15 augustus 2007
Het feest van Maria Hemelvaart
Liesbeth Daenen
Lied 21: “Jij die voor
alle namen wijkt”
Welkom.
Welkom, vooral aan alle
moeders op deze feestdag van Maria. Vandaag vieren we allen
die in het voetspoor van Maria treden of zich met haar kracht
verbonden weten of voelen.
In deze viering gaan we op zoek naar wat die moederkracht
of het moeder -zijn voor ons betekent? Het is de bedoeling
om te vertrekken vanuit getuigenissen of onze persoonlijke
visie om daarna door te stoten tot de kern of de essentie
van moederschap.
Deze viering is opgebouwd rond de lezingen van deze feestdag
maar vooral geïnspireerd op een fragment uit het boek van
Carlos Ruiz Zafon, De schaduw van de wind. Deze roman
is de getuigenis van een jongen Daniel, die reeds vroeg zijn
moeder verloren had.
Voor we naar dit fragment luisteren, maken we het stil in
ons
Hogere Kracht,
Mogen wij vandaag uw innerlijke vrede ervaren,
Mogen wij erop vertrouwen dat je ons gebracht hebt precies
daar waar we moeten zijn,
Mogen we de eindeloze mogelijkheden niet vergeten die ontstaan
uit uw aanwezigheid,
Mogen we de gaven die we gekregen hebben ontwikkelen,
Mogen we de liefde die ons gegeven is delen in overvloed,
Mogen we gerust zijn te weten dat we een kind van jou zijn,
Jouw aanwezigheid laat ons groeien in vrijheid om volop
te zingen, te dansen, te aanbidden en lief te hebben.
Eerste lezing uit De
schaduw van de wind (Carlos Ruiz Zafon, Utrecht, 2004,
p.10)
Als kind leerde ik
in slaap te vallen terwijl ik in de duisternis van mijn
slaapkamer de gebeurtenissen van de dag aan mijn moeder
vertelde, mijn wederwaardigheden op school, wat ik die dag
geleerd had … Ik kon haar stem niet horen noch haar aanraking
voelen, maar haar licht en warmte brandden in elke hoek
van het huis en ik geloofde, met de onschuld van hen die
hun leeftijd nog op tien vingers kunnen tellen, dat als
ik mijn ogen sloot en praatte, zij mij zou kunnen horen,
waar ze ook was. Soms luisterde mijn vader naar me vanuit
de eetkamer en huilde stilletjes.
Ik herinner me dat ik die ochtend in juni schreeuwend wakker
werd. Mijn hart klopte in mijn borst als wilde mijn ziel
zich een weg eruit banen en de trap afrennen. Mijn vader
haastte zich naar mijn kamer en hield me in zijn armen terwijl
hij mij trachtte te kalmeren.
“Ik kan me haar gezicht niet meer herinneren. Ik kan me
mama’s gezicht niet meer herinneren”, prevelde ik ademloos.
Mijn vader omhelsde me stevig.
“Maak je geen zorgen, Daniel. Ik zal me haar herinneren
voor twee.”
We keken elkaar aan in de duisternis, zoekend naar woorden
die niet bestonden. Dat was de eerste keer dat ik me realiseerde
dat mijn vader ouder werd en dat zijn ogen, ogen van nevel
en verlies altijd in het verleden blikten. Hij stond op
en deed de gordijnen open om het bleke ochtendlicht binnen
te laten.”
Ik vind dit een prachtig
fragment. Het kind dat met alle mogelijke middelen de herinnering
aan zijn moeder levendig houdt, door met haar te praten, haar
warmte te voelen en haar beeld op te roepen en dan panikeert
als dit niet meer lukt.
Doen we dit niet allemaal met onze moeder, of ze nu nog in
leven is of niet. Zoeken we niet constant naar haar beeld
in ons.
Daarom heb ik met veel interesse de interviews in de standaard
gelezen uit de reeks “de zomer van de liefde”, waarin elke
ondervraagde een beeld geeft van zijn of haar moeder. De wijze
waarop ze hun moeder beschrijven is hartverwarmend. Voor de
één (de actrice, Tine Embrechts) is de moeder een vriendin,
voor de andere de acteur (Wim Opbrouck) degene die pannenkoeken
bakt, voor de muzikant jan Nève is zij degene die met tranen
in de ogen naar muziek luistert en voor de zeilman,Sebbe Godefdroid
is zij degene die alle papieren in het oog houdt.
Maar niet altijd was het beeld van hun moeder positief. De
zangeres: La Esterella zei dat ze een ongewenst kind was in
tegenstelling met haar zus en 25 jaar lang niet meer thuis
was geweest tot na de dood van haar moeder. En de loopster
Elodie Ouedraogo zegt over haar Afrikaanse moeder:”Ik ben
dankbaar dat ze mij op de wereld gezet heeft en ik kan zelfs
begrijpen dat ze me weggaf, maar ze had een actievere rol
in mijn leven kunnen spelen.”
Persoonlijk heb ik een sterke moederband . Ik heb een fantastische
moeder; Maar nu ze al een jaar in een rusthuis zit en ik meer
“op bezoek” ga en haar zie veranderen, vraag ik me meermaals
af, wat blijft er van over? Je voelt dat concrete momenten
of herinneringen langzaam verdwijnen, ook al klamp je eraan
vast. Het worden eerder clichés.
Wat blijft er over? Buiten een gevoel, maar welk gevoel? Ik
vermoed dat elkéén de ziel van zijn of haar moeder wil vangen.
Wil niet elkéén datgene wat jouw moeder tot de jouwe maakt,
wat typisch is in jullie relatie soms ook anders ten opzichte
van de andere kinderen blijvend bewaren? Misschien is het
goed dat we hier even over nadenken en ons voorstellen of
afvragen welk beeld van mijn moeder zie ik of koester ik?
Laten we het stil maken in onszelf om haar beeld te vatten.
Muziek: klankschaal
Mijn schoonmoeder zie ik
al zingend strijken en van mijn moeder zie ik haar lichte
lachende blauwe ogen, vooral bij het binnen komen of vertrekken.
Bewaar jullie persoonlijke beelden goed, ze zijn parels van
ons bestaan. Niemand kan deze beelden of herinneringen van
ons afnemen. De aanwezigheid van onze moeders is er altijd,
soms wel heel ver op de achtergrond of minder mooi dan we
zouden willen of anders. Maar haar geest blijft in ons.
Maar is er niet meer dan het unieke van deze relatie? Zijn
er geen kenmerken die alle moeders kenmerken, doorheen alle
tijden en overal? Wat hebben alle moeders gemeenschappelijk?
Hoe wordt dit beeld weergegeven?
Ik denk dat we het erover eens zijn dat alle moeders leven
gegeven hebben dat zij een kind gebaard of op de wereld gezet
hebben, vandaar dat het archetype van een moeder afgebeeld
wordt met een kind in haar armen. In onze christelijke traditie
wordt ze meestal moeder Maria genoemd.
Zij wordt op vele wijzen afgebeeld. In de Chiro werd ze burchtgravin
genoemd, voorgesteld als een koningin. Met hoeveel plezier
hebben we niet haar beeld versierd tijdens het kamp. Dit was
een leukere taak dan aardappelen schillen of papiertjes rapen.
Aan de universiteit wordt ze “Sedes sapientiae” genoemd:
zetel van de wijsheid. Het witte beeld troonde bij mijn ouders
in de hoogte met zicht op de tafel in de eetkamer. Het is
eerder een ouder meisje dat voor haar jongere broer of zuster
zorgt. Afschuwelijk van verhoudingen, niemand wou het hebben,
maar het was meermaals mijn houvast bij ontroerende of moeilijke
momenten aan die lange tafel.
Zoals ik gezegd heb zijn volgens mij, onze moeders er altijd,
soms wel heel ver op de achtergrond of minder mooi dan we
zouden willen of anders. Maar haar geest blijft in ons.
In de roman: De schaduw van de wind komt dit ook tot
uiting als Daniel, de ik persoon een bijna- dood ervaring
heeft, dan schrijft hij: "Dat was het moment dat ik
me, bijna zonder het te beseffen, het gezicht van mijn moeder
herinnerde, het gezicht dat ik lang geleden verloren had,
alsof een zoekgeraakt knipsel plotseling tussen de bladzijden
van een boek viel. Haar licht was al wat me in mijn afdaling
begeleidde." (p.521).
Het is natuurlijk maar een roman. Paulus heeft het in de
lezing van vandaag ook over de kracht van de geest of de
ziel, hij spreekt over een geestelijk onsterfelijk lichaam
dat verrijst uit het natuurlijk lichaam,. Dit tweede lichaam
is sterker dan het eerste en vloeit eruit voort.
Luisteren wij naar deze
lezing: 1 kor. 15, 35-58.
Wat heeft deze lezing met
het feest van Maria te maken? Met het feest van alle moeders?
Wel, Maria gaat niet dood maar wordt ten hemel opgenomen.
Onze moeders sterven niet maar zij leven verder. Hun geest
of ziel is sterker dan hun lichamelijke verdwijning. Zij leven
verder in de herinnering van hun kinderen en als deze dood
zijn in alle krachten die leven geven of het leven behoeden.
In alle moeders die kinderen baren en verzorgen. Dit geldt
trouwens voor alle mensen.
Dit gaat nog verder, ik vermoed dat Jezus ons hierop attent
maakt met zijn vreemd antwoord. Als een vrouw uit de menigte
hem toeriep: “gelukkig de schoot die u gedragen heeft en
de borsten die u hebben gevoed.” Dan sprak Hij: “Veeleer
gelukkig die naar het woord van God luisteren en het onderhouden.”
Waarom antwoord Jezus op zo een vreemde manier. Ik vermoed
dat hij God, de basis van alle leven, de levengevende kracht
belangrijker vond dan zijn moeder die hem het leven gegeven
had. Jezus wil zeggen bekommer u om alle waarden en krachten
die leven geven en niet louter om 1 unieke vrouw ook al is
het je moeder,
De levengevende kracht is groter dan een eicel en een zaadcel,
is meer dan het werk van twee individuen, de levengevende
krachten zijn constant scheppend aanwezig: het is de zon die
licht en warmte geeft, het is het water dat zuivert en laaft,
het is de aarde die ons draagt ook als we dood zijn, moeder
aarde transformeert constant afval tot bloemen, tot vruchten
en zaden. Voedsel voor dieren op of in het veld , in het water
of in de lucht. Wil Jezus niet zeggen, draag zorg voor de
bron van al wat leven geven, is het dit niet wat we meestal
god noemen? en onderhoud ze goed.
Vandaar dat ik mijn eigen Mariabeeld gemaakt hebt, het is
zwart in de traditie van de zwarte madonna’s, de kleur van
moeder aarde. Ze staat op een schelp gedreven door het water,
ze is geworteld in bloemen en planten met dieren allerhande,
ze draagt een mantel met de zon en de maan en de sterren,
met een grote opening aan de top om het licht door te laten,
om alle zielen en wezens in de holte te beschermen en aan
haar hart te koesteren , evenals het kindje Jezus dat lachend
naar de mooie wereld kijkt . Met deze madonna voel ik me goed,
omdat de scheppende warme kracht die het mannelijke en het
vrouwelijke overstijgt erin ligt, die niets uitsluit ook de
leegte niet.
Laten we deze kracht bezingen
Lied nr. 8: “Heer,
Onze heer hoe zijt Gij aanwezig”
Canon 142 Mijn God zijt Gij,
U wil ik danken, zowaar als ik leef
Onze Vader
Communie
De laatste maanden zijn
de stoelen in deze kapel nogal eens verplaatst, ik zou in
deze traditie nog een stap verder willen gaan. Op het einde
van deze viering zou ik zeggen draai jullie stoelen eens helemaal
om en in plaats van naar dit centrale punt te kijken, kijk
eens naar buiten. In feite is dit niet nodig, want deze kapel
is volgens mij uniek omdat ze zo overweldigend de natuur
naar binnen brengt. De overgang tussen buiten en binnen is
zeer vloeiend. De natuur is hier altijd aanwezig.
Het is niet toevallig dat deze kapel op deze plaats gebouwd
is in de nabijheid van een bron. De fontein is het symbool
bij uitstek van levengevende kracht. Een bron stroomt in overvloed
zonder te stoppen voor iedereen vissen, vogels, aarde, mensen.
In deze tuin zijn aarde en water, licht, bomen en bloemen,
dieren en mensen in harmonie verenigd.
In oosterse en Keltische tradities verbindt men het water
met: De lady of the lake – of de vrouw van water. Zij
is symbool van ontvankelijkheid en luisterbereidheid.
“Luisteren is een
basisgeheim om Gods tempel te betreden. Luisteren betekent
jezelf volledig vergeten. Als je luistert word je louter
een doorgang, passiviteit, ontvankelijkheid, een baarmoeder,
je wordt vrouwelijk. Je kunt God niet als een agressieve
veroveraar bereiken … of beter gezegd God kan jou alleen
bereiken als je ontvankelijk bent, dan staat de deur open
en wacht je gewoon”. (Osho Zentaro, Kleine Arcana,
p.40)
Zij stroomt over van dankbaarheid
voor wat het leven geeft, zonder verwachtingen te koesteren
of eisen te stellen. Plicht, verdienste of beloning zijn niet
belangrijk. Gevoeligheid, intuïtie en compassie zijn eigenschappen
die zij vertegenwoordigt
Zijn dit niet de eigenschappen die we herkennen in zovele
moeders en waar we vandaag extra dankbaar voor zijn?
Slotlied: 520 “Dan
komt de dag”
|