het wijze, ware worden zijn maar ik begrijp het niet ten volle en zeg dat ook. Alexis vervolgt:

"Laat me een voorbeeld geven uit mijn eigen leven. Zoals je weet ben ik een militair. Op mijn 45ste kan ik met pensioen. Ik had grond en een groot, comfortabel huis gekocht met geld dat ik opzij had gezet. Ergens op de buiten om daar later met mijn familie te gaan wonen. Maar vorig jaar - je weet de militairen zijn niet zo graag gezien bij de bevolking - heeft men mijn huis geplunderd en platgebrand. Datgene waar ik heel mijn leven voor gespaard had: weg. Het is me gelukt om dit voorval te zien als een manier om me te onthechten van mijn materieel bezit en als een kans om mijn zekerheden op te geven en nog meer dan vroeger op God te vertrouwen voor de toekomst. En God heeft geantwoord: wat later kreeg ik een belangrijke som geld, waardoor ik toch opnieuw een huisje heb kunnen bouwen, veel kleiner dan het vorige, maar voldoende om er later in te leven. Het is niet God die mijn huis heeft verwoest maar in dit voorval heeft hij me iets meer doen begrijpen van het leven volgens het evangelie: ik ben gegroeid in het onthecht zijn en in mijn vertrouwen en ik heb gemerkt dat dit vertrouwen terecht was. Dit is het spel van met evangelische ogen te kijken naar het leven. Vertel dat aan je mensen in België"

Toen ik thuiskwam, zette ik een aantal dingen op een rijtje zette: de evangelielezing van vandaag, die gedachte van de religieuze, mijn geschiedenis met de focolarebeweging en de woorden van die christenen uit het verre Burundi en er leek me een verband te bestaan tussen wat Jozef en Maria overkwam en wat ons kan overkomen wanneer we met evangelische ogen naar ons leven kijken en de Heilige Geest laten werken in onze gedachten, in onze gevoelens en in ons gedrag:

Met de houding uitgedrukt in de woorden:"Zie de dienstmaagd des Heren, mij geschiede naar uw woord" of in de nieuwere vertaling: "De Heer wil ik dienen, laat er met mij gebeuren wat U hebt gezegd" krijgt God de kans om alle ruimte in te nemen in ons bestaan.

------