------
 
Welkom
------
Liturgie
------
Vorming
------
Historiek
------
Archief
------
Kalender
------




21 oktober 2007: 29e zondag in het jaar:

“Zal Hij geloof vinden op aarde?”

Hilde Boers

Intredelied nr. 611: “Wees niet bezorgd”

Zoals de intredezang al verwoordde: als we vertrouwen hebben en in God geloven komt alles terecht, Hij weet wel wat we nodig hebben. En toch, met zulke woorden kunt ge niet af komen bij mensen die 't niet meer zien zitten. Als we een rouwproces ondergaan, van welke aard ook, zijn we eerder geneigd te denken : "waarom moest dit mij overkomen" en zalvende woorden klinken dan vals en maken ons wrevelig ...vroeger was het zelfs een cliché om te zeggen dat God de geslagene juist het liefste zag! Maar ook suggereren dat alles eigen schuld is, zoals de vrienden van Job deden, is even ergerlijk. Wat kunnen wij ervaren van de gerechtigheid van God? Hoe kunnen wij geloven als de feiten tegen God zelf pleiten? Vandaag zou ik dus even met u willen b44d-,i~ stilstaan bij dit moeilijke thema van geloof en vertrouwen, maar ook van de overgave die omslaat tot overmoed en het vertrouwen dat tot misbruik leidt. Kortom de vraag, of relatie mogelijk is met de Onzichtbare en zijn ondoorgrondelijke plannen.

Openingsgebed

Heer, geef ons de kracht
om de dingen te aanvaarden die onvermijdelijk zijn.
Geef ons de moed om de dingen te veranderen
die veranderd moeten worden.
En geef ons boven alles de wijsheid
om beide van elkaar te onderscheiden.

Eerste lezing: Ex 17, 8-13

In heel exodus komt naar voor hoe God en Zijn volk samen horen. Vooral in dit verhaal wordt de relatie uiterst sterk verbeeld. God laat zijn volk niet in de steek als het op hem vertrouwt. Alleen twijfel is nefast. De armen van Mozes die niet opgeheven bleven is een mooi beeld over twijfel, door de ondersteuning van deze armen, men zou kunnen zeggen, door de ondersteuning van het geloof door Aëron en Chur bleef de relatie met God stand houden. Alleen door de steun van anderen kunnen we onze twijfels overwinnen. Maar toch is het ook een heel moeilijke lezing als men de moed heeft ze niet enkel symbolisch maar ook politiek te bekijken. Het gaat wel degelijk om historische gebeurtenissen. De Israëlieten waren nog maar pas uit Egypte vertrokken toen ze werden aangevallen door Amalek. Wettige zelfverdediging denken we dan. En toch, de vraag ligt voor de hand, mag het volk van God een bloedige strijd voeren? Deze historische context mag niet uit de weg gegaan worden, ook al brengt het mij bij moeilijke vragen. Met een lijdzaam verzet zoals Ghandi of Martin Luther King die voerden, hebben we geen problemen. Dat was een nobele strijd. Ook de monniken uit Birma krijgen ons respect. Maar de geschiedenis kent andere voorbeelden die moeilijker liggen. Was de strijd van Jeanne d'Arc zo nodig? En was het actieve verzet van de vrijheidsstrijders in Zuid-Amerika het enig mogelijke antwoord op de onderdrukking? Vechten in naam van God... zit daar geen triomfantelijk vermetel vertrouwen achter? En waar slaat het om tot destructieve agressie? "Geef ons de moed om de dingen te veranderen die veranderd moeten worden". Hoe kunnen wij dat beoordelen vanuit onze beperkte visie en hoe weten we dat onze inspiratie van boven komt en in dienst van God staat? Ik zoek geen antwoorden, ik heb die trouwens niet en ik denk dat iemand die ze wel heeft vlug op een verkeerd spoor zou zitten. Ik wil alleen over de vraag nadenken.

Wanneer moét er ingegrepen worden, maar ook, wanneer is er overmoed in het spel en zou afwachtend passief verzet beter zijn? Zelfoverschatting kan overgave aan de wil van God in de weg staan maar te grote voorzichtigheid kan misbruik aanmoedigen bij de tegenpartij. Waar slaat rechtvaardige strijd en verdediging om tot haat en agressie? Voor mij is die biddende Mozes ook de mens die staande blijft op het scherp van de snede, hij die in de grenssituatie stand houdt In 't heetst van de strijd niet vergeten wat het doel is, gewetensvol handelen omdat de relatie met God een mens, mens laat worden en de strijd humaniseert. Mijn recht kan nooit andermans recht uitwissen. De discussie over de mensenrechten kan in dit leven nooit definitief opgelost worden. Er zijn ook vandaag geen pasklare antwoorden over de problemen tussen de Palestijnen en de Joden, tussen Amerika en 't Midden Oosten en ook niet tussen ons zelf en de ander op persoonlijk vlak. Er zijn geen antwoorden, er zijn alleen smeekbeden tot God. "Verhaast de dag van uw gerechtigheid".

Lied nr. 190: “Gij die geroepen hebt "Licht"

Evangelie Lc.18, 1-8

Het Evangelie van vandaag ontroerde me omwille van de vurigheid waarmee Jezus voor zijn vader pleit. Geloof toch in Hem, vertrouw Hem toch! Het klinkt bijna als een wanhoopskreet: "Maar als de mensenzoon komt, zal hij dan geloof vinden op aarde?" Het is een telkens terugkerend thema in het Evangelie en het zijn telkens degenen van wie men het niet verwacht die het

geloof kunnen opbrengen... zelden de vromen met aanzien. In deze perikoop gaat Jezus dan ook heel ver, hij vergelijkt met een onrechtvaardige rechter die recht zal doen uit eigen belang om van het gezaag vanaf te zijn. Onder druk recht doen, dat dwingen wij ook af van anderen en heeft zeker niets te maken met vertrouwen... Als dat al kan in de wereld, zo lijkt Jezus te zeggen, hoe is het dan mogelijk nog te twijfelen aan de vader, die alleen maar Liefde is en geen eigenbelang kent? Geloof en vertrouwen hebben natuurlijk te maken met relatie. Jezus had die relatie met zijn vader, maar blijkbaar was 't moeilijk die intieme band door te geven ...zo moeilijk dat hij hier rationele argumenten gebruikt ...iemand die onrechtvaardig is doet ook soms recht om er vanaf te zijn en nog durven jullie twijfelen... Een vals motief geeft al resultaten, hoeveel te meer dan zal God over het welzijn van mensen waken. Jezus verhaal is één grote smeekbede en pleidooi voor zijn vader. "Alles komt terecht" Het doet me terug denken aan het verhaal van Job dat ook een "happy end" heeft. Onrecht heeft nooit het laatste woord zegt ook die schrijver zonder pasklare antwoorden aan te reiken, zonder duidelijke verklaringen. Wel zegt hij heel bemoedigend: "Een mens is toch te beperkt om het geheel en de samenhang te vatten ...maar wees geduldig ...de tijd brengt raad en het inzicht zal groeien". Ook hier weer die relatie van vertrouwen tussen God en mens, dwars door alle opstand door, niettegenstaande alle onopgeloste vragen... "Maar als de mensenzoon komt, zal hij dan geloof vinden op aarde"? Volgens Jezus maakt God zijn macht afhankelijk van ons vertrouwen. Toch wel merkwaardig hoe machtig de mens dan kan worden in deze visie!

Lied nr. 621 “Tijd van vloek en tijd van zegen”

Tafelgebed nr.142: “Wat geen oog heeft gezien”

Lied 653: “Zij die stom zijn, ver heen, koud”

------