------
 
Welkom
------
Liturgie
------
Vorming
------
Historiek
------
Archief
------
Kalender
------




9 december 2007: 2° zondag van de Advent

Welk perspectief?

Marcel Braekers

Openingszang 211: “Kom tot ons de wereld wacht”

Inleiding

De paarse kleuren, de gezangen vol weemoed en verlangen zoals het Rorate coeli of Nun kommt der Heiden Heiland, de krans met vier kaarsen: dat alles roept die heel eigen sfeer op die rond de Adventsperiode hangt. Een tijd dat we het aankomen of toekomen (= ad-venire) van God in deze wereld begroeten. Vanuit God gezien gaat het om meer dan even langs komen en weer verdwijnen. God wil via een mens, Jezus van Nazareth, blijvend onder ons wonen. Dat is wat men in het christendom beschrijft met het woord ‘incarnatie’. Vandaar dat onze reactie niet zomaar een vluchtig groeten is zoals je op straat doet naar een bekende, maar ‘begroeten’ of verwelkomen van Hem die je een blijvende plaats in je leven wil geven. Advenire of Advent is een wonderlijk en geheimvol gebeuren tussen God en elke concrete mens, tussen God en deze gemeenschap, tussen God en deze wereld met alle vragen en bedenkingen die dat oproept.

Om deze Advent tot een intense tijd te maken kiezen we elk jaar een thema, noem het een blik of invalshoek van waaruit we dit gebeuren willen meemaken. Het thema van dit jaar is: ‘vanuit welk perspectief’? Het woord ‘perspectief’ heeft twee betekenissen. Het verwijst naar de toekomst, naar een droom, die ons hoop geeft. Daarover ging de viering van vorige zondag. ‘Er zal een tijd komen dat alle volkeren zullen opgaan naar Jeruzalem, de stad van dromen. Het woord ‘perspectief’ betekent ook ‘de invalshoek van waaruit je kijkt’. Veronderstel dat ik in het oorlogsgebied van Oost-Congo leef of doelloos als jongere wonend op de Westbank op straat rondhang hoe anders bekijk ik heel het leven dan wanneer ik hier op een comfortabele manier wordt omgeven. Of veronderstel dat ik uit een achtergesteld gezin kom en naar school ga, hoe anders beleef ik mijn situatie en het perspectief dat mij geboden wordt. Dat is het thema van Welzijnszorg en daarover gaat de viering van volgende zondag.

Vandaag stel ik de vraag naar het perspectief vanuit een breder gebeuren in onze samenleving en onze kerk. Het perspectief van waaruit wij vandaag kijken en de komst van Christus verwachten is immers totaal veranderd tegenover 50 à 100 jaar geleden. Dat stelt ons voor een nieuwe opdracht en een andere manier van uitzien.

Lied  218: “Uit uw verborgenheid hebt Gij ons aangesproken”

Gebed

Keer op keer was het uw Naam
Die geschreven werd
In de geschiedenis der mensen:
Als een baken dat uitweg wees,
Als een geleide door donkere schaduwen,
Als een stem die wegriep uit bezetenheid.

Laat ook nu uw Naam van kracht zijn.
Wil ons noemen
Met het tegoed van uw liefde,
Met de roep uit de verstarring
En zeg ons aan
Onvermoede, ongekende genade
In Hem, onze Heer                                          (S. de Vries)

Inleiding op de lezing

De beroemde protestantse theoloog Karl Barth ontdekte tijdens de Eerste Wereldoorlog dat er iets fundamenteel fout zat met zijn geloof. Hij had vol enthousiasme colleges gevolgd in Berlijn en kwam in 1914 plots tot de ontdekking dat al zijn vereerde professoren een manifest hadden meeondertekend waardoor ze de oorlogspolitiek van de Duitse keizer goedkeurden. Voor Barth was het alsof hij het in Keulen hoorde donderen. Hoe konden kerk en theologen zo moeiteloos de kant van het geweld kiezen? Was dat nu het ‘rijk van God’ waar die theologen zoveel over spraken? Voor Bart begon vanaf dan een creatieve crisis van uitzuivering van zijn Godsvoorstelling en van een nieuwe theologie. Zoveel jaren later schreef de Engelse theologe Karen Armstrong een aangrijpend boek over haar intrede en latere uittrede uit het klooster. In die periode van kloosterleven moest ze met veel pijn ontdekken dat haar Godsbeeld nauwelijks veranderd was ten opzichte van haar kindertijd. Slechts doorheen veel angst en onzekerheid durfde ze afscheid nemen van een voorbij, achterhaald christendom en ging ze op zoek naar een andere God en een ander geloof.  Eenzelfde crisis maakte de onlangs overleden Franse dominicaan Jacques Pohier door. In zijn boek Dieu fractures beschrijft hij op een beklijvende manier hoe hij niet alleen een persoonlijke geloofscrisis doormaakte, maar via die crisis het einde meende vast te stellen van zijn orde, van de kerk en van het christendom als instituut. God bestond alleen nog in fragmenten.

Was er iets gemeenschappelijk in hetgeen die mensen doormaakten? Mijn Nederlandse confrater Ad Willems beschrijft hun en zijn crisis in een klein boekje religie na het einde van de grote verhalen. Wat hem bij al die mensen opviel, was het perspectief dat plots wijzigde. Ze keken anders naar hun situatie zodat ook hun toekomstperspectief vernaderde. Misschien zitten wij allemaal elk op zijn of haar manier in diezelfde evolutie en wordt daardoor onze Advent, ons verwachten gekleurd. Laten we eerst luisteren naar de droom of het perspectief dat Jesaja had over een nieuwe tijd voor zijn volk en voor heel de mensheid en hoe daarin één verlossende figuur een belangrijke rol zou spelen.

Jesaja 11, 1 – 10

Lied  212: “Weer staat een twijg van Jess in bloei”

Homilie

Daarnet sprak ik over de crisis die enkele vooraanstaande christenen doormaakten waardoor ze hun Godsbeeld in vraag gingen stellen. Niet alleen die voorstelling, maar ook het systeem of de christelijke leer, waarvan die voorstelling een uitvloeisel vormde, kwam op de helling te staan. Merkwaardig is dat hetzelfde gebeurde met mensen van een totaal andere levensvisie. Ik denk aan de Franse filosoof en marxist Roger Garaudy of de Belgische econoom en marxist Ernest Mandel. Een aantal vooraanstaande marxisten verlieten de communistische partij, ontgoocheld om de verstarring die het systeem had doorgemaakt. Men is deze crisis gaan beschrijven als ‘het einde van de grote verhalen’ (Lyotard). Communisme, liberalisme, kapitalisme, christendom bleken plots achterhaald. Niet meer in staat om grote groepen te mobiliseren. Verdacht vanwege het geweld dat ze met zich hadden meegesleept. Men verwijst daarbij naar Auschwitz, de Goelagarchipel, de culturele revolutie in China, misschien kan men er Guantanamo en vele foltergevangenissen in Zuid-Amerika aan toevoegen. Grote verhalen werden tot systemen en de vertegenwoordigers van die systemen werden onderdrukkers.

Nu vinden we het niet moeilijk om dit over het communisme te zeggen, maar als het over je eigen geloof gaat is dit choquerend. En toch moeten we deze oefening aandurven, net zoals de Joden moesten ondergaan toen Jezus hen verweet dat ze al te gemakkelijk zich kinderen van Abraham waanden. Het gevoel waarmee de vernoemde vooraanstaande denkers en schrijvers zaten was: dat niet het verhaal van Jezus, niet de Bijbelse boodschap in haar eerste frisheid, maar het christendom was verstold en verstard. De oorspronkelijke inspiratie was in de loop der eeuwen geleidelijk vertaald in instellingen (want je moet toch praktisch zijn) maar op dat ogenblik groeide ook het verval, het verraad aan de diepere intentie. De Boodschap van bevrijding en van een nieuwe dageraad raakte in de greep van het Grieks en Romeins denken. Inzet werd vertaald in christelijke scholen en ziekenhuizen. De Kerk als Godsvolk groeide naar een hiërarchisch gestructureerde instelling met macht en recht van uitsluiting, enz. Ook de voorstelling van God werd geïnfecteerd door deze evolutie. Zo gaat het altijd in de geschiedenis. De doodsdrift maakt zich meester van het leven, het systeem (das Gestell) grijpt de macht, het leven wordt van binnenuit aangevreten door de dood.

Wie dat plots begint te doorzien, raakt in crisis en staat voor een levensgrote opdracht. Dat was zo voor Barth, voor Armstrong en Pohier. Dat was eigenlijk ook de crisis die mensen als Meister Eckhart doormaakte. Plots veranderde het perspectief van waaruit ze naar zichzelf en naar de wereld keken. Op dat ogenblik heb je maar twee uitwegen: ofwel word je atheïst ofwel tracht je opnieuw voeling te krijgen met die eerste inspiratie en ontstaat een creatief proces van denken en groeien nieuwe initiatieven. Ik heb de indruk dat wij vandaag voor diezelfde keuze worden geplaatst. Velen wijzen het geloof van hun voorouders af, anderen moeten een nieuwe keuze gaan maken.

Ik wil daarbij echter niet naïef zijn en stel me in alle eerlijkheid de vraag of je zomaar over 2000 jaar christendom heen in relatie met die eerste aanzet kunt komen? Ik denk dat hoe sterk we ook ons best doen of hoezeer we de breuk met wat voorbij is ook toelaten, we altijd blijven kijken vanuit een vernauwend perspectief. Hoe oprecht dit zoeken ook is, toch wordt alle geloof reeds in zijn ontstaan getekend door verval. Zich bewust zijn van zijn vertrekpunt werkt daarbij bevrijdend. Je kunt daarom alleen maar eerlijk zoeken, zoveel mogelijk ballast afwerpen, maar de zuiverheid waarmee Jezus zijn en onze God heeft begroet zal ons altijd ontzegd blijven. Elk streven naar authenticiteit is niet meer dan een poging waarbij we naderend toch weer afglijden naar het alledaagse. Dat neemt niet weg dat we altijd opnieuw Advent moeten vieren en daarbij oog leren krijgen voor het dubbele perspectief: het eigen uitgangspunt en daarbij het hoofd oprichten en ons ontdoen van alles wat afleidt en verstrooit om zo gezuiverd de geboorte van het Kind te begroeten.

Met dit als achtergrond nodig ik u uit om te luisteren naar de evangelielezing van deze zondag.

Matteüs 3, 1 - 12

Gezongen Groot dankgebed naar Jongerius

Na de communie: het lied “Breek de wolken en kom”

------