------
Welkom
------
Liturgie
------
Vorming
------
Historiek
------
Archief
------
Kalender
------




7 oktober 2012 : 27° zondag

Verbondenheid en trouw (Mc. 10, 1-12)

Marcel Braekers

Openingszang 546: “Zomaar een dak boven wat hoofden”

Begroeting door Bert Van Haver van studiegenoten

Begroeting

De Farizeeën kwamen naar Jezus met de vraag of een man zijn vrouw mag verstoten? En daarop volgt een heel gesprek over gehuwd zijn, scheiden en de onverbreekbaarheid van het huwelijk. Geen gemakkelijke materie, zeker niet in deze tijd nu veel relaties van korte duur zijn, ook huwelijken. Vandaar de vraag: wat staat daarover in de Bijbel en wat denken wij in dat opzicht vandaag, rekening houdend met allerlei factoren waar men 2000 geleden geen besef van had?

Allereerst dit: Alle relaties, zowel die tussen partners, tussen ouders en kinderen, vriendschapsrelaties, collegiale relaties staan onder een sterke druk. De mobiliteit is toegenomen waardoor men minder dan vroeger verbonden raakt met een (woon)plaats of met de buurt en men dus vooral aangewezen is op zijn partner. Meestal hebben de twee ouders een eigen job en een eigen werkritme. Ouders en opgroeiende kinderen leven dikwijls in een andere levenscultuur. Er is veel minder tijd voor vriendschap, enz. Mensen leven minder dan vroeger in een groot familieverband en dus moet alle warmte en erkenning binnen die kleine cel worden gegeven. Relaties springen gemakkelijker stuk, omdat men er zoveel van verwacht en men met het gevoel leeft dat men hier en nu gelukkig wil zijn. Is dat gevoel tijdelijk weg, dan wil men veranderen. Het is trouwens pas vanaf de 18de eeuw dat men over een ‘liefdeshuwelijk’ spreekt dat steunt op gevoel. In de eraan voorafgaande agrarische samenleving had het huwelijk vooral een sociaal-economische functie. De sfeer rond relaties was toen heel anders.

Nog iets merkwaardig is dat ondanks dalende huwelijkscijfers uit onderzoek blijkt dat trouwen nog steeds belangrijk is. In de USA is 90 % van de jongeren van plan te trouwen en een Duitse studie wees uit dat 80 % van de ondervraagden wensten in een blijvend partnerschap te willen leven. Ook een Vlaamse studie wijst uit dat jongeren blijven dromen van een huwelijk en van kinderen. Desondanks zijn er veel scheidingen wat doet besluiten dat het huwelijk niet meer die definitieve bindende functie heeft, maar vooral aan symbolische betekenis heeft gewonnen.

De vraag bij dat alles is hoe de kerk zich hierbij moet opstellen? Hoe omgaan met scheiding en hertrouwen, hoe met het homohuwelijk of andere vormen van samenwonen? Soepel en meegaand, enkel maar bevestigend wat feitelijk gebeurt? Of gaat men flink dwars liggen en houdt men een pleidooi dat misschien wel verheven is, maar totaal voorbij gaat aan de huidige situatie en richt men zich tot een kleine groep van getrouwen? U weet waarschijnlijk wel dat er in dat opzicht een groot verschil is tussen het Romeinse standpunt en het Westerse. In de Romeinse mentaliteit verdedigt men het standpunt “streng in de principes en mild in de praktijk”. Wij, Westerlingen, vinden dat schizofreen en zijn van oordeel dat je moet leven en handelen volgens je principes. Dat verschil op zichzelf zorgt reeds voor spanningen binnen de kerk. Niet alleen tussen Zuid- en Noord-Europa bestaat dit verschil. Mondiaal gezien bestaan er grote verschillen wat betreft seksualiteitsbeleving, monogamie, zorg voor de kinderen, enz. Het doet mij de vraag stellen in welke mate men nog in algemene termen over het huwelijk kan spreken. Het is in dat opzicht belangrijk naar de Bijbel terug te keren, omdat in de Joodse traditie reeds tegengestelde opvattingen bestonden en het gesprek met Jezus eerder stof tot nadenken biedt dan dat het over een radicaal standpunt zou gaan.

Laten we deze viering beginnen met een gebed voor al diegenen die het aandurven elkaar trouw te beloven boven alle wisselvalligheden. Bidden wij voor degenen die gekwetst en vernederd worden binnen zo’n relatie. Bidden wij voor degenen die een nieuwe start nemen. Voor de kinderen die dikwijls het grootste slachtoffer zijn in huiselijke conflicten. Dat allen in God een schuilplaats mogen ontdekken waar ze kunnen herbronnen en kracht ervaren om hun leven te herwaarderen.

Smeeklitanie 139: “Wees Gij het woord, Gij de stilte”

Gebed

Gij, die
De morgen ontbood
En het licht hebt geroepen,

Gij, ondoofbaar vuur,
Als een zon
Over ons opgegaan –

Vat ons samen
In uw stralen,
En laat ons gedijen
In uw ogen.

Gij, die
De weerstand van de nacht
Wilt breken
En onze toekomst
Afdwingt aan het donker,

Gij
Zegen ook ons
Met uw licht. (S. de Vries, Zolang wij adem halen, p. 10)

Inleiding op de eerste lezing

Wanneer ik met een koppel hun huwelijksviering voorbereid komt dikwijls de verwondering of de vraag bij hen op: waarom hebben wij nu precies voor elkaar gekozen en niet voor een ander? Wat zou daarbij meespelen? En dikwijls zeg ik dan: misschien omdat je een rib van de ander hebt. Het verhaal over de schepping van de eerste mensen gaat niet over biologie, maar drukt in mythische beelden die verwondering uit waarom 2 mensen zich tot elkaar voelen aangetrokken en welke plaats God daarbij toekomt. Probeer bij het beluisteren van de tekst niet te struikelen over de patriarchale context waarbij de vrouw uit de man wordt geboren en niet omgekeerd en waarbij de vrouw ‘een hulp’ wordt genoemd, zo sprak en dacht men nu eenmaal in die tijd. Maar kijk voorbij de culturele verschillen naar de kern van het verhaal.

Genesis 2, 18 – 24

Lied 591: “Een teder geheim”

Evangelie Mc. 10, 2 – 12

Homilie

Deze passage over het huwelijk is ons allemaal goed bekend. En toch viel mij bij de herlezing iets op dat ik nooit goed had gezien. Heel de passage gaat praktisch alleen over de man. Eerst proberen te Farizeeën Jezus vast te zetten door te vragen of een man zijn vrouw mag verstoten. De rabbijnen hadden daarover heel verschillende opvattingen. Volgens rabbi Shammai mocht een man alleen van zijn vrouw scheiden als ze overspel had gepleegd. Diezelfde mening vind je ook in het evangelie van Matteüs. Volgens rabbi Hillel was het al voldoende als je vrouw teveel opspeelde, slecht kon koken, of gewoon als de man een mooiere vrouw tegenkwam om te mogen scheiden. Daarbij mocht de man wel scheiden, maar niet de vrouw. Zelfs na de scheiding bleef ze zijn eigendom. Vandaar dat men de wet van een scheidingsbrief had ingevoerd, omdat op die manier ook de vrouw vrij was en eventueel een nieuwe relatie kon beginnen.

U begrijpt dat ook in die tijd dat alles voor vrouwen heel vernederend was. In die context moet men de uitspraak van Jezus verstaan. De Farizeeën vragen naar wat geoorloofd is en omdat Jezus weet dat er verschillende standpunten bestaan, antwoordt Hij met wat volgens Hem het ideaal is. God schiep de mens als mannelijk en vrouwelijk, als twee gelijken, die oorspronkelijk bij elkaar hoorden en nu uitgenodigd worden om in afzonderlijkheid van elkaar te houden. Niet toevallig staat er dat de vrouw uit de rib werd genomen, want achter de ribben bevond zich voor de Joden het gevoelscentrum. Door van elkaar te houden drukken mensen uit hoe ze zich inschakelen in Gods plan met onze wereld. En omdat een huwelijk in die tijd meestal een overeenkomst was tussen twee families benadrukt Jezus het persoonlijke karakter van het huwelijk door te zeggen dat beide hun familie verlaten om één vlees te worden zoals dat zo mooi archaïsch wordt gezegd. Het is een verbond door God gezegend, daarom mag men er niet lichtvaardig mee omgaan.

Een heel andere vraag is: wat als dit ideaal niet wordt bereikt? Welke pastorale houding moet men aannemen als relaties helemaal fout lopen en mensen een nieuw leven beginnen? Nog maar enkele maanden gelden schreef aartsbisschop Léonard dat men aan gescheidenen de communie moet weigeren, maar hen natuurlijk met veel liefde moet behandelen. Mij lijkt dat een schizofrene houding, die trouwens onrecht doet aan het wezen van de eucharistie. Wat Jezus als ideaal zag is heel duidelijk, hoe Hij dan naar mensen die een nieuwe relatie begonnen keek veel minder. Opvallend is dat de eerste christelijke gemeenten verschillende opvattingen tegenover echtbreuk hadden. In het evangelie van Matteüs staat dat als één van de twee overspel pleegt, scheiding mag. Paulus schrijft in zijn brief aan de Corinthiërs dat als de spanning in een relatie te hoog oploopt vb. omdat de partners een andere geloofsvisie hebben, het beter is te scheiden.

De vraag blijft hoe Jezus zelf in de praktijk is opgetreden. In andere omstandigheden zien we hoe Hij vol mildheid naar mensen kijkt, hen altijd een nieuwe kans geeft en zo ook over zijn God spreekt. Voor mij zijn dat belangrijker passages om te weten hoe we ons pastoraal dienen te gedragen. Wat zich in de huis- of slaapkamer heeft afgespeeld weten we niet en dus komt ons nooit een oordeel toe. Alleen God mag over mensen oordelen. Als mensen scheiden is daar meestal een lange weg van verdriet en eenzaamheid aan voorafgegaan. In dat opzicht vind ik dat het geleefde leven het ideaal of de principes altijd voorbij steekt. Daarmee doe ik niet tekort aan het ideaal, maar willen we diep menselijk zijn dan heeft in alle omstandigheden de concrete situatie voorrang op de principes. Dat is een fundamentele wet die in alle omstandigheden in de moraal dient gerespecteerd te worden. Ik vind dat het daarom voor ons christenen de diepste plicht en roeping is om te helen, op te vangen en nabij te zijn. Zo zijn we gestalte van de liefdevolle God waarover Jezus sprak.

Groot dankgebed 154: “Wij loven en danken U”
Slot dankgebed 181: “Dan zal er vreugde zijn op aarde”
Na de communie 548: Nu nog met halve woorden.

------