------
Welkom
------
Liturgie
------
Vorming
------
Historiek
------
Archief
------
Kalender
------




12 mei 2013

                 Eenheid (Joh., 17:20-26)

Geert Craps

Om te beginnen: 101 "Heerlijk is het te loven de Heer""

Inleiding


Goede morgen iedereen. Laten we hier samenzijn in de eenheid van onze God, Vader Zoon en Heilige Geest.

Als u het plezier ooit hebt gehad om een communicatiecursus te volgen, dan hebt u zeker het volgende spelletje al eens gedaan. Iedereen gaat in een kring zitten. De leider van de cursus fluistert een verhaaltje in het oor van de eerste in de rij, en die moet dat, fluisterend, doorvertellen aan zijn buurman, die dat op zijn beurt weer moet doorvertellen, enzovoort, enzovoort… De laatste van de rij vertelt het verhaal hardop, en vervolgens vertelt ook de leider van de cursus de versie die hij eerst had verteld. Het resultaat van dat experimentje is altijd verrassend: altijd weer blijkt dat het doorvertelde verhaal soms verrassende transformaties heeft ondergaan, en soms is het nog nauwelijks herkenbaar in vergelijking met het origineel. Luisteren is altijd interpreteren, spreken is altijd "verspreken". Als we verhalen aan elkaar doorgeven, veranderen ze.

Ook door geloofsverhalen, en bij uitbreiding geloofstradities door te geven, ontstaat er variatie, verandering. In onze geloofstradities heeft dat aanleiding gegeven tot voortdurende discussies over wat het ware verhaal is, die uitmondden in de splitsing van de gelovigen in twee of meer groepen. Daardoor zijn we ondertussen met orthodoxen, protestanten, hervormden, gereformeerden, calvinisten, traditionalisten, enzovoort. Marcel heeft er een paar weken geleden voor gepleit om die diversiteit, die vele vissen in het net van het geloof, als een troef te bezien, en niet bang te zijn voor variatie. Op het einde van zijn preek zei hij toen dat we net door die diversiteit te aanvaarden minder aandacht besteden aan wat ons verdeelt, maar eerder aan de gemeenschappelijke kern van ons geloof. Dat is het thema van de evangelielezing van vandaag.
Laten wij bidden voor de grote verscheidenheid aan mensen in onszelf en om ons heen.

Kyrie: 114 “Uit naam van de wereld”

Openingsgebed

Gij hebt onze hand gevraagd
en wij aarzelen.
Gij straalt uw licht over ons uit
en wij verbergen ons in kilte, in schemer.
Gij hebt U gewaagd aan onze dood,
maar wij geloven onze oren niet.
Gij drukt de aarde aan uw hart
tot zij vervuld is van uw barmhartigheid
maar wij durven zover niet te denken.

Houd dan toch aan ons vast
en blijf ons verwarmen met uw Geest
verwarren met uw liefde
totdat het lied in ons wil bloeien.

Inleiding op de lezing
In het evangelie dat we vandaag lezen, is Johannes zich zeer bewust van wat er met doorvertelde verhalen kan gebeuren. Nadat hij Jezus laat bidden voor zijn leerlingen, laat hij hem ook vragen dat er eenheid mag blijven tussen al diegenen aan wie de apostelen hun verhalen doorvertellen. Het is alsof Johannes mijn communicatie-experimentje al kende. Hij zag dan ook onmiddellijk in zijn eigen omgeving dat er uiteenlopende strekkingen begonnen te ontstaan: die van Jakobus tegen die van Paulus, die van Johannes tegen die van Petrus, die van Thomas hadden een heel eigen evangelie.

Tegelijk voegt hij er iets aan toe: hij laat Jezus zeggen: laat hen een zijn, zoals ik in u, Vader, ben. Die vergelijking maakt het speciaal: het geeft aan wat de grond is van de eenheid.

Johannes 17: 20 -26

20 Ik bid niet alleen voor hen, maar voor allen die door hun verkondiging in mij geloven. 21 Laat hen allen één zijn, Vader. Zoals u in mij bent en ik in u, laat hen zo ook in ons zijn, opdat de wereld gelooft dat u mij hebt gezonden. 22 Ik heb hen laten delen in de grootheid die u mij gegeven hebt, opdat zij één zijn zoals wij: 23 ik in hen en u in mij. Dan zullen zij volkomen één zijn en zal de wereld begrijpen dat u mij hebt gezonden, en dat u hen liefhad zoals u mij liefhad.
24 Vader, u hebt hen aan mij geschonken, laat hen dan zijn waar ik ben. Dan zullen zij de grootheid zien die u mij gegeven hebt omdat u mij al liefhad voordat de wereld gegrondvest werd. 25 Rechtvaardige Vader, de wereld kent u niet, maar ik ken u, en zij weten dat u mij hebt gezonden. 26 Ik heb hun uw naam bekendgemaakt en dat zal ik blijven doen, zodat de liefde waarmee u mij liefhad in hen zal zijn en ik in hen.’

Tussendoor: 714 “Hoe is uw naam, waar zijt gij te vinden”

Een paar bedenkingen bij de lezing

Als Belg achter een uitspraak gaan staan als “laat hen allen een zijn” is niet vrijblijvend, en wordt meer en meer kritisch bekeken. Wij Belgen weten wat de problemen zijn om een eenheid te blijven. Het ongemakkelijke samenwonen in een spel van geven en nemen is onze nationale sport. Waarop is de eenheid van ons land gebaseerd: op een gezamenlijke inhoud, een gemeenschappelijk verleden? Of blijven we samen omdat we dat al altijd zo gedaan hebben…

Is als gelovige achter een uitspraak gaan staan als “laat hen allen een zijn” van dezelfde orde? De eeuwenlange traditie van het doorgeven van het geloof heeft gezorgd voor vele varianten van het christendom, allemaal even overtuigd van hun gelijk. Zelfs heel recent dreigt het godsvolk zich verder op te splitsen in groepen conservatieven en progressieven, traditionalisten en vernieuwers. Wat betekent de oproep van het evangelie “moge allen een zijn” in deze context? Is het de bedoeling dat we die allemaal weer verzoenen door een compromis te vinden? Is het een oproep tot actief zoeken naar een eenheid in de context van een gediversifieerde kerk? Of spreekt de evangelist eerder de hoop uit dat we, ondanks de onvermijdelijke diversiteit die ontstaat in geloofstradities, de kern blijven behouden?

De vergelijking die Jezus in de mond wordt gelegd “zoals u in mij bent, en ik in u”, wijst op het laatste. De evangelist verwijst daarmee naar het unieke gegeven dat wij in Jezus de mensgewordene, de levende god hebben herkend. Hij die de God “ik ben er voor u” waarmaakt als mens. Hij die de vleesgeworden broederlijke liefde is geweest.

Door zelf eenvoudig deel te nemen aan dat goddelijke van de liefdevolle verbondenheid tussen ons allen, ontstaat de eenheid vanzelf. De auteur van onze evangelietekst zegt dat heel treffend: als wij een zijn in het aanwezig stellen van de liefde, zoals Jezus de mensgeworden goddelijke liefde is, dan “zal de wereld begrijpen dat u mij hebt gezonden, en dat u hen liefhad zoals u mij liefhad”. Met andere woorden: je straalt vanzelf de waarheid van Jezus boodschap uit op die manier. De simpele denkbeweging om telkens de essentie opnieuw in herinnering te brengen, waardoor ons gevraagd wordt om open te staan voor de ander (herinner u de preek van Marcel over de openheid als fase vóór de naastenliefde), zou dat niet de oproep zijn vandaag?

Laten we hierop verder denken. Kunnen we hier het volgende uit concluderen?:
- zouden we niet beter twee keer nadenken voor we toegeven aan de verleiding om heftig in discussie te treden met fundamentalisten, creationisten, traditionalisten, en al die anderen waarvan we vinden dat ze het geloof toch echt verkeerd begrepen hebben?: zelf beginnen met de liefde incarneren is wat we moeten doen…
- zouden we niet beter twee keer nadenken voor we toegeven aan de drang om in onze gemeenschap onze eigen zienswijze met hand en tand te verdedigen: over de plaats van het koor en het orgel, of over het maatschappelijk engagement, of over de plaats van meditatie en mystiek, of al die andere discussiepunten die ons verdelen… De kern van de zaak voor ogen houden, dat is onze opdracht…

Is het allemaal wel zo eenvoudig? Ik haal twee zaken uit mijn eigen ervaring aan:
- Een tijdje geleden heb ik voor mezelf eens het experimentje gedaan om bij iedereen die ik tegenkwam bij mezelf te denken: “dat is mijn broeder/zuster”, als een soort mantra. En het werkte ook: ik constateerde dat het mij een stuk toleranter maakte tegenover mijn omgeving. Tot ik ’s middags tegen een vriend van mij, die ik op de hoogte had gebracht van mijn experimentje, aan het kankeren was over het gedrag van mijn zoon. Toen zei die vriend ineens: dat is ook je broeder, weet je. Ik was betrapt. Bij diegene die het dichtst bij je zijn, heb je soms het meeste moeite om de essentie voor ogen te houden.

- De meer traditionalistische katholieke kerk bezweert zijn priesters en gelovigen om de voorgeschreven bewoordingen van de liturgie niet te veranderen. Dat voorschrift, duidelijk bedoeld om de eenheid te bewaren, veroorzaakt paradoxaal genoeg een deel van de vervreemding en verwijdering die veel gelovigen tegenwoordig voelen in de houding van de kerk. Ik word daar uiterst kriegelig van, van dat voorschrift: het drijft mensen uiteen. En het gaat nog verder: bepaalde strekkingen die zich christelijk noemen, houden er opvattingen op na die totaal botsen met mijn aanvoelen van wat christelijk is, en al helemaal met mijn aanvoelen van wat redelijk is. Kan ik die nog aanvaarden als een deel van de verscheidenheid? Als bepaalde groepen in Zuid-Afrika racistische opvattingen verantwoorden vanuit een geloofstraditie; als creationisten klinkklare nonsens verdedigen tegen alle redelijkheid en kennis in; als fanatiekelingen weduwen en moeders van Amerikaanse soldaten die gesneuveld zijn in Afghanistan uitschelden dat de dood van hun man of zoon een straf van god is, kan ik dat dan nog aanvaarden als “diversiteit”? En waar ligt dan voor mij de grens van wat ik kan en niet kan aanvaarden? Hoe kan je daar liefdevol mee blijven omgaan?

Nee, gewoon de kern van de broederlijke liefde voor ogen houden, is nog niet zo simpel.

Offerande 142
Groot dankgebed 151 “Christus de gestalte van God”
Communie
Communielied 536 “Jij die voor alle namen wijkt”

Slotbezinning

Wij zullen, een van ziel, zijn lichaam worden,
zijn uitstralende kracht in deze wereld,
als wij de woorden doen van de Thora
die Jezus heeft gedaan en doorgegeven.
Zijn geest is het die ons tezamen voegt,
en liefde die ons maakt tot zijn gemeente.

Deemoed geduld ontferming, vonken geest -
waar mensen afgekeerd zijn van geweld,
niet zwichten voor de oude dode wereld
van geld is god of welk bewind dan ook
waar wij elkaar behoeden en doen leven
waar laatsten eersten zijn, daar woont hij in.

Weest daarom één van harte en van hoop,
de geest bestiere uw intiemst verlangen:
een nieuwe aarde in gerechtigheid
waar brood en liefde is genoeg voor allen.
Geliefden, nooit heeft iemand God gezien.
Wie naar de liefde leeft, zal in Hem wonen.
                         (Huub Oosterhuis: Kom Bevrijden, p. 105)

Mededelingen en zegen

 
------