------
Welkom
------
Liturgie
------
Vorming
------
Historiek
------
Archief
------
Kalender
------




22 november 2009: Viering Christus Koning

Van de waarheid getuigen

Jacques Perquy

Openingslied: "Wees gij het woord, Gij de stilte" (139)

Verwelkoming

De viering van de laatste zondag van het kerkelijk jaar gaat over Christus Koning. Het is een associatie die bij mij, en wellicht bij meerderen in onze gemeenschap, ongemakkelijke gevoelens oproept. Niet dat ik een hevige antiroyalist ben, maar het koningschap roept teveel troon en kroon op, macht en triomfalisme.

Het feest van Christus Koning stamt uit de naoorlogse jaren waar jongeren in de katholieke actie werden opgeroepen ‘soldaten van Christus’ te worden

Ook Christus als pantocrator (de alheerser) in de Byzantijnse kunst roept beelden op van een kerk die macht en zegepraal uitstraalt en onfeilbaarheid, waardoor die veel van zijn menselijkheid verloor en mede-oorzaak werd van het afhaken van jonge en minder jonge gelovigen.

Ik heb de viering van vandaag niet uitgewerkt rond het thema van Christus, de Koning van het al, maar de lezing van vandaag in het licht gesteld van Jezus, die tegen de machtshebbers en de massa in, uitkomt voor de waarheid en dat met zijn leven betaalt.

Laten we ons openstellen voor het woord, in de naam van de vader, de zoon en de heilige geest.

In de naam van God – Ik zal er zijn
In de naam van Jezus – hebt elkander lief
In de kracht van de Geest
Die het aangezicht van deze aarde zal vernieuwen

Oproep tot inkeer

Tijdens het vorige weekend sprak een directrice van een opvangtehuis van jongeren mij aan. Ze zei dat ze vond dat ouders (en grootouders) overdrijven in het almaar bevestigen van hun kinderen en hen onvoldoende confronteren met de waarheid, dat ze niet in alles perfect (kunnen) zijn. Ze voegde eraan toe dat de samenleving in zijn geheel tekortschiet in het opvoeden (versta tussenkomen en bijsturen) van kinderen en jongeren. Ze zag daarin één van de oorzaken van (de toename van) het ontsporen in onverdraagzaamheid en asociaal gedrag.

Een paar uur later hoorden we ‘Sinterklaas’ op het avondnieuws verklaren dat er in Antwerpen (en in Vlaanderen) ‘geen stoute kinderen zijn’.

Ontegensprekelijk werd in een ver verleden te zeer de nadruk op de zondigheid en kleinheid gelegd van kinderen en volwassenen. Het verdwijnen van de biechtpraktijk heeft evenwel meegebracht dat we zelden of nooit nog worden aangezet, na te gaan waarin we tekortgeschoten zijn en de waarheid onder ogen te zien.

Daartoe wil ik ons uitnodigen door het zingen van het lied 315.

Zang: "Wat ik gewild heb" (nr 315)

Gebed: “Enige” (Oosterhuis)

Mijn vriend had een wijngaard
Omheinde woestijn, ruime stenen.
Zaaide water, stekte het licht.
Wat oogstte hij? Ontuig

Mijn vriend is rechtlijnig, een dromer.
Hij ziet de armen geplunderd.
Doorziet de clevere aanpak, het grootste
Gelijk van de markt.

Mijn vriend is een drammer
Het kwaad noemt hij kwaad
Hij is mijn enige god.
Hij zegt: Breek het recht van de sterkste.
                         (Naar Jesaja 5, vers 1-2)

Tussenzang: "Open de woorden die geschreven staan" (nr 124)

Lezing : Johannes 18, 33b-37

Commentaar

De lezing die we hebben beluisterd is een deel van het lijdensverhaal van Jezus. Zoals in mijn inleiding gezegd, ontrek ik mij aan de – wellicht theologisch interessante - beschouwingen over het koningschap van Christus, om aandacht te schenken aan iets waar ik reeds lang mee worstel en in hier in het midden wil brengen.

Het gaat om het lijden van Jezus. Ik heb moeite met de opvatting dat Jezus het lijden op zich, zelf zou hebben opgezocht. In mijn ogen is Jezus’ lijden het gevolg van zijn radicale opstelling t.a.v. de religieuze machthebbers en van de gangbare opvattingen in zijn tijd.
Een cruciale zin in de lezing van vandaag is, in dit opzicht: ‘Ik ben geboren en naar de wereld gekomen om van de waarheid te getuigen’ (en ook: ‘Ik ben de weg, de waarheid en het leven’). Jezus wordt, na vele conflicten met de religieuze machthebbers, naar Pilatus gebracht om hem door de hand van de bezetter te laten doden. De folteringen die hij ondergaat en zijn dood zijn geen gevolg van een eerlijk verlopen proces, maar zijn één grote lynchpartij door een uitzinnige volksmenigte, die opgezweept wordt door doortrapte tegenstanders.

Wat onverdraagzaam werd voor de religieuze en wereldlijke leiders was dat Jezus, overigens in navolging van Johannes de doper, niet alleen opkomt voor de slachtoffers van uitsluiting (de overspelige vrouw, de onvruchtbare vrouw, de lamme….) maar ook de mechanismen blootlegt, die oorzaak zijn van dit geweld/deze onverdraagzaamheid. De kwetsende waarheid die Hij vertelt, is dat in elke mens en in elke gemeenschap geweld (kwaad) aanwezig is, maar dat die geprojecteerd wordt op anderen, op één of meer slachtoffers. Jezus legt het mechanisme van de ‘zondebok’ bloot. Een gebruik dat in alle culturen voorkomt en in religies wordt gesacraliseerd. Op geregelde tijdstippen en zeker wanneer het de gemeenschap slecht gaat, worden dieren en dikwijls mensen letterlijk geslachtofferd, verbannen of uitgestoten. Op die manier denkt men de gemeenschap te zuiveren en de rust in de gemeenschap te herstellen.

René Girard toont o.m. in La Violence et le sacré aan dat het perverse van dit systeem is, dat het enerzijds mensen, een vrijgeleide biedt voor hun eigen gedrag en anderzijds de slachtoffers hun laatste greintje menselijkheid ontneemt. Wanneer je er in slaagt iemand als zondebok te bestempelen, rechtvaardigt dit als het ware al het geweld, al de woede die je op hem uitwerkt. Dit is wat gebeurt in studentendopen of ontgroeningspraktijken in allerhande jeugd- en andere groeperingen en in nog veel ergere mate structureel in gevangenissen en in oorlogsgebieden.

Dit is wat in Jezus tijd gebeurt. Dit is wat in onze tijd voortdurend aan de hand is en waarin o.m. de media de rol van de religieuze leiders hebben overgenomen. Er gaat omzeggens geen dag voorbij of er wordt zonder proces, iemand (Witsel, Kompany,..) of een groep (de Walen, de vreemdelingen, de zigeuners, …) aangeduid als grote boosdoener of oorzaak van alle kwaad. Dit geeft geregeld aanleiding tot uitingen van ‘volkswoede’ lijfelijk (de witte mars, de aandelersvergadering van Fortis,…),of verbaal in tooggesprekken, familiebijeenkomsten of internetdiscussies. Wanneer het volk zich opwindt over het misgrijp van een gekende voetballer, hoeven ze niet te denken aan hun eigen (verbale en andere) agressie in en om de voetbalvelden. De woedende aandeelhouders die de geldzucht van de bankiers aan de kaak stellen, verdoven de confrontatie met het eigen beleggingsgedrag.

Het antwoord dat Jezus geeft is, dat hij het geweld uit een gemeenschap wegneemt door zelf vrijwillig, zondebok, slachtoffer te zijn. Dit is zijn waarheid die de machthebbers, maar ook de goegemeente kwetst en onthutst. Hij doet dit tot de uiterste consequentie door op het kruis, zich te wenden tot één van de misdadigers naast hem, in wie hij de mens zag en niet alleen de misdadiger. Hij neemt het dus niet enkel op voor slachtoffers van geweld en uitsluiting maar ook voor daders die door de samenleving worden beoordeeld.

Dit beeld van Jezus is mij liever dan dat van de koning. Jezus die voor de tegendraadse echte waarheid opkomt en zegt dat ‘ieder die de waarheid is toegedaan, luistert naar wat ik (namens mijn Vader zeg)’. Deze moedige houding treffen we aan in het verhaal van pater Eric Gruloos, die in Guatemala de strijd aanbindt tegen een Canadese goudontginningsmaatschappij en tegen zijn eigen mensen, die zich laten verleiden door geldgewin ten koste van hun gezondheid. Of bij Jeanne Devos in haar strijd voor menswaardige behandeling van huisslaven. We zien die opstelling bij vele andere moedige mensen, die blijven opkomen voor de waarheid, ook al is dit de gevestigde orde een gruwel. Dit is ook de diepe zin van de schrijfgroep Amnesty, die onze gemeenschap geregeld oproept, om op te komen voor hen, die dreigen monddood te worden gemaakt.

Er zijn dus hoopgevende acties t.a.v. dramatische vormen van geweld. Er zijn evenwel ook lichtere vormen van geweld die ons dagelijks samenleven kenmerken. Leraren en jongeren maken het mee op school. Ouders zien het gebeuren op en rond het sportveld. Jongeren in de jeugdbeweging. We zijn er allen af en toe getuige van hoe – soms heel subtiel – mensen worden onderuit gehaald, omdat ze zich niet gedragen naar de groepsnorm. ‘Ieder die de waarheid is toegedaan en luistert naar wat Hij zegt’ betekent dan op zijn minst dat we ons niet bij de daders/pesters aansluiten .
In een sterkere vorm betekent gehoor geven aan Jezus’ oproep, dat we het geweld op onszelf afleiden – bliksemafleider zijn -. Voorkomen dat mensen worden uitgesloten, dat kliekjes ontstaan, dat rivaliteit ontaardt… In veel gevallen kan je geweld/wrevel voorkomen door situaties te sturen, bvb. door mensen, die het niet goed met elkaar stellen, niet naast elkaar te zetten op het kerstmaal. Door – indien het kopen van geschenken in de komende periode onvermijdelijk is – een financiële beperking in te stellen voor de geschenken die men voor elkaar koopt… en op die manier afgunst en rivaliteit voorkomt.

Bij het overwegen van de lezing van vandaag in het licht van de visie van R. Girard, krijgen de woorden, die Jezus op een ander moment uitspreekt ‘Ik ben de weg, de waarheid en het leven’ een diepere en concrete betekenis.

Muziek: "Lamentazioni" van Jomelli cd nr 23 vanaf 46”

Tafelgebed (nr 155)

Muziek tijdens de communie: "La vérité" van Guy Béart

Slotlied: "De zaligsprekingen" (nr. 530)

Slotgebed: "Wat ook gebeurt" (Oosterhuis – Kom bevrijden, p. 192)

------