30 november 2008 : 1e Adventszondag
Weest waakzaam
Arnout Malfliet
Lied: O-antifoon.
Inleiding:
Aan iedereen een
welgemeend zalig en een gelukkig nieuwjaar. Vandaag is het
in de Katholica, NIEUWJAAR. Over de hele aardbol begint voor
vele gelijkgestemde gelovigen het nieuwe kerkelijk jaar. En dank
zij deze Katholica voelen wij ons ook verbonden met elkaar: broeders
en zusters die samen onderweg zijn. En waar we naar toe gaan
is voor velen niet zo duidelijk. Maar dàt we onderweg zijn
is niet te miskennen.
Wat ons bindt? Een geloof. Wij
noemen ons gelovigen.
GELOVEN betekende in den beginne: loven, prijzen, lief hebben,
koesteren. Het is slechts in de 16e-17e eeuw, na de renaissance,
dat het woord geloof zich verengd heeft en een meer
intellectuele invulling. Een soort rationele instemming van
een aantal gelovige voorstellingen. CREDO, Ik geloof
wil niet zeggen dat we hier zijn om een aantal artikels van
het geloof te aanvaarden. Het wil zeggen: ik geloof,
PRAXIS; Een proces van
toewending en toewijding, ik engageer mij. Wel, broeders en
zusters, geloven heeft te maken met PRAXIS, met zich gedragen,
met DOEN. In plaats van te beslissen of je al dan niet in God
gelooft, doe je eerst iets. Je gedraagt je op een bijzondere wijze,
je wordt gedoopt, je gaat naar de kerk en pas daarna probeer
je te verstaan wat dit allemaal wil zeggen. Zalig zij die gedoopt
zijn en hier aanwezig zijn. En ook zalig zij die niet gedoopt
zijn en hier toch aanwezig zijn.
Religieuze doctrines en dogmas
zijn oproepen tot acties. Je begrijpt ze alleen maar wanneer
je er in zit, wanneer je ze uitvoert. Natuurlijk kan je de
kanttekening maken in hoeverre je dan nog in de wereld staat. Je krijgt
inderdaad gedrochten zoals Christus koning van het heelal. Ik had me
bij het heelal trouwens nooit het diepste putteke van mijn ziel voorgesteld.
Hoe ver staat dit beeld van een hedendaags begrijpen van geloof;
vooral wanneer CREDO: engagement betekent.
Doorheen heel veel religies merk
je dan een oproep tot, wat de boeddha zo mooi zegt: COMPASSIE:
voelen hoe de ander zich voelt. Het is niet alleen de test
van elke ware religie; het is ook datgene wat ons in het nu brengt;
in wat Joden Moslims en Christenen God noemen. Het is Compassie
zegt Boeddha die je tot het Nirwana brengt.
Waarom? Omdat in de compassie, wanneer we ons ego ONT-TRONEN van
het centrum van onze wereld, wanneer we de ander voelen, dan kunnen
we die ander op deze troon plaatsen. Eenmaal dat we verlost zijn
van ons ego, dan zijn we klaar om het heilige, het goddelijke, om God
te zien.
Ik nodig u, broeders en zusters
in geloof, dan ook uit om bij het begin van dit nieuwe kerkelijke
jaar uw geloof opnieuw te belijden, niet zozeer in dogmatische
doctrines waarvan de meesten van ons niet begrijpen waarover
we spreken, maar in engagement, in waar geloof. En doen we
dat vandaag, bij het begin van de advent, het begin van het nieuwe
Kerkelijke jaar, door elkaar een zegening toe te zingen.
Een Zalig en Gelukkig Nieuwjaar!
Zegening bij het begin van
het nieuwe kerkelijke jaar:
"Met vrede gegroet en gezegend met licht"
Gebed: Misintentie
Tot aangevochten en beproefde mensen
komt uw woord,
tot hen die twijfelen en geloven
en angstig zijn.
In onze onmacht spreken wij U uit
in ons niet-meer-weten
spreken wij U verder
met lege handen geven wij U weg -
zo worden wij
gekruisigd en door U verlaten
uw kracht,
uw wijsheid,
uw geliefde dochter en zoon.
(Huub
Oosterhuis)
O Marcus, O Mores,
Marcus, Tullius Cicero deed in de eerste eeuw voor Christus zijn
befaamde uitspraak: O Tempora, o Mores. O Tijden, o zeden.
In dit nieuwe kerkelijk jaar waar er veel meer uit het Marcus-evangelie
dan uit de andere evangelies zal worden gelezen, zouden we
de uitspraak van Cicero kunnen veranderen in: O Marcus,
o mores: O Marcus, o zeden. Want het is Marcus die voor het eerst
het nieuwe genre evangelie componeerde. Hij is de oudste van vier
evangelisten die ons althans overgeleverd werden door onze Katholica.
Dat deze katholieke moeder het kaf van het koren heeft gescheiden
en daardoor weinig meel heeft overgehouden is een zaak voor
een andere discussie. Maar toch wil ik terzijde opmerken dat
er veel meer dan 4 evangelies gecirculeerd hebben in de eerste
eeuwen na Christus en dat er een heel groot deel verdwenen
is of ons slechts bereikte buiten de Katholika om. Wij baseren
ons hier op 4 evangelies die sterk werden gekneed door Marcus.
O Marcus, O Mores.
Marcus stond prototype voor de
overige drie evangelies. Dat Marcus niet alleen qua vorm maar
ook qua inhoud zeer determinerend geweest is, is een zaak waar
we pas de laatste decennia ons bewust van zijn geworden. Marcus
schreef zijn evangelie in Rome, in het jaar 71, een jaar na
de val van Jeruzalem. Hij schreef voor, wat wij nu, antisemitische Romeinen
zouden noemen.
De Romeinen hebben het jaar voordien oorlogsbelasting
moeten betalen om het leger te kunnen uitrusten dat naar Palestina
was vertrokken om daar de opstandige Joden een toontje lager
te doen zingen. Komen aandraven met een Messiaanse Jood was
hetzelfde als staan roepen in een woestijn. Maar voor deze onmogelijke
opdracht stond Marcus. Kunnen we hem dan verwijten dat hij
zijn Romeinse toehoorders een beetje naar de mond praatte. Want net
zoals deze typische Marcussaus die over het evangelie druipt, Zo hangt
er aan de andere evangelisten ook altijd wel een historische geur.
Matheus spreekt altijd ten voordele van zijn kleine Christen-gemeente temidden
van een grote joods samenleving. Lucas heeft het voor de Grieken
en Johannes, Tja Johannes is mystiek, iets voor de voorganger van
vorige week. En Marcus is dus pro Romeins. Over Marcus zal er trouwens
tijdens dit liturgisch jaar een avond worden georganiseerd. Maar
wanneer we de historische horizon proberen weg te denken, dan komen
tot een meer authentiek begrijpen van de woorden van 2000 jaar geleden.
Het evangelie vandaag wordt vaak
in het daglicht van de geschiedenis gelezen. Een heel 13e hoofdstuk
lang orakelt Jezus over de verwoesting van Jeruzalem die dan
blijkbaar 40 jaar later zou plaats vinden. Niet moeilijk wanneer
je 1 jaar na de feiten je evangelie schrijft. Je kan dus de
oorlogscontext bijna niet wegdenken. En toch zit er een diepere
bodem in de lezing van vandaag dan alleen maar de zorg dat je familie
niet wordt uitgemoord door een vreemd leger. Maar laat ons eerst
luisteren naar wat Marcus ons te zeggen heeft.
Lezing: Mc. 13, 33- 37
Lied: 218 Uit Uw verborgenheid
Weest waakzaam.
Wanneer iemand tegen je zegt: Weest waakzaam, dan spits
je je zintuigen. Je gaat proberen scherper te zien. Je probeert
beter te voelen, je luistert naar elk geluid. Elke verandering
van geur wordt waargenomen. Je proeft als het ware je omgeving.
Weest waakzaam scherpt onze zintuigen aan.
Wanneer ik in de klas zeg: Weest
waakzaam dan vragen leerlingen me telkens, waarvoor moeten
we waakzaam zijn? Meestal glimlach ik dan even en stuur ze
met een kluitje in het riet. Want
zo worden ook wij vandaag
met een kluitje in het riet gestuurd. En wanneer we dan met
dat bewuste kluitje het riet worden ingestuurd, zonder voorgeprogrammeerd
te zijn waarover we moeten waken, dan wandelen we een klein
beetje onbevooroordeeld de wereld in omdat we niet weten hoe
of wat we moeten doen. Er is een woord: Weest waakzaam
En oproep, een bevel, een verwachting,
het doet er niet
toe. Wij worden opgeroepen om met waakzaamheid de wereld in
te trekken. We worden aangesproken in ons doen. Het roept onze
verantwoordelijkheid op. Er zit verwachting in. De verwachting
van, : Je zal wel zien. of de verwachting van Het
is er nog niet, maar je gaat het tegenkomen. Het houdt
ons bezig en wel met verscherpte aandacht. Ik denk dat
het een heel sterk woord van Jezus moet geweest zijn:
Weest waakzaam. Je
vindt het heel vaak terug in de Jezus-woorden. Nog maar enkele
weken geleden sprak Marcel nog over de maagden die waakzaam
waren wanneer de bruidegom kwam en zij die niet waakzaam genoeg
waren. Maar ook in andere vormen vinden we deze waakzaamheid
terug. De priester en Leviet die hun voelen afsloten terwijl
een vreemde Samaritaan juist zo open en voorzichtig mogelijk
, heel waakzaam, met de beroofde man omging. Of Johannes die
ons volgende week de merkwaardige woorden Ik doop met
water, Hij zal dopen met Heilige Geest toespreekt.
Dit waakzaam zijn
houdt in dat je probeert onbevooroordeeld de wereld in te stappen
en dus niet voortdurend de splinter uit iemand anders oog te
halen. Het betekent dat je de dingen op je af laat komen, zoals
Jezus vele mannen, vrouwen, Farizeeën, hogepriesters, rechtvaardigen
en zondaars op zich af liet komen. Het betekent dat je wordt
opgeroepen om je verantwoordelijkheid op te nemen, zoals de Samaritaan
dat deed. Sta in de wereld als een ware gelovige met geloof in
de ware betekenis van het woord: veroordeel niet, heb lief, de schepping
die jou gegeven is.
Offerande: Erik Malliet
Eucharistisch gebed: 140
Onze Vader
Muziek tijdens de communie: Charpentier; La nuit
Lied: 504 Licht dat ons aanstoot in de morgen
Slotbezinning:
Het keerpunt
is nooit
een plaatsnaam
een datum
een vrouw
het is een ovale lijn
die ongemerkt
langzaam
maar onomkeerbaar
op een dag
alles anders laat lijken (Stef Bos)
|