------
 
Welkom
------
Liturgie
------
Vorming
------
Historiek
------
Archief
------
Kalender
------




2 december 2007 : 1e zondag van de advent:

De kracht van positieve toekomstbeelden

Lut Saelens

Lied 

In de advent, brengt het hoopvolle perspectief van de nadere geboorte van Christus licht in de donkerste dagen van het jaar. Het adventsthema van het filosofenfontein is: “Welk perspectief?” Zo kunnen naar de toekomst kijken vanuit verschillende perspectieven. Vandaag ga ik nader in op de kracht van positieve toekomstbeelden. Als Christenen overtuigd zijn van het Goede Nieuws. Erop vertrouwen dat we samen op weg zijn naar een betere toekomst, in de richting van de realisatie van het Rijk Gods, van Gods droom met ons. Dit hoopvol perspectief kan ons en anderen inspiratie bieden en kracht om samen in vertrouwen stappen te zetten op onze levensweg en de zo de kwaliteit van ons leven nu gevoelig te verhogen. Als we ervan overtuigd zijn dat we samen op weg zijn naar het Beloofde Land krijgt elke dag van ons leven een speciale betekenis.

Soms zijn we ook elk gevoel van richting verloren, leven we enkel in een donkere nacht,  is de toekomst één zwart gat of ziet de weg er meer uit als een doodlopende steeg. Dagelijks worden we geconfronteerd met het grote leed, de verbittering, de uitzichtloosheid in het bestaan van heel wat mensen. Hoe kan de mensheid, elke groep en elk individu de toekomst weer hoopvol tegemoet zien? En hoe kan elk van ons hiertoe bijdragen?

Bidden wij eerst om vergeving voor de momenten in ons leven waar we vergeten waren dat God ons altijd nabij is. Voor al die keren dat we zijn uitgestoken hand die ons de richting toont en ons vooruithelpt niet zagen of niet wilden zien:

Gebed om vergeving naar Jesaja

Wat wij niet durfden hopen: Jij doet het met ons, ongehoord en ongezien zijn jouw werken.
Vuur word jij die ons doet ontvlammen, warmte die ons doet bruisen als water.
 Jij maakt ons tot mensen die recht doen, op de weg van jouw woord vinden wij richting.
Als bladeren waren wij, gevallen, verdord, verwaaid in de wind, verspreid en vertrapt.
Verdwenen van onze lippen jouw naam, verborgen jouw blijvende nabijheid.
En toch: onze Vader wil jij zijn, geboetseerd zijn wij door jouw handen.
“Hier ben ik” zeg jij, en je laat je vinden, ongezocht komt jouw nabijheid aan het licht.
Naar ons strek jij je handen uit, al werken we tegen en keren we ons af.
Als een lied schep jij vreugde in ons, overstemmend huilen en klagen
Nooit vergeefs zal ons doen meer zijn, niet voor de ondergang zijn we geboren
Voordat wij jou roepen, weet jij van ons, onrecht verdwijnt in jouw nabijheid.
“Hier ben ik”-van oudsher jouw naam. Wees bij ons met jouw zegen en blijf ons nabij.

Lied

Ben, 26 jaar, gehuwd, vader van een baby van 6 maanden en pas geopereerd van maagkanker. De chemotherapie is zwaar en heel vermoeiend en de prognose ziet er niet goed uit. Ben ziet het helemaal niet meer zitten. De angst voor een mogelijks naderende dood verlamt hem, hij is kwaad omdat het leven hem niet gegund is. Ben bevindt zich volledig in het duister en zoekt wanhopig naar een sprankel licht.

Het verhaal in Knack van 59 vluchtelingen opeengepakt in een schamel bootje die onderweg naar Italië werden onderschept. Ze moesten omwille van een storm koers veranderen naar Malta.  De oversteek naar Italië: voor hen was dit de enige optie die ze nog zagen voor een menswaardig leven, ook al weten ze dat ze slechts één kans op vijf hebben dat ze de overtocht overleven en nog veel minder kans dat ze asiel krijgen. De gezichten van die mensen in het onderschepte bootje spreken boekdelen. Aan land gaan ze naar een gesloten centrum, een eufemisme voor gevangenis, en later, als ze niet teruggestuurd worden, komen ze voor jaren in een tentenkamp terecht.

Niemand kan bij dergelijke verhalen onberoerd blijven.

Deze verhalen gaan over het leven van anderen, maar het leven kan ons allemaal in situaties brengen waar we, door te zware problemen teruggeworpen op onszelf, het moeilijk hebben om nog klaar te zien, perspectieven te hebben. Hierbij kan een blik, een gebaar, een luisterend oor, de juiste woorden of daadwerkelijke steun opnieuw licht brengen in de duisternis, ons terug naar het leven brengen. Als we opnieuw hoopvol de toekomst tegemoet zien kunnen we  opnieuw meer levenskwaliteit vinden in het “nu”.

De bijbel is wat dit thema betreft een rijke inspiratiebron en meer bepaald de woorden van Jesaja, die pure woorden van hoop zijn.

Jesaja 2, 1-5

De beelden uit het visioen van Jesaja stemmen ons hoopvol. Ze schetsen ons een wereld waarvan we alleen maar kunnen dromen maar waar alle volken naar op weg zijn. Het visioen is geen klaaglied over alles wat er mis gaat, over wat er nog niet is, maar wel een reeks beelden van wat er zou kunnen zijn. De klemtoon ligt niet op de problemen maar op de oplossing: we zullen Jahwe’s paden bewandelen, Jahwe zal recht doen tussen de vele volken,  zwaarden worden ploegscharen, speerpunten sikkels. Het visioen spoort ons aan niet in de duisternis te blijven maar te wandelen in het licht van Jahwe.

In dezelfde zin schrijft Paulus in zijn brief aan de Romeinen: “De nacht loopt ten einde, de dag breekt aan”

Romeinen 13, 11-14

Lied  307: “Nu daagt het in het Oosten”

Deze twee teksten zijn voor mij een echt lichtpunt in een wereld waar het zwaartepunt veel meer op problemen, de duisternis,  ligt dan op mogelijke oplossingen, het licht. Onze media brengen veel meer het slechte nieuws dan het goede. Zo krijgen we het gevoel een speelbal te zijn in een onveilige wereld waarin we krampachtig proberen alles wat we hebben angstvallig te beschermen. Wat we doen is vaak meer door angst geïnspireerd, door negatieve toekomstbeelden, dan door hoop. En iedereen weet welke slechte raadgever angst is.

Het is niet “in” om op zoek te gaan naar tekenen van hoop. Door velen wordt dit gezien als de problemen uit de weg gaan. Maar tekenen van hoop, voorbeelden van mogelijke oplossingen, kunnen ons sterken in ons vertrouwen dat vooruitgang mogelijk is. Dit creëert een positieve dynamiek en helpt ons uit de neerwaartse spiraal van het probleem denken. Meer en meer rijdt men zich trouwens vast in de probleem analyse omwille van de steeds groeiende complexiteit van onze maatschappij. De lijdensweg van onze regeringsvorming is een trieste illustratie hiervan. De oplossing ligt daarom vaak in een totaal andere benadering, geïnspireerd door liefdevolle bekommernis voor elkaar, vertrouwen en hoop, om vanuit deze inspiratie samen te zoeken naar wat men wil bereiken en welke stappen men moet zetten om daar te geraken.

I have a dream” zegde M.L. King, geïnspireerd door een sterke verbodenheid met de zwarte gemeenschap in Amerika, en hij schetste hun een beeld van hoe ze samen konden stappen zetten in de richting van een beter leven, vol vertrouwen in hun kracht om dit te realiseren. Zijn vertrouwen in hen was zo sterk dat ze het opnieuw zagen zitten en bereid waren energie te steken in het zelf in handen nemen van hun lot. M.L. King benaderde hen niet als slachtoffers maar sprak hen aan in hun kracht. Hij had het niet over problemen maar over oplossingen. Hij opende perspectieven en daarom werd hij vermoord. Zijn benadering was té gevaarlijk, genereerde te veel kracht bij mensen die men zwak wou houden. Als men mensen aanspreekt op hun kracht en men biedt hen de nodige ondersteuning, krijgen ze weer perspectieven en vinden ze weer de energie om opnieuw op weg te gaan en stappen te zetten in de richting van een meer kwaliteitsvol leven.

In mijn werk als consulente word ik uitgenodigd in organisaties waar zich problemen stellen betreffende manieren van werken, menselijke relaties, of samenwerking. Hierbij heb ik geleerd hoe belangrijk de uitgangsvraag is en vanuit welke attitude ze is gesteld: vestigt de vraag de aandacht op het probleem of richt ze de aandacht naar de oplossing ervan?  De vraag: “Wat doen we aan het gebrek aan samenwerking?” wordt dan: “Wat verstaan wij onder goede samenwerking en hoe zien wij dit te realiseren?”  We starten dan steeds met het zoeken naar tekenen van hoop, naar voorbeelden van goede samenwerking -en die zijn altijd voorhanden- en we kijken wat daar toen vooral toe bijdroeg. Reeds in deze fase stel ik altijd vast hoe de verbondenheid en wederzijdse appreciatie in een groep groeit. Het samen spreken over successen uit het verleden eerder dan over problemen stimuleert hun verbeelding over hoe het zou kunnen zijn in de toekomst als ze dit positieve gedrag verder versterken. De beelden die ze zich daarover samen vormen werken heel inspirerend en zijn reeds een belangrijke stap. Samen zoeken ze dan hoe ze hun droom betreffende goede samenwerking kunnen realiseren. Met deze werkwijze vinden mensen fantastische oplossingen zonder dat er met een woord gerept is over de problemen. Ik ben telkens opnieuw verrast hoe op die manier een dynamiek omstaat om samen te werken aan de realisatie van een gewenste toekomst. Positieve vragen brengen meteen een veranderingsproces op gang, zetten meteen mensen in beweging. Door hen te bevestigen in hun kracht vinden ze de moed om op weg te gaan. Positieve vragen zijn geïnspireerd door appreciatie, aanvaarding van mensen, geloof in hun potentieel tot verdere evolutie, maar in de eerste plaats door een gevoel van verbodenheid.

Pas vanuit een sterke verbondenheid die ons  naar de andere doet kijken met de ogen van ons hart kunnen we ons aandachtig en liefdevol openstellen en de andere echt ontmoeten en aanspreken. Vanuit die ingesteldheid gaan we niet veroordelen en beoordelen maar hebben vooral oog voor de kracht in de andere en voor het enorme potentieel dat iedereen in zich draagt. Enkel vanuit die ingesteldheid kunnen we de inspiratie vinden om de juiste woorden te zeggen, de juiste dingen te doen. En vaak zijn het heel kleine dingen die wonderen kunnen doen en mensen terug op weg zetten. In zijn autobiografie: “L’absurde et la grace”, schrijft de Franse theoloog en filosoof Jean-Yves Leloup hoe hij als jonge zwerver in Parijs in totale wanhoop verwaarloosd en verkleumd s’morgens vroeg in een café belandde. Een oudere dame die een paar tafeltjes verder zat bracht hem vriendelijk een kop koffie. Dit kleine gebaar deed zijn tot dan toe sterk negatief wereldbeeld wankelen. Het had een enorme betekenis voor hem en maakte het hem mogelijk om terug de stap naar het leven te zetten.

Enkel via onze liefdevolle aandacht, ons kijken naar de andere met de ogen van ons hart, kunnen we het unieke in elke mens zien, en van daaruit bijdragen tot zijn welzijn, ook indien dit sterk van onze eigen ideaalbeelden of principes verschilt. Liefde dient hiertoe de inspiratie- en voedingsbron te zijn. Liefde voedt ons geloof en onze hoop in onszelf en in anderen. Indien deze liefdevolle openheid er niet is, lopen we de kans dat we denken  beter te weten dan de betrokkenen zelf wat goed voor hem is of in liefdadigheid uit plichtsbesef te belanden.

Deze liefdevolle betrokkenheid is basisvoorwaarde voor elke menselijke evolutie en  is volgens mij de essentie van het Christen zijn: zoveel van de mensen houden dat men vooral aandacht heeft voor de kracht in ieder mens om het Rijk Gods te realiseren op zijn manier, elke dag opnieuw. Dan wordt het een plezier en een bron van rijkdom om anderen vooruit te helpen en helemaal geen last. Dit is trouwens wat Jezus ons heeft voorgeleefd.

Wij zijn allen mensen onderweg. Soms duurt de nacht wat te lang, soms zijn we elk gevoel voor richting kwijt en toch zijn we op weg in de richting van Gods droom met ons. Deze droom is geïnspireerd door een eindeloze Goddelijke liefde, die ons aanspreekt op onze kracht en die licht maakt wat duister was.

Laten we het licht van deze eerste adventskaars zien als een symbool van de Goddelijke inspiratie en eindeloze liefde die ons, als we er tenminste willen voor open staan, voortdurend nieuwe perspectieven biedt op onze levensweg en die ons kan inspireren bij het bieden van perspectieven aan onze broeders en zusters die samen met ons onderweg zijn.

Grote dankgebed: lied “Scheur de wolken”

Na de communie: lied

Slotgebed:  (Sytze de Vries)

Gij vervult ons met de hoop
op de komst van uw Rijk,
dat de verlossing nadert
van wie nu nog wonen
in de schaduwen van de dood.

Blaas die vonk aan
en de gloed zal ons warmen
en aanstekelijk maken.

Laat deze hoop vrucht zetten
in goedheid onder de mensen,
in verzoening tussen volken
en vrede op aarde die duren zal
als de dag waarop geen nacht meer volgt.

------