------
Welkom
------
Liturgie
------
Vorming
------
Historiek
------
Archief
------
Kalender
------




25 oktober 2009

Genezing van de blinde

Maurits Eyken

De lezing van deze zondag is uit Lucas, de genezing van een blinde. Het verstarde godsdienstig systeem geeft de blinde geen kans. En toch blijft hij geloven dat Jezus dat zal doorbreken. En dan begrijpen we het antwoord van Jezus: “Ga heen, uw geloof heeft u gered”. Het verhaal sluit af met: en meteen kon hij weer zien en hij volgde hem op zijn weg. De man keert niet terug naar een voorgeschreven systeem, waarin hij blind is, maar volgt in het onbekende.
De liederen en gebeden van deze viering zijn een bezinning op dit thema

Lied 512 “De Heer heeft mij gezien” (1e en 2e strofe)

Tussengebed

Gij hebt ons gezien.
Gij hebt ons aangeraakt,
onze ogen geopend
als een rijzend licht in de morgen.
Een zachte uitnodiging
om oude zekerheden achter te laten
en opnieuw geboren te worden.
Houdt het zoeken in ons wakker
naar inzicht en naar bevrijding.
Toon ons wegen van genezing.

Lied 512: “De heer heeft mij gezien” (3e strofe)

Evangelie Mc 10, 46-52

Ze kwamen in Jericho. Toen hij met zijn leerlingen en gevolgd door een grote menigte weer uit Jericho vertrok, zat daar een blinde bedelaar langs de weg, een zekere Bartimeüs, de zoon van Timeüs.

Toen hij hoorde dat Jezus uit Nazaret voorbijkwam, begon hij te schreeuwen: “Zoon van David, heb medelijden met mij!” Jezus bleef staan en zei: “Roep hem”. Ze riepen de blinde en zeiden tegen hem: “Houd moed, hij roept u.” Hij gooide zijn mantel af, sprong op en ging naar Jezus. Jezus vroeg hem:” Wat wilt u dat ik voor u doe?” De blinde antwoordde: Rabboeni, zorg dat ik weer kan zien” Jezus zei tegen hem: “Ga heen, uw geloof heeft u gered.” En meteen kon hij weer zien en hij volgde hem op zijn weg.

Lied 548: “Nu nog met halve woorden”

Bezinning

Jezus zei tegen de blinde: “Ga heen, uw geloof heeft u gered.” En meteen kon hij weer zien en hij volgde hem op zijn weg. De man keert niet terug naar het verstikkende systeem dat de godsdienst misbruikt, maar laat zich aanraken. Jezus brengt geen ander geloof, maar keert terug naar het oorspronkelijke onderweg zijn, naar het beloofde, maar niet gekende land.

Want ons geloven is nooit af, kan niet vastgelegd worden, niet voorgeschreven, is niet voor de hand liggend, maar uitdagend.

Tot voor kort betekende geloven voor mij vooral:
      actief zijn en inzet
      bouwen aan deze wereld
      ageren tegen onrecht
      jonge mensen uitnodigen om op te komen voor kwetsbaren

Met andere woorden, God zichtbaar maken in deze wereld. Met veel bijbelse symboliek, maar erg rationeel. En willicht was die rationaliteit een manier van afscherming: "God, kom maar niet te dicht, ik zal zelf wel vorm geven aan je beeld".

Maar dié dynamiek van geloven, om God zichtbaar te maken, wordt dan plots door-broken, bijvoorbeeld door het wegvallen van een dierbare, diepgaande wijzigingen in je werksituatie, ziekte, het mislopen van relaties. Alles waarin je zo geloofd hebt, waarin zoveel verwachtingen schuil gingen, valt plots buiten jezelf.

En daar zit je dan, blind langs de weg, kwetsbaar, vatbaar voor ontgoocheling. Maar in die blindheid, kan je luisteren naar wie er langs komt.

En laat je je aanraken,
heel aarzelend,
jezelf loslaten,
“anders” kwetsbaar worden.
anders geloven
anders gaan houden van
jezelf, de anderen, deze wereld
je oude droom loslaten
een andere weg, niet voorzien,
het beeld van God laten worden,
die je raakt
in je allerdiepste,
als een uitnodiging,
niet eisend,
zonder dat je iets moet teruggeven.

En dan begrijp ik Paulus wanneer hij zegt: “God is het eerst geweest, hij heeft het eerst geroepen”. God wordt je in je leven aangereikt. De hand die je aanraakt, is eerst.

Ik sluit deze korte bezinning af met woorden van Guido Van Herke uit zijn boek: De Aanraking”:

Niets bestaat, dat niet is aangeraakt
niets bestaat zonder liefde,
hoe klein en verloren ook.
Iemand heeft die vorm,
dat lichaam gewild,
iemand heeft hen bestaan gegeven.

En die wonderlijke wil tot leven
die daarmee zich in alles heeft gelegd,
en niets anders is dan het verlangen
om opnieuw te worden aangeraakt
nog eens te worden gewenst, gekoesterd, genoemd.

Aanbrengen van de gaven (Muziek)

Tafelgebed

Onze Vader

Vredeswens en delen van het brood (muziek)

Lied 573: ”Hij die de blinden weer liet zien”

Eindbezinning

Jaren kan het goed gaan, alsof er kracht teveel is,
talenten te over, die als vanzelf gaan bloeien.
Jaren is geloof dan een begrip dat zelfs niet aan de orde is,
zelf niet moet bestaan, als leven zo vanzelf gaat.
Maar er komt een moment dat het geloof wankelt,
dat twijfel als een doorn in het vlees blijft zitten en begint te ontsteken.
En dan? Dan is men weer kind dat zijn handen uitsteekt,
dat soms troost wil voelen op de meest elementaire manier,
door aangeraakt te worden.
                                                            (Guido Van Herke)

------