------
Welkom
------
Liturgie
------
Vorming
------
Historiek
------
Archief
------
Kalender
------




9 december 2012: Tweede zondag van de advent

Als wij mensen zijn die Gods heil verwachten,
laten wij dan muren slopen.
En ontbinden wat uit onrecht is ontstaan.

Gerlinde Doyen

Intredelied 222: “Wakend uitzien”

Vandaag is het de tweede zondag van de advent. Een periode van verwachting op de komt van de Messias. In dat verwachten zit er enerzijds een element van geloof en overgave: stilstaan, je losmaken en openstellen voor genade. Anderzijds bevat het verwachten ook een oproep om de gerechtigheid te bespoedigen.

Ik zie een vrouw sukkelen met een te zware rollende boodschappentas. Ze stopt regelmatig. Als ze voorbij ons huis stapt, zeg ik ‘niet gemakkelijk, hé, te voet?’ Nee, zegt ze. Normaal neem ik de bus, maar deze tas is te zwaar. Helpt je dan niemand de bus op te gaan, vraag ik. Nee, de buschauffeurs, die doen dat niet. En andere mensen op de bus? Ge kent de mensen… maar ik woon niet zo ver. Ze komt te voet van de tijdelijke Lidl op de Aarschotsesteenweg gewandeld. Dit is armoede, letterlijk dicht bij huis. Niet alleen geen auto hebben, maar ook geen vrienden kunnen of durven aanspreken om voor jou wat boodschappen mee te brengen.
Armoede wordt hier verstopt, achter de gevels. Er wordt ons voorgespiegeld dat we er wel geraken als we maar genoeg moeite doen. Levenslang leren, voortdurend verbeteren, loyauteit, innovatie. Wie niet meekan wegens ziekte of pech mag even leven van een uitkering, maar niet te lang, want dan ben je een parasiet van de samenleving. Geert had het hier een tijd geleden over. Mensen schamen zich dus als ze door gebrek aan middelen geen auto hebben, niet mee kunnen op uitstap, hun kinderen geen mooie kleren hebben.

Ons klaarmaken voor kerstmis, openstaan voor Gods genade, zou dat niet kunnen betekenen dat we terug wat warmte blazen in onze verhoudingen met de mensen rondom ons? Het sociale zekerheidssysteem nog fijnmaziger maken, zodat niemand uitgesloten wordt, is zeer belangrijk. Daar werk ik vanuit mijn job indirect ook aan mee. In beleidsteksten spreken we van ‘een warme overdracht van de ene instantie naar de andere’, om de uitval te beperken. Maar hoeveel subsidies die instanties ook krijgen, de menselijke relaties zullen ze nooit kunnen vervangen. Deze functie van menselijke warmte in de dagelijkse omgang met mensen in je omgeving kunnen we niet overlaten aan de overheid, dat moeten we zelf doen.

Hoewel dit niet de voorziene lezing was voor deze zondag, vind ik dat het verhaal van de barmhartige Samaritaan hier wel bij aansluit. Niemand verplicht ons het op te nemen voor mensen rondom ons die het moeilijk hebben. Maar als we wachtend uitkijken naar de geboorte van de Messias, dan slopen we de muren rondom ons, we laten de schroom en aarzeling varen, en laten ons hart spreken.

Lucas 10

25 Er kwam een wetgeleerde die hem op de proef wilde stellen. Hij vroeg: ‘Meester, wat moet ik doen om deel te krijgen aan het eeuwige leven?’ 26 Jezus antwoordde: ‘Wat staat er in de wet geschreven? Wat leest u daar?’ 27 De wetgeleerde antwoordde: ‘Heb de Heer, uw God, lief met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw kracht en met heel uw verstand, en uw naaste als uzelf.’ 28 ‘U hebt juist geantwoord,’ zei Jezus tegen hem. ‘Doe dat en u zult leven.’ 29 Maar de wetgeleerde wilde zich rechtvaardigen en vroeg aan Jezus: ‘Wie is mijn naaste?’ 30 Toen vertelde Jezus hem het volgende: ‘Er was eens iemand die van Jeruzalem naar Jericho reisde en onderweg werd overvallen door rovers, die hem zijn kleren uittrokken, hem mishandelden en hem daarna halfdood achterlieten. 31 Toevallig kwam er een priester langs, maar toen hij het slachtoffer zag liggen, liep hij met een boog om hem heen. 32 Er kwam ook een Leviet langs, maar bij het zien van het slachtoffer liep ook hij met een boog om hem heen. 33 Een Samaritaan echter, die op reis was, kreeg medelijden toen hij hem zag liggen. 34 Hij ging naar de gewonde man toe, goot olie en wijn over zijn wonden en verbond ze. Hij zette hem op zijn eigen rijdier en bracht hem naar een logement, waar hij voor hem zorgde. 35 De volgende morgen gaf hij twee denarie aan de eigenaar en zei: “Zorg voor hem, en als u meer kosten moet maken, zal ik u die op mijn terugreis vergoeden.” 36 Wie van deze drie is volgens u de naaste geworden van het slachtoffer van de rovers?’ 37 De wetgeleerde zei: ‘De man die medelijden met hem heeft getoond.’ Toen zei Jezus tegen hem: ‘Doet u dan voortaan net zo.’

Lied 213: “Als tussen licht en donker”

De armoede in Burundi is anders. Langs de ene kant is armoede veel rauwer, ongenadiger. Wie in het binnenland zwaar ziek is, gaat in de meeste gevallen gewoon dood omdat er geen geld is om verzorging in het iets betere ziekenhuis in de hoofdstad te betalen. Mensen sterven echt als vliegen, vrouwen in het kraambed, kinderen komen om van malaria of door diarree omdat ze totaal geen weerstand hebben door de slechte voeding, mensen worden vermoord in politiek en ander geweld. Kinderen hebben een zeer eenzijdige voeding waardoor ze moe zijn en zich niet goed kunnen concentreren in de veel te drukke klas. Met veel geluk hebben ze een of twee schriftjes en een balpen. Daar sleuren ze urenlang mee, in plastiek gerold bij regenweer, van school naar hun hut en omgekeerd.
Om zes uur is het donker, van studeren thuis is geen sprake in de donkere hut waar nog 8 andere personen in slapen. De juffen en meesters doen misschien hun best, maar kunnen hun eigen kinderen ook niet alle dagen voldoende eten geven. Om hun miserabel loontje wat aan te vullen, geven ze bijlessen aan een aantal kindjes waarvan de ouders toch iets extra willen en kunnen opzij zetten om met wat extra inspanningen hun kinderen te laten slagen in het eindexamen van de lagere school zodat ze naar het secundair kunnen. Dit zijn ouders die beseffen dat het kleine lapje grond al hun kinderen nooit zal kunnen voeden en dat ze dus beter met een diploma een andere job zoeken dan leven van de landbouw.

Maar wat misschien verschillend is van hier, is dat mensen zich in hun eigen omgeving niet schamen over hun armoede. Ze kunnen er natuurlijk ook helemaal niets aan doen. Ze zijn gewoon geboren in een arm gezin in een arm dorp. Er is solidariteit tussen de mensen, omdat individualisme nu eenmaal onaanvaardbaar is en solidariteit een verzekeringsmecha-nisme is. Vandaag help ik jou, morgen help jij mij. Burundezen die gestudeerd hebben en in de hoofdstad een iets beter inkomen hebben, zorgen standaard voor twee of drie neefjes en nichtjes die inwonen. Dat ze hierdoor hun eigen kinderen veel minder kunnen geven, is gewoon niet aan de orde… Een sociaal vangnet, door de overheid georganiseerd, bestaat niet. Als je sociaal netwerk even arm is als jezelf zal het je weinig helpen. Maar eenzaam-heid, dat concept bestaat nauwelijks in Burundi, denk ik. De sociale verplich-tingen zijn groot, vragen veel tijd, middelen en energie, maar zorgen voor een zeker netwerk.

Op welke schakel je moet focussen om de vicieuze cirkel van armoede te doorbreken? Een ongeschoolde bevolking, te hoog kinderaantal, leiders met beperkte scholing en vooral totaal geen verantwoordelijkheidsgevoel, die zo vlug mogelijk hun zakken willen vullen maar voor de rest geen enkele visie hebben voor hun land. Een systeem van corruptie dat begint bij de politieagent in de straat via de medewerker van het bedrijf, de directeur van de school, de verpleegster, de ambtenaar van de regio, de rechter, de minister en ten slotte de president.

Wie wel strijdt voor een structurele oplossing van armoede in Burundi zijn de organisaties van wat men noemt de ‘civiele maatschappij’: lokale mensenrechtenorganisaties, forum van boeren, forum van media, forum van studenten, maar ook lokale ngo’s zoals Inades-Formation en Adisco die door Broederlijk Delen gesteund worden. Deze twee organisaties willen enerzijds de boeren versterken op organisatorisch, landbouwkundig en commercieel vlak, maar lobbyen tegelijk samen met andere landbouworganisaties voor een rechtvaardiger en doordachter landbouwbeleid.

Zelf heb ik de voorbije twee jaar bij Inades-Formation gewerkt. Samen met mijn Burundese collega’s analyseerden we de koffiecoöperatieven om zo na te gaan welke ondersteuning ze nodig hadden: statuten ontwikkelen, het aantrekken van meer leden, het opmaken van een businessplan, contact leggen met organisaties voor fair-trade en bio-certifiëring, het efficiënt beheren van een koffiewasstation, het verhogen van de kwaliteit doorheen het hele groei- en verwerkingsproces, het onderhandelen met fabrieken en opkopers, enz. Daarnaast heb ik ook geprobeerd om hun eigen micro-bankjes te professionaliseren.

In een land waar de overheid door gebrek aan middelen, door druk van de Wereldbank of door onwil geen steunmaatregelen wil uitwerken voor de arme boeren, helpt Broederlijk Delen hen om binnen een neo-liberaal kader hun plan te trekken. Indien ze professiona-liseren en betere koffie kunnen produceren aan een lage prijs, dan worden ze gewoonweg een interessante economische speler voor grote buitenlandse handelaars. De koffiemarkt in Burundi was in handen van enkele grote spelers. In een eerste fase lachen ze de arme boeren weg, in een tweede fase voelen ze zich ongemakkelijk en gehinderd bij onderhande-lingen met die slecht geklede, soms slecht ruikende en niet Frans sprekende koffieboeren. Pas bij een voldoende hoge professionalisering zullen ze au serieu genomen worden.

Op vlak van inkomensverhoging heeft het beheren van een eigen koffiewasstation geen onmiddellijke impact want er komen ook heel wat kosten bij kijken. Maar het is ook een soort van emanciepatiestrijd die de boeren mondiger maakt, beter geïnformeerd, meer betrokken bij de onderhandelingstafels en meer in contact met internationale donoren. Deze zaken hebben misschien nog een grotere impact op armoedebestrijding, omdat ze invloed hebben op de manier waarop ze kijken naar scholing, voeding, aantal kinderen, zoeken naar alternatieve gewassen, afzetmarkten, enz. De Belgische ngo ‘Solidarité Socialiste’ is ook nauw betrokken bij de strijd van de Burundese koffieboeren en werkt samen met socialis-tische parlementsleden in België. Die hebben er in het verleden al verschillende keren toe bij gedragen dat België een resolutie stemt ten voordele van de Burundese koffieboeren.
België is de grootste bilaterale donor van Burundi en dus een heel belangrijke ontwikke-lingspartner. Indien België zich kritisch uitlaat over de manier waarop de Burundese over-heid beslissingen neemt ten nadele van de boeren, dan heeft dit een zekere invloed. Het heeft dus zeker zin als kritische burger petities te tekenen en mee te doen aan bepaalde politieke acties. Het ondersteunt ngo’s en parlementsleden dat ze een draagvlak hebben bij de Belgische bevolking en dat we inderdaad niet onverschillig blijven voor de vreselijke armoede.

Voorbeden (met lied 119: “Heel het duister is vol van luister”

Bidden wij voor de zieke die net heel slecht nieuws heeft gekregen, en voor de mensen rond haar, dat ze samen het leed kunnen dragen en zich gesteund voelen door de genegenheid van hun vrienden
Bidden wij voor partners die voelen dat er kilte is gegroeid tussen hen in plaats van liefde. Dat zij blijven geloven in elkaar en een omarming hen terug warmte geeft.
Bidden wij voor het gezin dat niet weet hoe het zijn rekeningen zal betalen omdat de zoveelste sollicitatie op niets uitdraaide. Dat ze zich begrepen voelen bij de sociale instanties en ze de hoop niet opgeven.
Bidden wij voor de leiders in Burundi, dat ze zoals Saul op zijn paard in een flits beseffen dat niet hun macht op korte termijn maar hun bijdrage aan de opbouw van het land hen eer zal verschaffen.
Bidden wij voor de mannen en vrouwen in Burundi, die ondanks alle wanhoop en tegenslagen, blijven geloven in hun strijd voor rechtvaardigheid en vrede. Dat zij blijven moed putten uit hun sterke geloof en in de kracht van hun verbondenheid met elkaar.

Offerande
Tafelgebed 160: Tafelgebed voor de Advent
Communie


Slotgebed

Terwijl het buiten kouder wordt, de dagen korter, de natuur rond ons lijkt te sterven, de kastanjebolster gebarsten op de grond ligt en zijn vruchten bloot legt,
Zo willen wij ons in deze advent ook ontdoen van onze bolster,
en ons kwetsbaar openstellen voor het wonder van kerstmis.
Want zoals de boom niet echt dood is, maar slechts wacht op de lente,
en met de eerste zonnestralen de sapstroom niet te stuiten valt en de oneindige knoppen de natuur zullen omtoveren in groene weelde,
zo geloven wij dat de armoede hier en in het Zuiden geen fataliteit hoeft te zijn,
maar dat wij geïnspireerd door de geboren Messias,
een mensenkracht kunnen doen ontstaan die niet te stuiten valt,
die muren zal slopen en ontbinden wat uit onrecht is ontstaan.

------