------
Welkom
------
Liturgie
------
Vorming
------
Historiek
------
Archief
------
Kalender
Share-project
------




17 april 2014: Witte donderdag

Groeiend naar een nieuwe gemeenschap

Marcel Braekers

Openingszang 587: “Vleugels van vertrouwen”

Begroeting


We volgen het relaas van het laatste avondmaal zoals opgetekend door Nico ter Linden. In het verhaal zit een mooie dynamiek. Het begint met te vertellen hoe de leerlingen alles gereed maken voor een klassiek Joods Paasmaal. Herinneringen aan de oertijd in Egypte komen op, het lam en de ongezuurde broden zijn gereed, het feest kan beginnen.
Maar dan begint het verhaal te kantelen. Allereerst door het gebaar van de voetwassing, het profetische teken waardoor Jezus aan alle volgelingen wil duidelijk maken dat eenvoudige dienstbaarheid in het centrum van een geloofsgemeenschap moet staan.

En het gebeuren kantelt een tweede keer als Jezus nog een laatste keer brood breekt en een beker met wijn vult. De herinnering aan de tijd in Egypte wordt open gebroken naar de toekomst. Brood en wijn worden symbool dat dient om het oude verhaal van verdrukking los te laten, om verder te kijken dan de kleine geschiedenis van Israël. Zoals graan en druiven sterven om brood en wijn voor velen te worden zo werd het rituele paasmaal in die avond een verhaal voor nu en voor de toekomst, een verhaal van bevrijding voor alle mensen.

Wat mij daarbij fascineert is die overgang van het kleine wij (wij de Israëlieten die hun redding herdenken) naar die open betrokkenheid op heel de wereld. Hoe krachtig kunnen symbolen zijn zodat ze bewerken dat mensen durven kijken voorbij zichzelf, voorbij hun eigen volk en oog krijgen voor wat iedereen aanbelangt?

Gebed

Liefde volhardt in het scheppen van ruimte
Blijft waaien als een milde lentewind
Die bloeien laat en nooit verstikt
Liefde loopt niet te koop
Uitdagend met hoge borst
Liefde kent geen trots
Die beschadigt en beschaamd maakt
Liefde wil niet overwinnen
Niet zelfgenoegzaam zijn,
Zich niet handhaven
Liefde verdraagt geen onbetrouwbaarheid
Maar deelt de vreugde met mensen
Die op elkaar aankunnen
Liefde is een alles omvattend huis
En biedt een dak voor totaal vertrouwen
Voor grenzeloos verwachten
Liefde houdt eindeloos vol, valt niet af
Liefde alleen laat zich kennen
Als toekomst die blijft.    (S. de Vries)

Eerste lezing: de voorbereiding van het paasmaal, mijmering over de tijd in Egypte
    Lied 516: “Gij die voor alle mensen”
Tweede lezing: voetwassing
    Lied 558: “Liefde, eenmaal uitgesproken”
Derde lezing: van maaltijd naar eucharistie vieren
    Lied 586: “Geen ander woord dan wat door onze handen gaat”

Homilie

Wat mij zo bijzonder intrigeert in het vieren van dat laatste paasfeest is de manier waarop Jezus zich helemaal inleeft in de traditie van zijn volk en zoals iedereen Pesach of Uittocht viert, maar tegelijk dit feest openbreekt en er een heel nieuwe betekenis aan geeft. Wat vanaf het begin een Joods feest was in herinnering aan de vlucht uit Egypte en het opstaan in vrijheid wordt door Jezus opengetrokken tot een feest van alle mensen en volken. Iedereen wordt uitgenodigd om rond deze tafel te komen, brood en wijn worden om niet en in overvloed gedeeld, want zo zijn ze symbool van Gods onvoorwaardelijke liefde. Centraal daarbij is de dienstbaarheid, in alle eenvoud aandacht hebben voor elkaars noden en zonder een zweem van eigenwaan of valse bescheidenheid het leven behoeden en voor elkaar bevorderen. Fascinerend vind ik het dat Jezus dit oude ritueel met twee heel eenvoudige symbolen doorbreekt: het wassen van de voeten en het rondreiken van brood en wijn.

Voor mij valt daar veel uit te leren. Het bewijst hoe krachtig sprekende symbolen zijn, hoe zij mensen kunnen mobiliseren en op weg helpen naar een andere toekomst. Ik begrijp dit gebeuren als een oproep om op eenzelfde manier in te treden in de traditie van ons christendom, te vieren zoals men twintig eeuwen gevierd heeft, en tegelijk van binnenuit vanuit ons hart en ons gevoel in deze tijd en deze wereld een nieuw begin te maken. Misschien wordt van ons eenzelfde vindingrijkheid gevraagd om voor vandaag, hier en nu een sprekend teken te stellen waardoor de onvoorwaardelijke liefdevolle nabijheid van God tastbaar wordt en waardoor wij tot een levende gemeenschap groeien waar liefde centraal staat.

Groot dankgebed

Voorganger: Dit is zijn testament
Het woord waarmee Hij bij ons blijft:
Dat wij de liefde delen waarmee Hij zich aan ons gaf.
Vriendschap als trouw die blijft,
Die stand houdt in de hitte van de dag,
Niet sterft wanneer het nacht wordt …
Allen: Wij zijn zijn vrienden met wie vrijheid wordt gedeeld.
Geen slaven meer, gedwongen en gebonden,
Geketend en gebruikt.
Maar opgegraven uit onszelf,
Uit verstikking opgetild.
Zijn hart vertaalt voor mij de liefde, die
Hij van de Vader kreeg.
En met zijn ogen mag ik voortaan kijken naar de mensen.
Deze avond gedenken wij, God,
Het lijden en sterven van uw Gezalfde,
Zijn trouw aan U.
En hier gedenken wij zijn opstaan:
Uw trouw aan Hem, aan ons.
Geef ons deel, bidden wij aan zijn gebroken lichaam
Opdat wij kunnen gaan, wég uit de nacht.

Instellingswoorden
Lied: 544: “Eet en drink van brood en wijn”

Voorganger: Als wij dan eten van dit brood
Hoe zullen wij oprecht durven bidden
Voor wie niets meer te verliezen hebben:
Zoveel hongerenden
Landen met miljarden schuldenlast,
Armen, ook onder ons.
Geef dat wij onze ogen niet sluiten
En hen kennenAllen: Als wij eten van dit brood
Geef ons dan ogen, God, die niemand buiten sluiten.
Laat onze liefde het weerwoord zijn waar haat regeert,
Ons protest hoorbaar waar mensen worden gekrenkt.
Laten wij vertrouwen wekken waar mensen vertwijfeld zijn,
Moedgevend waar zij de wanhoop nabij zijn.
Als wij dan eten van dit brood
Bidden wij voor eenheid onder elkaar in onze gemeenschappen.
Laat dit gebroken brood niet verkruimeld worden
Maar zijn kracht behouden:
Genezend, verbindend, sterkend
Laat ons zo eten van dit brood totdat Hij komt.

Na de communie: Vrije voorbeden + refrein 132: “Da pacem in diebus”

Niets, niets begrepen wij, niet van dat woord
Niet van een ander woord, en niets van hem.
En toch bleven wij om hem heen, zo dicht
We konden, om de kracht die van hem uitging
Om van zijn lippen onze naam te horen,
Om wie hij was, zijn oogopslag, zijn handen.
Wij willen naast jou tronen, zeiden wij,
Wanneer je koninkrijk gekomen is.
Maar kun jij mijn beker drinken, vroeg hij.
En jij? Ik wel, ik ook. Je zult hem drinken.
Maar tronen, nee – wij liggen in het gras
Met wolf en lam, in dauw, aan stromend water. (H. Oosterhuis)

Rond het altaar
- Lezing uit de profetieën van Jesaja hfst. 53
- Als uitdrukking van Jezus’ verlatenheid wordt het altaar tot een lege steen gemaakt

------