------
Welkom
------
Liturgie
------
Vorming
------
Historiek
------
Archief
------
Kalender
Share-project
------




24 november 2013: Laatste zondag van het kerkelijk jaar

De alfa en omega

Marcel Braekers

Openingszang 569: “Die mij getrokken uit de schoot, mij mens genoemd hebt”

Begroeting

Vandaag vieren we de laatste zondag van het kerkelijke jaar. Zondag begint de Advent en gaan we op weg naar Kerstmis. Traditioneel wordt op deze zondag het feest van Christus, de koning van het heelal, gevierd. Dat is een straffe uitspraak die gedaan werd in een periode dat men dacht dat heel de wereld zich tot het christendom zou bekeren en Jezus als pantocrator over de wereld zou heersen en oordelen. Maar de idee van koningschap staat vandaag op de helling en zeker de gedachte dat die Jezus als een koning zou optreden. Toch spreken sommige theologen zoals Jürgen Moltmann ook vandaag nog over ‘de kosmische Christus’ maar nu vanuit de (ecologische) overtuiging dat Jezus niet alleen de mens kwam redden, maar ook de aarde en de natuur. Ook dat is een verheven gedachte waar een gewone sterveling als ik moeite mee heeft. Ecologie was geen aandachtspunt in de tijd van Jezus. Voor mij roept dit feest aan het einde van het jaar eerder een vraag op: welke plaats geef ik of geven wij in ons dagelijkse leven aan de persoon van Jezus?

Misschien klinkt dat een beetje banaal, want we noemen ons toch christen en lezen of horen wekelijks of dagelijks iets over die Jezus. Maar laat me al direct met de deur in huis vallen waarom ik die vraag toch stel. Ik vind dat sommige christenen in hun verering van Christus overdrijven en Hem niet meer in zijn menselijkheid herkennen. Zij vergeten dat het ook Jezus op de eerste plaats om God ging en niet om Zijn eigen persoon. Anderen noemen zich christen en verwijzen daarbij graag naar de persoon van Jezus, maar ga je dieper op de zaak in dan blijft die verwijzing toch maar bij een oppervlakkig laagje vernis. “Ja, die Jezus was een wijze man, een boeiende visionair of een geëngageerde gelovige” zal men zeggen. Jezus als voorbeeld of model. Maar heeft zijn persoon niet recht op meer? En wat mag dat wel zijn?

Vorige week verwees Jacques naar een heel mooi boek over Jezus: Jésus. Approche historique, van José Antonio Pagola. Ik verwijs ook naar dit boek en wel naar wat hij in het laatste stukje van zijn boek schrijft. ‘Laten we van die Jezus geen abstracte figuur maken, geen object van devotie, maar laten we ons verdiepen in het levensproject dat Hem bezielde,’ schrijft hij.

N’avons-nous pas besoin, nous, chrétiens d’aujoud’hui, de le connaître de façon plus vivante, plus concrète, de mieux comprendre son projet, de bien nous imprégner de ce qu’il éprouvait au fond de lui-même et de nous imprégner de sa passion de Dieu et des hommes? (p. 486)

Om daartoe te komen moeten we het beeld dat we van Hem hebben voortdurend in vraag durven stellen, het uitzuiveren, het beeld voorbijsteken om op een open en onbevangen manier te gaan leven zoals Hij leefde, gepassioneerd als Hij was door zijn God en door de nieuwe tijd die zou aanbreken.

Vandaar de vraag die ik bij de afsluiting van dit kerkelijke jaar stel: Welke plaats neemt deze Jezus in jouw leven in? En is die aanwezigheid in staat in je persoon een soort van transformatie te bewerken, een groeiende verandering waarbij het project van die Jezus en zijn persoon meer en meer impact krijgen?

Lied 113: “Heer Jezus, koning en Gezalfde Gods”

Gebed

Niet eenzaam
Hebt Gij ons geschapen,
Maar als een tegenover
Voor elkaar,
Om elkaar te hoeden,
Om samen vruchtbaar te zijn,
De aarde te vervullen
Van goedertierenheid
En elkaar te geleiden
Naar het land van uw vrede ..
Laat dan toch Hij
Die ons als broeder
Is gegeven,
Onze herder en gids zijn. (S. de Vries)

Inleiding op de lezing
De mooiste tekst over Jezus schreef Paulus in zijn brief aan de Filippenzen. Paulus plaatst Jezus tegenover Adam, dè mens, jan en alleman. Adam klampte zich vast aan zijn ijdelheid, aan het besef dat hij de koning van de schepping was en daarom in deze wereld de gelijke van God aan wie hij geen verantwoording moest afleggen. Tegenover Adam staat Jezus, die van die courante idee afstand deed en een weg van zelfontlediging ging. Doorheen dat proces van zich leeg maken werd Hij de eerste van en het voorbeeld voor ons allen.

Filippenzen 2,1-11

Lied 363: “Gij zijt voorbijgegaan, een steekvlam in de nacht.”

Homilie

Op deze laatste zondag van het kerkelijk jaar richt de kerk de schijnwerper helemaal op de persoon van Jezus. Voor mij is het een ideaal moment om die schijnwerper naar onszelf te richten en ons even af te vragen wat die Jezus concreet voor ons betekent. In de loop van het jaar lezen we hier allerlei fragmenten uit het evangelie en elke keer wordt je wel met een of ander aspect van zijn persoon geconfronteerd. Maar als je nu even achteruit gaat zitten en naar het geheel kijkt, heeft dan zijn persoon en zijn boodschap impact op uw manier van denken en handelen? Toen ik deze woorden neerschreef dacht ik: dat is een heel intieme vraag waarop ik liefst in het publiek niet zou willen antwoorden. Want de confrontatie met het evangelie werkt inspirerend, maar confronteert me ook met zoveel aspecten waarin ik niet slaag of niet aan toe ben. Misschien is dat wel iets voor een kleine gespreksgroep. Ik heb daarom voor mijn homilie gekozen voor een wat afstandelijker, meer theologische benadering zoals Pagola die aan het einde van zijn boek maakt.

Voor Jezus is God geen idee, maar een levensnabije aanwezigheid die doet leven en van het leven doet houden, schrijft hij. God is niet in religie geïnteresseerd, maar in de vraag of deze wereld meer menselijk en beminnenswaard wordt. Stelt men mij dus de vraag ‘wat voor Jezus het allerbelangrijkste was’ schrijft Pagola, dan is mijn antwoord zonder twijfel: het Rijk van God. Dat was heel zijn passie. Daarvoor heeft Hij zich helemaal gegeven, daarvoor heeft Hij gestreden en werd Hij vervolgd. In het centrum van Zijn leven stond niet alleen God, maar God zoals Die begaan was om de geschiedenis van de mensheid.

Jezus spreekt niet alleen over God, maar over God en zijn rijk van vrede, van mededogen en gerechtigheid. Hij nodigt niet uit enkel God te zoeken, maar het rijk van God en zijn gerechtigheid. En dus moeten wij het leven uitbouwen zoals God dat wil. Wij moeten dus Gods mededogen in deze wereld binnen brengen, de blik van deze wereld richten naar de zwaksten, gebaren van goedheid vermenigvuldigen om zo het lijden te verminderen. Dat is de kern van ons christen zijn.

Jezus heeft niet zoals de Griekse filosofen een school gesticht, Hij richtte geen instituut op dat voor de waarachtige godsdienst zou instaan. Jezus bracht een beweging op gang en stuurde zijn leerlingen uit om het project van het Koninkrijk van God aan te kondigen. Willen we een reële inhoud geven aan onze verbondenheid met Hem dan moeten wij “geloven wat Hij heeft geloofd; beleven wat Hij beleefde; belang hechten aan wat Hij belangrijk vond; de mensen nemen zoals Hij die aanvaardde; naar het leven kijken zoals Hij ernaar heeft gekeken; bidden zoals Hij heeft gebeden; de hoop verspreiden zoals Hij deed.” (p. 489)

Toen Jezus op het kruis een grote schreeuw uitstootte, was dit niet alleen de kreet van een stervende, het was ook de schreeuw van alle gekruisigden van onze geschiedenis. Die schreeuw van protest en van hoop hebben de eerste christenen nooit vergeten. Want daarin hoorden zij de roep van de verworpene die zoekt naar geluk. In deze gekruisigde identificeerde God zich met allen die lijden. De verrijzenis van Jezus is daarom de uiteindelijke reden en de diepste kracht van onze hoop. Door zijn weg te gaan verbinden we ons ertoe om deze wereld meer menselijk te maken zoals God het ook wil.

De vraag ‘wie Jezus voor mij persoonlijk is’ heb ik daarmee niet beantwoord. Wel heb ik voor mij enkele grote lijnen getrokken waarbinnen dat zoeken zich afspeelt. Ik heb dus moeite met die beschrijvingen die de persoon van Jezus zodanig verheerlijken dat ze geen oog hebben voor zijn project en voor de God waarnaar Hij verwees. Er bestaat een soort van verering waarbij het alleen nog om de vergoddelijkte Christus gaat. Ook aan de andere kant heb ik voor mij een grens getrokken: waar men van Jezus enkel maar een leraar, een profeet of een vriend maakt. Ik denk dat Hij recht heeft op meer, vandaar mijn bedenking dat die Jezus via zijn spreken en via zijn persoon iets teweeg heeft gebracht, ons meegetrokken heeft in zijn passie voor God en zijn rijk. Vandaar ook mijn vraag vandaag: of die passie ook ons heeft bereikt en ons op weg heeft gezet om anders te gaan leven.

Groot dankgebed 150: “Die naar menselijke gewoonte met een eigen naam genoemd werd...”
Na de communie 721: Psalm 150


Slotoverweging door de Derde-Wereldgroep
Vorige vrijdag was het dag op dag 50 jaar geleden dat President Kennedy vermoord werd. Ik herinner me dat nog goed. Ik was 18 jaar. Ik zat het eerste jaar hier op kot in Leuven, in een gemeenschapshuis. Iemand van ons had een radio. En we zaten allemaal bij hem, op zijn kamer, ontsteld te luisteren.
Ik vraag me af wat onze kinderen, of onze kleinkinderen, zich over 50 jaar, in 2063, zich gaan herinneren van deze week, nu, in het jaar 2013?

Is dat de aanslepende oorlog in Syrië? Of de miljoenen mensen die op de dool zijn in de Filipijnen na de doortocht van de tyfoon Haian?
Of zou het toch misschien de klimaatconferentie zijn in Warschau, die gisteren, op de valreep nog met een zwak compromis eindigde?

Zullen onze kinderen en kleinkinderen in een tijd leven waarin een tyfoon zoals in de Filipijnen, wel meer zal voorkomen. Zullen ze in een tijd leven waarin telkens weer opnieuw miljoenen mensen op de vlucht zijn omwille van oorlogen, droogte, klimaat... ?
En zullen ze dan verwijtend terugdenken aan 50 jaar geleden? Toen een land als Japan al zijn vroegere klimaatdoelstellingen schrapte, gevolgd door Canada, Australië... 'Een slag in het gezicht van de arme landen' zoals het werd bestempeld?
Of zullen onze kinderen en kleinkinderen over 50 jaar terugdenken aan het protest van de NGO's en internationale vakbonden die toen de onderhandelingen hebben verlaten omdat thema's zoals klimaatrechtvaardigheid nagenoeg volledig werden genegeerd?

In welk klimaat zullen onze kinderen en kleinkinderen leven in het jaar 2063? En hoe zullen ze dan terugdenken aan 50 jaar geleden, toen er niet gedaan werd wat moest gedaan worden? Toen de machthebbers weigerden de boodschap van de wetenschappers ernstig te nemen.

Laten we daar even bij stilstaan!
------