11 november 2012:
Doe ons opengaan voor het visioen van vrede...
verhaast de dag van uw gerechtigheid
André Benoit
Lied 537: Zingt van de
vader....
Elf november
verwijst naar de wapenstilstand van de wereldoorlog 1914-1918. En
11.11.11 doet ons in België ook denken aan acties voor de Derde
Wereld. Daarom wil ik in deze viering verwijlen bij het visioen
van vrede en gerechtigheid en houden we ons vandaag niet aan
de lezingen van deze zondag.
Gebed
Het staakt het
vuren dat om 11 uur van die 11e november van 1918 inging, is een
wapenstilstand die in België en zeker in Vlaanderen beter gekend
is dan die van gelijk welke andere oorlog. Het slagveld, de loopgraven,
het gas, de prikkeldraad, de modder, de verminkte lijken en lichamen:
het was bij ons. Evenals het bewustzijn van de zinloosheid en de
blinde onkunde van de legerleiding. Als je van je leven langs
de Westhoek passeert,t is de oorlog die je hier weer zult
vinden zingt Willem Vermandere. En Bram Vermeulen laat een
dode soldaat zeggen dat het goed is dat men die dingen niet vergeet
en verder vertelt, maar niet aan mij, zegt hij, ik
was erbij. We luisteren naar een stukje uit dit lied.
Nooit meer oorlog was daarna de kreet van ontelbare
mensen en zo werd het ook gebeiteld in het monument van Diksmuide.
Maar het vredesverdrag van Versailles van 1919 legde reeds de kiemen
van de volgende wereldoorlog. En de aanvullende verdragen van Parijs
e.a. bevestigden de onderdrukking van de niet-Europese landen door
het Europees imperialisme met zijn kolonies, mandaatgebieden en
protectoraten. De miskenning van de waardigheid en van de rechten
van deze volkeren waren de bron van veel geweld en oorlogen. Bij
een Syrische ooggetuige lezen we:
De autoriteiten
probeerden de revolte in Damascus met militaire overmacht de kop
in te drukken. Met hun artillerie beschoten ze in het wilde weg
de stadswijken. In de daaropvolgende vierentwintig uur verteerde
het vuur meer dan zeshonderd woningen. Daarna volgden dagenlange
luchtbombardementen. We zullen nooit het exacte aantal kennen
van de mensen die onder het puin bezweken zijn. Naar schatting
eiste het geweld, dat drie dagen duurde, vijftienhonderd mensenlevens."
Dit is geen bericht uit het Syrië van Assad in 2012 maar beschrijft
het optreden van het Franse leger tegen de Syrische nationalisten
in Damascus in 1925, zes jaar na de vrede van 1919.
11 november verwijst bij ons ook naar solidariteit met de zogenaamde
Derde Wereld. Toen de koepel van de belgische Derde Wereldorganisaties
in 1966 voor het eerst een gezamenlijke actie lanceerde, koos ze
niet toevallig daarvoor de naam 11.11.11-actie, een verwijzing naar
het einde van WO I. Terecht wou ze het visioen van vrede en nooit
meer oorlog, verbinden met het ijveren voor rechtvaardigheid
en respect voor alle volkeren van de wereld. Tot op vandaag wordt
deze 11.11.11 actie elk jaar gevoerd, met duizenden vrijwilligers.
Lied 393 In t laatste
van de dagen...
In de meer dan
95 jaar sinds het nooit meer oorlog van na WO I, is
de vredesgedachte sterker verankerd in het collectieve bewustzijn
van vele mensen en heeft de beweging, bij ons en in de wereld, grootse
en mooie momenten van hoop en mobilisatie gekend. Denk maar aan
het opbouwwerk in het Heuvelland met het toneelstuk nooit
brengt een ororlog vrede, de organisatie van de Passendaele
concerten, massamanifestaties tegen de oorlog in Viernam, de betogingen
tegen de plaatsing van de kernraketten in België, de optredens
van grote pop- en folkzangersvoor de vrede, het dynamisme van de
vredesbeweging in Vlaanderen, het succes van de burgerdienst, de
moed van wie koos voor een vredesbelasting en die aftrok van zijn
normale inkomensbelasting... Oorlogen zijn er niet door van de wereld
verdwenen, maar er is alleszins een groter collectief bewustzijn
dat er iets mis mee is, dat het volk oorlog niet kritiekloos te
aanvaarden heeft en patriotisme niet zonder meer tot meevechten
motiveert.
Zoals we nood hebben aan
mensen en bewegingen die de bekommernis voor de vrede levendig houden,
zo is dat ook voor de bekommernis om recht en rechtvaardigheid voor
de volkeren van de Derde Wereld. De koepel 11.11.11 en de aangesloten
lidorganisaties (zoals B.D., Vredeseilanden, Wereldsolidariteit,
Oxfam e.a.) en ook de vele kleine comités die ergens in de
wereld een project steunen, proberen dat te doen via hun jaarlijkse
campagnes en permanente mobilisatie. Waar vroeger alleen het beeld
overheerste van de arme, onwetende Derde Wereld die moest geholpen
worden, gaat de aandacht nu meer en meer naar problemen die samenhangen
met uitbuiting, ongelijkheid in de noord-zuid relaties, onrecht,
het optreden van grote bedrijven, dictators, corrupte elites, milieuvernietiging.
Deze accenten zagen we bv. in laatste campagnes van BD en in de
huidige campagne van 11.11.11 over de effecten van de klimaatopwarming
in de Derde Wereld.
Het visioen van vrede en
rechtvaardigheid heeft sterke wortels in onze religieuze traditie.
In het Oude Testament was vrede nadrukkelijk aanwezig. Vrede,sjaloom,
was een fundamentele en omvattende term die verwees naar het goede
leven zoals door God gewild en waarbij de mens zich goed en heel
voelde. Vrede was de vrucht van gerechtigheid. In het O.T. was er
daarbij spontaan sprake van vrede en gerechtigheid in de hele samenleving,
voor het hele volk (en niet alleen in de interpersoonlijke sfeer).
We vinden die gevoeligheid en dat ideaal sterk terug bij de profeten
en in de psalmen. Niet toevallig verwees de bevrijdingstheologie
en de spiritualiteit van de christelijke beasisgemeenschappen vooral
naar het O.T., naar de uitocht van het volk uit de slavernij, naar
de aanklachten van de profeten en haar hun verwoording van het visioen
van vrede en gerechtigheid voor het hele volk..
We luisteren nu naar twee tekstjes uit het O.T.: Jesaja (32:
15-19) en psalm 85 ( 10-14).
Anderzijds was
de bekommernis om de gerechtigheid voor het volk in het OT toch
vooral beperkt tot het eigen volk, tot Israel. Dikwijls worden teksten
over het visioen, voorafgegaan of gevolgd door teksten over de vernietiging
van andere volkeren, van de vijand. Het is pas met het verhaal van
de Epiphanie, van de drie Koningen, dat dit enge kader echt doorbroken
wordt: de figuur van de nieuwe koning van Israel als hoeder van
de Thora, van de levensleer en van het woord van gerechtigheid wordt
hier aan alle volkeren geopenbaard en toegezegd.
In het Evangelie, bij Jezus
dus, wordt expliciet meer ingegaan op de persoonlijke eigenschappen
en ingesteldheid die van iemand een vredevol persoon maakt, die
zachtmoedig is, de naaste lief heeft als zichzelf, niet belust is
op macht, aanzien en bezit, die zeventig maal zeven keren vergiffenis
schenkt, de andere wang aanbiedt. De zaligsprekingen schetsen een
mooi beeld van de mens die vrede mogelijk maakt, naar het goede
hunkert maar daarin blijkbaar ook tegendraads kan zijn en vervolgd
wordt omwille van de gerechtigheid...
Lied 530: de Zaligsprekingen
Hoe staan wij
tov het visioen van vrede en gerechtigheid?
Ik denk dat wij die uit een christelijke traditie en opvoeding komen
ahw spontaan een rechtvaardige en een vreedzame mens
willen zijn. Ik denk ook dat indien de omstandigheden wat meezitten
en het leven zijn gewone gang gaat, we ons in de tussenmenselijke
relaties daarbij gewoonlijk niet veel vragen stellen. Ten onrechte
misschien. Want af en toe komen we in een situatie terecht zoals
die van de rijke jongeling die het goed meent, die vindt dat hij
alles doet zoals het hoort maar dan door Jezus tot meer radicale
keuzes en gedrag opgeroepen wordt en met verdriet en onrust verder
moet. Misschien vermijden we ahw zulk een confrontatie en gaan we
niet zelf aan iemand als Jezus vragen ben ik goed bezig?
Hoe staan wij tegenover het visioen van een samenleving en een wereld
van vrede en gerechntigheid? Misschien heeft onze vroegere christelijke
traditie en opvoeding ons hiervoor minder alert gemaakt en hadden
(of hebben) we hiervoor meer de aansporing nodig van 3e Wereld en
vredesbewegingen. Er was natuurlijk wel de inspiratie van de hele
beweging van de kerk van de armen, vooral in Latijns-Amerika,
die ook de spiritualiteit van vele Vlamingen (priesters, religieuzen,
leken) ten gronde veranderde.
Maar hoe blijven gelover in het visioen met rondom ons een wereld
waar altijd wel oorlogen aan de gang zijn, waar in vele landen onrecht
en onvrijheid de norm zijn, waar miljoenen van honger sterven, in
extreme armoede leven?
Is alle moeite nutteloos, zoals men op gezette tijden aan de vredesbeweging,
de Derde Wereldbeweging of aan Amnesty Internatioal. zegt?
Hoop, zegt Vaclav Havel,
is ergens voor werken omdat het goed is, niet alleen omdat
het kans van slagen heeft. Hoop is niet hetzelfde als optimisme,
evenmin de overtuiging dat iets goed zal aflopen, wel de zekerheid
dat iets zinvol is, ongeacht de afloop of het resultaat.
Ik denk dat het visioen, de hoop, ons een richting aangeeft, ons
aantoont welke weg we te gaan hebben, ons zegt waar onze waardigheid
en de vervulling van onze roeping tot leven te zoeken
en waar te maken zijn. Ik denk ook dat we daarbij het voorbeeld
en de bemoediging van anderen nodig hebben (vooral van wie sterker
en consequenter zijn dan wij) en het gevoelen van bij deze ijveraars
te horen.
Slotgebed:
Een hoop die
afwacht hoe het afloopt, die zich niet werkelijk identificeert
met dat wat gehoopt wordt, komt niet verder dan navelstaren en
is in die zin slechts illusie.
Het verschil tussen de hoop van de waarnemer en de christelijke
hoop, die in de traditie tot de ons door genade ingegoten deugden
behoort, is gelegen in het deel hebben, meewerken, participeren.
Bij de christelijke hoop doe ik zelf mee aan het scheppen van
een andere situatie. De hoop op vrede leeft van de vredestichters
en niet buiten hen. Het is de deelname aan de strijd, die de hoop
onderscheidt van de beschouwende, nu eens optimistische, dan weer
pessimistische, waarneming.
Aan het begin van de jaren tachtig werd er op een school in Boston
een enquête gehouden over de waarschijnlijkheid van een
kernoorlog. Alle kinderen op één na dachten dat
het einde van de wereld nabij was. Toen aan het kind met de afwijkende
mening werd gevraagd waarom het niet in de kernoorlog geloofde,
zei het Omdat mammie en pappie er actie tegen voeren.
(Uit Dorotthee Sölle, Waar het visioen ontbreekt verwildert
het volk)
|