14 september 2008
Feest van de kruisverheffing
Marcel Braekers
Openingszang 410: Christus
de gestalte van God
Inleiding
Misschien komt dit lied als openingszang
wat vreemd over, want we beginnen graag in een opgewekte stemming.
Ik koos de zang omwille van de tekst: Hij is gehoorzaam geworden
tot de dood, tot de dood op het kruis. Precies over dit kruis
gaat de viering van vandaag. Want vandaag, 14 september, viert de
kerk het feest van de kruisverheffing. In de orthodoxe kerk één
van de grootste feesten van het jaar. Vanwaar dit feest? Het begon
allemaal met de vrome idee van christenen dat ze op zoek gingen
naar resten van het kruis waaraan Jezus had gehangen. Wie zoekt
die vindt. Zo was het ook met de zoektocht naar het echte kruis.
Gelovigen beweerden resten gevonden te hebben en die werden op een
plechtige manier overgebracht naar Rome.
Ik vermoed dat dit gebeuren en
dus ook het herdenkingsfeest weinig emoties wakker roept. In mijn
eerste kloosterjaren had dit feest wel grote gevolgen, want voor
de oude kloosterordes begon vanaf vandaag de grote vasten, die duurde
tot Pasen. Terwijl de zwakke leken verder naar het vlees mochten
leven, werd ons een verhevener doel voorgehouden. Drie keer per
week s middags afschuwelijk slecht bereide vis, s morgens
brood met siroop, s avonds botermelk en kaas met brood zorgden
ervoor dat ons besef van dit leven als een tranendal groot was en
we reikhalzend uitkeken naar de eeuwigheid.
Los van deze anekdotes bieden
de teksten van deze dag ons een boeiende reflectie over de betekenis
van het kruis en van Jezus. Zoals tijdens de tocht door de woestijn
een koperen slang op een paal werd gezet om wie getroffen was te
redden, zo werd Jezus aan het kruis geslagen en opgericht, opdat
allen die naar Hem opzagen zouden genezen van hun wonden. Op het
eerste zicht een wat vreemde redenering, maar Johannes verwoordt
daarmee een mooie stukje theologie waar we in deze woorddienst bij
blijven stilstaan.
Lied 416: Wat ik gewild
heb, wat ik gedaan heb
Openingsgebed
Eeuwige God,
Vandaag herdenken we uw Zoon, Jezus van Nazareth,
Hoe Hij voor ons de meest nabije mens wilde zijn,
Hoe Hij ons zocht en zoekt en ons opdelft uit de nacht van onze
wanhoop.
Vandaag herdenken wij hoe Hij met zijn volksgenoten meeging
en met ons meegaat, de tijden door als een stuk van ons bestaan.
Mochten wij delen in zijn leven, zijn lijden en dood
En zo met Hem opstaan tot een nieuw leven.
Wij vragen het U, God,
Die met ons meegaat vandaag en tot in eeuwigheid.
Inleiding op de lezingen
De eerste lezing is een merkwaardige
passage uit het OT. Er wordt verteld hoe de gemeenschap geplaagd
wordt door giftige slangen, wat men evident begreep als een straf
van God. Mozes zet daarom een koperen slang op een paal, zodat iedereen
die haar ziet gered wordt. Achter het verhaal zit echter een heel
andere geschiedenis. De slang was voor de naburige volkeren een
goddelijk dier. Net als de scarabee dacht men dat het vervellen
een teken van wedergeboorte was. Het gif van de slang kan dodelijk
zijn, maar had ook een medicinale betekenis (vandaar het symbool
voor dierenartsen). De slang was dreigend, maar ook beschermster
van huis en erf, dat ze vrij hield van knaagdieren. Deze koperen
slang was daarom een religieus symbool in Mesopotamische godsdiensten.
Ook in Israël werd ze lang vereerd. Het is pas koning Hiskia
die haar afbeelding uit de tempel liet verwijderen (2 koningen 18,4).
In de Bijbel wordt het voorgesteld alsof de slang in dienst staat
van God, maar waarschijnlijker is het dat je hier nog resten voelt
van het vroegere veelgodendom. Het geloof in de Ene, transcendente
God groeide met andere woorden slechts geleidelijk. In deze passage
uit het boek Numeri voel je hoe de latere bijbelse schrijvers tewerk
gingen.
Numeri 21, 4 9
Lied 633: "Gezegend de
God van Israël"
Johannes 3, 1 8; 14
17
Homilie
Welk antwoord heeft het christendom
op het lijden? Bestaat er zelfs zoiets als een antwoord? Zo vaak
hoor ik gelovigen erover klagen dat als de priester op ziekenbezoek
komt, als hij een homilie geeft bij een overlijden hij het verdriet
en de uitzichtloosheid meestal niet ernstig neemt. Men brengt nauwelijks
de machteloosheid ter sprake, maar des te meer de hoop en de overwinning
op het negatieve. Hoe zou dit komen? Is men misschien bang voor
een lijdende mens en weet men geen raad met zijn eigen machteloosheid?
Of is men bang dat de boodschap van hoop vergeten zou worden en
komt men er veel te vroeg mee aangedragen? Ik weet het niet en de
kritiek op priesters mag voor mijn part uitgebreid worden naar de
meesten van ons. Westerlingen zijn doe-mensen. Het leven moet om
geslaagd te zijn altijd zonnig en succesvol zijn. Geneeskunde, psychotherapie,
allerlei gedragsmodellen wekken de indruk van maakbaarheid. Nog
maar enkele dagen geleden las ik dat je scheiden kunt leren - stel
je voor. Om trauma's te verwerken staan allerlei gespecialiseerde
hulpverleners gereed, waarvan de zelfzekerheid en de efficiëntie
zo afstralen, enz. Ook onze godsdienst is door dezelfde virus aangetast
en spreekt liever over belofte, toekomst en wederopstanding dan
over delen in onmacht, troostend nabij blijven, als tochtgenoot
het lijden en de onmacht op je nemen en helpen dragen. Het christendom
dat uitgerekend het kruis als centraal symbool heeft gekozen.
De evangeliën daarentegen
ademen een heel andere sfeer. Johannes bij voorbeeld schreef met
een uitzonderlijke creativiteit zijn evangelie voor lijdende en
zoekende mensen. De passage, die we vandaag lezen, is daarvan een
sprekend voorbeeld.
In het gesprek met Nikodemus staan twee gedachten centraal. De eerst,
dat een mens twee keer geboren wordt: één keer uit
een moeder en vader, en een tweede keer uit water en geest. Daarom
zijn kinderen nooit je eigendom en dienen ze niet om de eigen verdrongen
wensen te realiseren, maar horen ze toe aan de ongrijpbare geest
van vrijheid en leven.
En de tweede gedachte die Johannes
daarmee verbindt is de betekenis van Jezus als de Christus. Hij
is zoals de koperen slang: begiftigd met de wijsheid van de Vader,
Hij is de behoeder van het leven in al zijn kwetsbaarheid, en Hij
is teken van hoop en toekomst. Johannes haalt de bijna vergeten
tekst over de koperen slang nabij om de betekenis van Jezus als
genezende Kracht te verhelderen. (Johannes gebruikt vaak beelden
om Jezus te beschrijven: Hij is de goede herder, Hij is het Paaslam,
Hij is de wijstok, Hij is de koperen slang, Hij is het Woord)
Toen mensen zagen hoe Jezus omging
met hun vragen, hoe Hij hun nabij bleef in hun verdriet, hoe Hij
zich identificeerde met iedereen die lijdt, herkenden ze in Hem
wat Jesaja had geschreven over de lijdende Dienaar. Terwijl de meesten
hadden gehoopt op een succesverhaal, een sterke leider, een verzetsheld,
zag men een stille, naar aardse normen gebroken man, die door zichzelf
te ontledigen enkel het lijden wilde helpen dragen en die getuigde
van een God die door en door doordrongen was van mededogen. Voor
zieken, voor wanhopigen en voor onderdrukten was het een teken van
vreugde.
Christus op het kruis werd daarom voortaan hét symbool van
het christendom. Niet vanwege een misplaatste lijdensmystiek, maar
om de aandacht voor het machteloze en onverdiende lijden centraal
te stellen daarbij hopend dat God uiteindelijk een antwoord geeft
op het raadsel van dit leven. Al heeft het christendom zich in de
loop van de geschiedenis ook anders gedragen, toch blijft het waar
dat slechts diegene, die het lijden en de lijdende Christus begrijpt,
het leven en de belofte van bevrijding in hun diepte vat. Misschien
is dat de belangrijkste boodschap die het christendom aan het mensdom
te bieden heeft.
Groot dankgebed: Gebeden en
psalmen p. 144
Na de communie nr 26: Hij
die de blinden weer liet zien
|