------
 
Welkom
------
Liturgie
------
Vorming
------
Historiek
------
Archief
------
Kalender
------




Openingslied : Nr. 7: “Zomaar een dak”

Goede morgen beste mensen,
Vandaag moeten we het doen zonder priester. Marcel is met vakantie. Wij houden een gebedsdienst. Waarschijnlijk wordt dit een model dat in de toekomst meer en meer zal gebeuren. En aangezien mijn naam op de datum van vandaag stond om voor te gaan, sta ik hier helemaal alleen voor U, zonder een gewijde voorganger achter en naast mij. Het wordt dus voor mij en voor U een avontuur. Laat ons hopen dat dit maar goed afloopt!

Eerst een woordje over het evangelie van vandaag. Het is een uittreksel uit Marcus: Jezus ligt te slapen in het bootje van de apostelen terwijl het hevig stormt. Zij maken hem wakker en hij stilt de storm met één enkel woord. De leerlingen zijn uiterst verbaasd dat Hij ook macht heeft over de natuurelementen. Het verhaal is ons bekend. Met dit verhaal is best iets te doen, naar analogie van de onzekere tijd die we beleven, zowel in de kerk als in de maatschappij in het algemeen.

Maar ik heb het niet kunnen laten een andere weg te kiezen! Een viering zonder priester wordt ook een “gebedsdienst” genoemd. En ik moet bekennen dat ik met een heleboel vragen zit over bidden. Wat is dat eigenlijk: bidden? Hoe doe je dat? Kunnen wij eigenlijk nog bidden? Van mezelf vind ik dat ik het niet meer kan. Ik prevel geen schietgebedjes zoals mijn moeder doet. Ik bid de rozenkrans niet. Ik ben helemaal niet klaar met het begrip “bidden”. En dan word ik gevraagd om voor te gaan in een gebeds-dienst. Hoog tijd dus om daar wat over na te denken!

Ik zou graag in deze viering dieper op gebed en bidden, ingaan. Ik nodig jullie uit om daarin mee te gaan. Ik had er graag een viering van gemaakt met lezingen  uit de bijbel, waarbij we veel zingen en waar we ook proberen te bidden.

Laat ons eerst stil worden en uitspreken dat wij beperkt zijn. Dat wij te kort doen aan onszelf en aan anderen. Wij doen dit met lied nr. 416. Daarna zingen wij de lof van God in het Gloria onder het Nr. 113.

Kyrie: Nr. 416: “Wat ik gewild heb”

Stilte

Gloria: Nr. 113: “Eert God”

Openingsgebed:

Heer,
Die nooit te ver Zijt om ons te horen
wees als een licht hier in ons midden!

Die ons de adem geeft, het leven toedacht
dat wij u kennen als bron en bedding!

Die ons ter harte neemt en onze naam roept
dat wij u kennen als bron en bedding!

Die ons voor ogen houdt als uw beminden
dat wij elkaar zien zoals gij ons ziet!

Die ooit geroepen hebt de nieuwe morgen
maak ons aanstekelijk, uw licht voor mensen!

Die vurig wegen wijst aan wie U zoeken
maak ons aanstekelijk, uw licht voor mensen

Die nooit te ver zijt om ons te horen,
wees als een licht hier in ons midden

Dit vragen wij U door uw zoon Jezus,
Die met ons leeft in alle eeuwigheid,
Amen  
               
(Sytze De Vries, Bij gelegenheid, deel I, Meinema, Zoetermeer, 2005


Bidden in het Oude testament

In de bijbel staan vele verhalen over bidden. Reeds in Genesis staat het verhaal van Abraham die God smeekt om erbarmen over Sodom en Gomorra. Als een volleerde oosterse marktkramer pingelt hij bij God af om de stad te sparen. In de boeken rond de uittocht staan verschillende verhalen over gebeden van Mozes, met als hoogtepunt het bekende “Sjema Israël” “Luister, Israël: de HEER, onze God, de HEER is de enige! de HEER, onze God, de HEER is de enige. Heb daarom de HEER lief met hart en ziel en met inzet van al uw krachten. Houd de geboden die ik u vandaag opleg steeds in gedachten. Prent ze uw kinderen in en spreek er steeds over, thuis en onderweg, als u naar bed gaat en als u opstaat. Draag ze als een teken om uw arm en als een band op uw voorhoofd. Schrijf ze op de deurposten van uw huis en op de poorten van de stad.”

Maar naar mijn gevoel staan de mooiste gebeden van het oude testament in de psalmen. Zij omvatten een hele waaier van verschillende gebeden. Ik denk niet dat het toeval is dat zij nog steeds de kern vormen van het koorgebed van de monniken.

Laten wij nu één van deze psalmen zingen: God kent ons en is ons nabij.

Psalm: Nr. 657: “Psalm 139 – Gij peilt mijn hart”

Inleiding op het evangelie:

We weten allemaal dat de evangeliën een hele tijd na de dood van Jezus geschreven zijn. Daarom is het moeilijk om een duidelijk beeld te krijgen van wat Jezus wel of niet gezegd heeft, wie hij wel of niet was. Het blijkt uit alle teksten dat Jezus vaak ging bidden, en dat hij goed kon bidden. De apostelen keken er naar op. Blijkbaar was zijn bidden zeer verschillend van wat gangbaar werd voorgesteld als goed gebed, waarvoor je naar de tempel of de synagoge moest. Jezus echter trok zich terug in eenzaamheid om te bidden. Hij hield niet van uiterlijke tekenen, maar sprak over God als Vader, die zorgzaam is voor zijn kinderen.

Ik stel voor om te luisteren naar enkele passages uit de verschillende evangelies die gaan over de biddende Jezus.

Evangelie

Homilie

Bidden. Het is een vreemd woord geworden. Ik weet niet hoe met jullie zit, maar soms ben ik een beetje jaloers op mijn moslimcollega’s die met een vanzelfsprekend gemak vijf keer per dag zich terugtrekken om te bidden. En zij doen dat niet alleen in de strenge moslimlanden zoals Saudi Arabië, maar ook in zeer geseculariseerde omgevingen als de high-tech kantoren in het westen!

Ik kom nog uit een tijd waar in ons gezin regelmatig werd gebeden. Wij zegden ’s ochtends onze drie weesgegroetjes op, baden voor en na de maaltijd en ’s avonds baden we in familiekring luidop de rozenkrans. Ik betrap er mij op dat ik soms na een maaltijd nog altijd een kruis sla voor ik de tafel verlaat. Daarnaast werd er luidop gebeden in de kerk, in processies, in de meimaand bij een kapelletje, op een overlijdenswake… Blijkbaar is dit alles definitief weg, verleden tijd. Wat nog overblijft, is het beeld van een wielrenner die snel een kruisje slaat bij de start van een koers of een voetballer die hetzelfde doet voor hij het veld oprent.

Als wij het vandaag hebben over bidden, bedoelen wij meestal een dichterlijke tekst, die op een plechtige manier gebracht wordt in een viering. Maar hoeveel van dat alles blijft eigenlijk hangen? Dus kom ik weer bij de vraag die ik in het begin stelde: Wat is bidden eigenlijk? Hoe kan ik bidden in deze tijd?

Marcel heeft een tijdje geleden een tekst geschreven over bidden en spiritualiteit. Daarin staan heel interessante dingen over de evolutie van het bidden en ook enkele aanzetten hoe het eigenlijk verder zou kunnen. Uit deze tekst leg ik U enige ideeën voor, in de hoop dat het ons ook verder kan helpen.

Volgens de analyse van Marcel is een voorname reden waarom de oude modellen van bidden niet meer werken, de toegenomen individualisering van onze maatschappij. Wij leven meer op ons eentje, we doen minder dingen samen. Het vraagt organisatie om als gezin nog samen te eten! Dingen in een grotere groep doen is nog minder vanzelfsprekend. Waar vroeger veel in groep werd gebeden, is dit nu helemaal weggevallen.

Daarenboven werd religie een privé-zaak. Het is taboe om erover te spreken. Bidden als een uitdrukking van religiositeit is verbannen naar de eigen persoonlijke wereld, dat doe je in de kerk, maar niet elders en zeker niet in groep!

Een verwijt dat ik vaak hoor van mijn kinderen is dat de taal die wij hanteren in de kerk of de kapel hen niet meer aanspreekt. Sinds het concilie zijn er vele pogingen geweest om gebeden te maken in een taal die dichter aansluit bij het hedendaagse aanvoelen. Maar ook dat schijnt niet echt te werken. Ik merk bij mezelf dat het wel even mijn aandacht trekt, maar niet echt diep en lang blijft hangen.  Mensen die de kerk verlaten hebben, en die op zoek zijn naar spiritualiteit worden door deze woorden en gebeden blijkbaar ook niet gegrepen. Zij vinden er niet in wat zij zoeken, het is te cerebraal, het staat te ver af van wat hen bezig houdt. Velen zoeken dan hun beleving van spiritualiteit, los van het kerkelijke kader. Zie maar het succes van de Dalai Lama enkele weken geleden bij zijn bezoek aan België. Blijkbaar is er vraag naar een uitdrukking van spiritualiteit, maar voldoen de oude woorden en vormen niet meer, en hebben we nog niet een nieuwe taal gevonden.

Een andere oorzaak waarom de oude vormen van bidden niet meer werken heeft te maken met een veranderde visie op lichamelijkheid. Vroeger was knielen, rechtstaan, buigen, de normaalste zaak van de wereld tijdens het bidden, het hoorde erbij. Dit blijkt niet meer te kunnen. Vermoedelijk heeft dat te maken met een veranderde visie op lichamelijkheid. Het lichaam wordt gezien als een “instrument” van de persoon, waaraan gewerkt wordt, waar ingrepen op kunnen gebeuren als het niet meer voldoet. Dat staat in scherp contrast met een beleving van het lichaam en lichaamstaal als “doorleefd”, de mogelijkheid om betekenis te leggen in het lichaam. Blijkbaar hebben we dat ook een beetje verloren.

Kortom, ons arsenaal van taal en gebaren ten opzichte van het onnoembare is blijkbaar zeer armoedig geworden. Is er wel een uitweg?

Bij het zoeken naar mogelijke aanzetten tot authentiek bidden ben ik bij twee bronnen te rade gegaan. Enerzijds het evangelie: Hoe gaat Jezus om met bidden? Ten tweede ben ik bij mezelf te rade gegaan: zijn er vormen van gebed die op mij een diepe indruk hebben gemaakt en blijven maken?

Eerst over Jezus in het evangelie.  Blijkbaar was zijn leer over bidden controversieel. Hij contesteerde het officiële, starre, dogmatische bidden zoals door de Farizeeën voorgestaan, maar riep op tot een authentieke, innerlijke vorm van bidden. Hij sprak over de liefdevolle vader. Hij zocht de eenzaamheid en de rust op om te bidden. In de parabel van de Farizeeër en de tollenaar stelt hij de nederige tollenaar als voorbeeld. Blijkbaar heeft bidden iets rond het intreden in de warmte van God. Het is iets persoonlijks, niet voor uiterlijke status.

Ik heb ook nagedacht wat mij recentelijk geraakt heeft, en met bidden te maken heeft. Hier op Filosofenfontein heeft de mantra die wij met Lut gezongen hebben iets met mij gedaan. De eenvoudige tekst “Maranatha” en het herhalen zijn blijkbaar een goede methode om dichter bij mezelf te komen. Ik herinner me ook de paasviering, waar Kris de doopbeloften had hertaald in zeer eenvoudige woorden, in mooie symbolen, liederen en gebaren, die mij diep aangesproken hadden. Het is blijkbaar mogelijk om een liturgische taal te vinden die wel aanspreekt!

Wat mij ook telkens weer aantrekt is het koorgebed van monniken. Ik betrap mij erop, dat als ik in een kloosterkerk ben, en het is rond het uur van een koorgebed, ik altijd geneigd ben om te blijven zitten en het gebeuren over mij te laten komen. Ik ben dan niet op zoek naar een esthetische ervaring, er wordt soms behoorlijk vals gezongen, maar daar gebeurt iets dat mij aantrekt. Ik kan me goed voorstellen dat de monniken zelf niet altijd even erg in vorm zijn bij hun koorgebed, dat zij soms verstrooid zijn, zich vervelen, maar toch is daar iets.

Ten slotte besefte ik bij het TV verslag van de laatste kroning van de paus dat er twee momenten zijn bij een priesterwijding die mij steeds diep aangrijpen. Het eerste moment is wanneer de wijdeling plat op de grond ligt en over hem de litanie van alle heiligen wordt gezongen. Het zijn zeker de woorden van de litanie niet die iets in mij teweegbrengen! Een tweede sterk moment tijdens de priesterwijding vind ik de handoplegging. In alle stilte gebeurt dat, en daarna wordt een eenvoudig gebed gezegd. Zowel bij de litanie van alle heiligen als bij de handoplegging is wat gezegd wordt niet het belangrijkste. Dat is ook zo bij het koorgebed in een klooster. Er gebeurt niet veel. Toch spreekt het mij aan. Het drukt uit hoe wij staan in een continuüm, tussen het verleden en de toekomst, en hoe wij het waardevolle doorkrijgen van hen die voor ons kwamen, hoe wij de opdracht te hebben het te koesteren, en het op onze beurt door te geven aan hen die na ons komen.  Misschien moeten we minder naar woorden zoeken om het spirituele te benaderen, maar ligt het antwoord in andere, meer eenvoudige dingen.

Misschien ligt de echte kracht van het bidden in heel simpele dingen. In het opzeggen van een eenvoudige tekst zoals de mantra die de boeddhisten opzeggen, de weesgegroetjes die mijn moeder prevelt. Misschien moeten wij onze arrogantie afleggen en met een eenvoudig hart voor God gaan staan. Als we terugkijken naar de geschiedenis, blijkt dat stichters van ordes en hermijten steeds de nadruk legden op regelmaat en herhaling.

Om te kunnen bidden is het blijkbaar nodig om de ratio, de rede te verzoenen met “overgave” aan wat ons overstijgt. En die verzoening moeten we niet noodzakelijk zoeken in moeilijke woorden. Het ligt eerder in eenvoudige dingen zoals een goede houding, rechtop zitten, rustig, in stilte, zonder storende geluiden, letten op de ademhaling, regelmaat in de praktijk. Het ligt waarschijnlijk ook in wat we hier op Filosofenfontein noemen “aanzetten tot spiritualiteit” en wat we probeerden uit te drukken in het programma van de Open Kerkdag: Het mooie in de natuur, het mooie in beeld, in muziek, in woord, in een verzorgde liturgie, in een doorleefde samenhorigheid.

Mijn nadenken over bidden heeft mij er toe gebracht om het niet meer zo ingewikkeld te zoeken. Eerder zal ik op zoek gaan naar rustige momenten, bewust proberen tot rust komen. Letten op mijn lichaamshouding, mijn ademhaling. Ik denk niet dat ik goed kan bidden, maar ik heb weer moed om het proberen. En ik hoop dat hier op de fontein samen met jullie te kunnen doen.

Laten wij bij het einde van de woorddienst ons geloof uitzingen in Lied Nr. 124.

Lied: Nr. 124: “Geloofsbelijdenis – Ik geloof in de God”

Inleiding Onze Vader:

Zoals ik eerder stelde, blijkt uit de evangeliën dat Jezus goed kon bidden. De apostelen keken naar hem op. Zozeer zelfs dat ze hem vroegen om het hen te leren. En Jezus gaf aan hen, en aan ons, het gebed dat wij het “Onze vader” noemen.

In deze kapel hebben wij de gewoonte het gebed te zingen met open handen. Dit is een gebedshouding die uitdrukt dat wij openstaan voor het onnoembare, dat wij bereid zijn ons over te geven aan wat ons overstijgt, een manier om iets uit te drukken waarvoor geen woorden zijn.

Laten wij daarom onze handen ten hemel heffen en samen het gebed van Jezus zingen.

Onze Vader

Communie

Ik nodig jullie nu uit tot het delen en breken van het brood. Er zit een mooi symbolisch gebaar in het doorgeven van de communie aan elkaar. Ook dat gebaar drukt iets uit van gebed. Daarenboven heb ik aan Arnout gevraagd om gedurende de communie de litanie van alle heiligen te zingen. Misschien slagen wij erin om hierin een biddende uitdrukking te zien waarbij we het onnoembare aanraken en delen met mekaar.

Litanie van Alle heiligen

Slotlied: Nr. 190: “Groter dan ons hart”

Slotgebed

Hier proefden wij wat ooit zal zijn:
eens alles nieuw gemaakt!
Al even is de dag van nu
door morgen aangeraakt.

Als alle leed geleden is,
geen mens meer honger lijdt,
geen tranen meer,
niets dan de zee van UW gerechtigheid.

Dat uur, dat Gij uw hemel zelf
aan onze aarde huwt:
dan woont Gij midden onder ons,
dan maakt Gij alles nieuw!

Reisvaardig voor dat nieuw begin,
reikhalzend naar dat uur
dat liefde aller harten wint,
gaan wij op weg van hier.

Geleid ons met uw Morgenster,
genodigd zijn ook wij.
Al is de feestzaal nog zo ver,
muziek klinkt heel dichtbij!

Dit hebt U ons beloofd
In de woorden van Jezus Uw zoon
Die bij U leeft
In alle eeuwigheid,
Amen.                         (
Sytze De Vries, Bij gelegenheid)

Zegenbede

Dat vrede voor ons uit zal gaan,
de liefde ons zal leiden,
dat de Barmhartige wil zegenen
ons hoofd, ons hart,
onze hand en onze voet:
Behoed in ons
de vlam van uw nabijheid:
wees onze God,
wees ons een licht!

Bind ons met liefde
elkaar op het hart:
Hecht ons aanéén
tot een huis van vrede:
En zegen ons allen
met het licht van uw ogen:
wees onze God,
wees ons een licht!

Daartoe zegene ons
De vader, de Zoon en de heilige Geest,

Amen.
Sytze De Vries, Bij gelegenheid

En laat ons nu allen gaan in vrede
Een mooie zondag gewenst!

Muziek

==========================================

Verder bijbelteksten over bidden

Mt 6, 5-185
En wanneer jullie bidden, doe dan niet als de huichelaars die graag in de synagoge en op elke straathoek staan te bidden, zodat iedereen hen ziet. Ik verzeker jullie: zij hebben hun loon al ontvangen.
6 Maar als jullie bidden, trek je dan in je huis terug, sluit de deur en bid tot je Vader, die in het verborgene is. En jullie Vader, die in het verborgene ziet, zal je ervoor belonen.
7 Bij het bidden moeten jullie niet eindeloos voortprevelen zoals de heidenen, die denken dat ze door hun overvloed aan woorden verhoord zullen worden.
8 Doe hen niet na! Jullie Vader weet immers wat jullie nodig hebben, nog vóór jullie het hem vragen.
9 Bid daarom als volgt:
Onze Vader in de hemel,
laat uw naam geheiligd worden,
10 laat uw koninkrijk komen
en uw wil gedaan worden
op aarde zoals in de hemel.
11 Geef ons vandaag het brood
dat wij nodig hebben.
12 Vergeef ons onze schulden,
zoals ook wij hebben vergeven
wie ons iets schuldig was.
13 En breng ons niet in beproeving,
maar red ons uit de greep van het kwaad.
Want aan u behoort het koningschap, de macht en de majesteit tot in eeuwigheid. Amen’.
14 Want als jullie anderen hun misstappen vergeven, zal jullie hemelse Vader ook jullie vergeven.
15 Maar als je anderen niet vergeeft, zal jullie Vader jullie je misstappen evenmin vergeven.
16 Wanneer jullie vasten, zet dan niet zo’n somber gezicht als de huichelaars, want zij doen dat om iedereen te laten zien dat ze aan het vasten zijn. Ik verzeker jullie: zij hebben hun loon al ontvangen.
17 Maar als jullie vasten, was dan je gezicht en wrijf je hoofd in met olie,
18 zodat niemand ziet dat je aan het vasten bent, alleen je Vader, die in het verborgene is. En jullie Vader, die in het verborgene ziet, zal je ervoor belonen.

Mt 7, 7-11
7. Vraag en er zal je gegeven worden, zoek en je zult vinden, klop en er zal voor je worden opengedaan. 8 Want ieder die vraagt ontvangt, en wie zoekt vindt, en voor wie klopt zal worden opengedaan. 9 Is er iemand onder jullie die zijn kind, als het om een brood vraagt, een steen zou geven? 10 Of een slang, als het om een vis vraagt? 11 Als jullie dus, ook al zijn jullie slecht, je kinderen al goede gaven schenken, hoeveel te meer zal jullie Vader in de hemel dan het goede geven aan wie hem daarom vragen.

Mat 14,23
Toen hij hen weggestuurd had, ging hij de berg op om er in afzondering te bidden. De nacht viel, en hij was daar helemaal alleen.  

Mat 19,13
Daarop brachten de mensen kinderen bij hem, ze wilden dat hij hun de handen zou opleggen en zou bidden. 

Mat 26,36
Vervolgens ging Jezus met zijn leerlingen naar een olijfgaard die Getsemane genoemd werd. Hij zei: ‘Blijven jullie hier zitten, ik ga daar bidden.’ 

Marc 1,35
Vroeg in de ochtend, toen het nog helemaal donker was, stond hij op, ging naar buiten en liep naar een eenzame plek om daar te bidden. 

Marc 6,46
Nadat hij afscheid van de mensen had genomen, ging hij de berg op om er te bidden. 

Marc 11,25
Wanneer je staat te bidden en je hebt een ander iets te verwijten, vergeef hem dan, opdat ook jullie Vader in de hemel jullie je misstappen vergeeft.’ 

Luc 3,21
Heel het volk liet zich dopen, en toen ook Jezus was gedoopt en hij aan het bidden was, werd de hemel geopend 

 
Luc 5,16
Hijzelf trok zich geregeld terug op eenzame plaatsen om er te bidden. 

 Luc 6,12
Op een van die dagen trok Jezus zich terug op de berg om te bidden. De hele nacht bleef hij tot God bidden. 

 Luc 9,29
Terwijl hij aan het bidden was, veranderde de aanblik van zijn gezicht en werd zijn kleding stralend wit. 

Luc 11,1
Eens was Jezus aan het bidden, en toen hij zijn gebed beëindigd had, zei een van zijn leerlingen tegen hem: ‘Heer, leer ons bidden, zoals ook Johannes het zijn leerlingen geleerd heeft.’ 

Luc 22,41
En hij liep bij hen weg, tot ongeveer een steenworp ver, en knielde daarna neer om te bidden.

 Luc 22,44
Hij werd overvallen door doodsangst, maar bleef bidden; zijn zweet viel in grote druppels als bloed op de grond. 

------