5 oktober 2014: 27° zondag
Hoe gaan wij om met de gegeven wijngaard?
Mt. 21,33-46
Marcel Braekers
Openingszang 511
Begroeting
Het is geen erg originele gedachte als ik zeg dat er in deze wereld
veel onrecht heerst. In veel landen is de rijkdom in handen van
een klein groepje families. Vooral de olielanden beschikken over
fabelachtige rijkdom en profiteren er op een gulzige manier van.
Andere landen zoals Congo zijn eerder slachtoffer, omdat weer andere
zich zomaar ongegeneerd meester maken van haar rijkdom. Mocht de
wereld niet draaien op fossiele brandstof dan zou de wereldorde
er totaal anders uitzien. Nadenkend over bezit komen nog zoveel
andere vragen bij me op: Waarom wordt je zomaar eigenaar van landerijen
of erf je geld omdat je ouders toevallig rijk waren? Vanwaar ontstond
dat zo evidente erfrecht? Waarom kan men zomaar zeggen dat wat zich
onder mijn grond bevindt ook van mij is en niet van de gemeenschap?
Het principe dat het Joodse volk invoerde, toen ze het beloofde
land introkken, was bijzonder ethisch: om de zeven jaar was er een
heilig jaar en werden alle schulden weggeveegd, alle panden teruggegeven,
en werden alle mensen weer elkaars gelijken. Helaas, hield ook het
volk zich niet aan die wet of had men allerlei trukjes om de wet
te omzeilen.
De onrechtvaardige verdeling zorgt voor onrechtvaardige en ongelijke
verhoudingen tussen volkeren en tussen individuen. Wie heeft er
gelijk als het gaat over de ongelijke verdeling: Thomas Picketty
of het Oeso-rapport? In Jezus tijd bestonden reeds schrijnende
verschillen. Rond het meer van Galilea woonden arme vissersfamilies
in kleine bouwvallige hutten. In de bergen probeerden kleine boerkes
hun gezin met kunst en vliegwerk recht te houden. De meest vruchtbare
streken in het Zuiden van Palestina werden gedomineerd door enkele
grote latifundia, grote boerderijen die toebehoorden aan enkele
grootgrondbezitters. Die leefden meestal in Jeruzalem of in het
buitenland waar een aangenaam klimaat was ( = hij trok naar een
ver land). Op de boerderijen woonden pachter-families en werd alles
beheerd door een rentmeester. Maar of het nu een goed of een slecht
jaar was, of er zwermen ongedierte overwaaiden, of huurtroepen vernielend
voorbij trokken, altijd moest men dezelfde pacht afdokken, meestal
aangedikt met de onredelijke hebzuchtige eisen van de rentmeester.
Dat leidde regelmatig tot opstand en geweld, zodat soldaten erbij
werden gehaald om de rust te herstellen.
Zoals u straks zult horen deed zich hetzelfde al voor in de tijd
van de profeet Jesaja. Vandaar dat er altijd opnieuw profeten opstonden
om die wantoestanden aan te klagen. Uria werd met het zwaard vermoord
(Jer.26,20), Jeremia werd in een houtblok geplaatst, Secharja werd
gestenigd, enz. Ook Jezus plaatst zich in de lijn van deze profeten
en roept op tot een rechtvaardige herverdeling, een rechtvaardige
samenleving, en een nieuwe hartelijke omgang met elkaar. Ook Hij
werd vermoord. Twee keer wordt de parabel van wijngaard verteld
en elke keer voel je op de achtergrond die hang naar een rechtvaardige
wereld die botst met de hebzucht, de evidente overmacht van wie
gelukkige eigenaar is. Laten wij daarom onze vragen en onze verlangens
aan God voorleggen en samen met Hem uitzien naar een andere wereld.
Iets nieuw in de vieringen: Na de homilie kan men een kaarsje mee
naar voor brengen, eventueel iets zeggen bij dat kaarsje of het
gewoon op het altaar zetten.
Vergevingsmoment refrein van nr. 115
Laten we daarom even stilstaan bij onszelf:
- Hoe is onze omgaan met elkaar? Gebruiken wij onze vrijheid om
de ander te laten groeien of biedt ze ons de kans tot concurrentie
en strijd?
- Geroepen tot vrijheid om deze aarde tot een levenstuin te maken
waar ieder een plaats heeft om te leven en we met elkaar leven in
gerechtigheid en vrede. Wat hebben we van deze wereld gemaakt? Hoe
hebben we ons gedragen tegen onze moeder aarde?
- Hoe gaan we om met onszelf? Werden we tot slaaf van ons werk,
maken we tijd om te mijmeren en te genieten, om te luisteren naar
elkaars verhalen en naar onze eigen diepste wensen en noden?
Gebed
Heer onze God,
Gij hebt ons geroepen tot vrijheid
En ons een kostbare schat in aarden kruiken toevertrouwd.
Daarom vragen wij U:
Wil Gij ons dragen en wees in ons leven aanwezig
Als een uitnodigend vergezicht, een ongrijpbare on-grond
Zodat ook wij in respect en afstand maar met inzet van al onze
krachten
Deze aarde tot een wijngaard zouden ombouwen
Waar het goed is voor iedereen om te wonen.
Inleiding
op de lezingen
Reeds in de tijd van Jesaja was de samenleving reeds zo geëvolueerd
dat gerechtigheid dikwijls ver was te zoeken. Daarom vertelde Jesaja
deze parabel over een wijngaard. De wijngaard was voor het volk
het mystieke beeld van Gods uitverkiezing en drukte de liefde en
zorg van God voor zijn volk uit. Het liefdesgedicht werd echter
door de profeet verbonden met een diepe verlangen naar een ethisch
réveil, een heroriëntering tot gerechtigheid.
Jesaja 5, 1-7
Lied 587
Matteüs 21, 33-46
Homilie
Hoe vreselijk moet deze parabel niet geklonken hebben in de oren
van Jezus omstaanders. Iedereen was immers vertrouwd met het
symbool van de wijnstok. Hij was symbool van de liefde tussen man
en vrouw en van hun vruchtbaarheid zoals nieuwe ranken aangroeien.
De wijnstok was symbool geworden van de liefde tussen God en zijn
volk. God als wijngaardenier die met veel zorg en liefde zijn wijngaard
verzorgde, opdat hij vruchten zou dragen. Maar reeds in het Eerste
Testament kwam er al kritiek. Mijn volk brengt geen vruchten
van gerechtigheid voort zegt Jahwe. En in de psalm klinkt
de pijnlijke klacht van de dichter: Waarom hebt Gij de omheining
rond uw wijngaard neergehaald? Waarom kunnen de everzwijnen hem
zomaar omwoelen? Waarom God hebt Gij ons in de steek gelaten?
Ik vermeld deze teksten maar om een idee te geven hoe sterk dit
symbool van de wijngaard leefde en hoe hard daarom de kritiek van
de parabel moet hebben geklonken.
Jezus herneemt de parabel van Jesaja maar verlegt het accent op
de pachters. Hun egocentrisch en dominant gedrag steekt schril af
tegen de zorg waarmee de eigenaar tewerk was gegaan. Daarom zal
de wijngaard aan anderen worden gegeven. Weg de mystieke verbondenheid,
weg dat fundamentele gevoel van uitverkoren volk te zijn, het harde
verdikt was geveld. En, of het nog niet genoeg was, voegde de eerste
christengemeenten aan de parabel nog een stuk toe: hoe de zoon van
de eigenaar kwam om tot gerechtigheid op te roepen en hoe die zoon
werd vastgrepen en vermoord. Voor de eerste christenen was de moord
op Jezus een zoveelste bewijs van ontaarding.
Het Jodendom dat zo geroemd werd om zijn hoogstaande moraal wordt
hier van binnenuit veroordeeld. Men heeft de oorspronkelijke ethiek
met de voeten getreden, men heeft de profeten die om gerechtigheid
riepen monddood gemaakt en zelfs vermoord. Hoe moest het verder
en wat kunnen wij nog met dit verhaal aanvangen?
Ook al leven we in een totaal andere tijd en in een heel andere
wereldorde, die roep om gerechtigheid blijft onveranderd doorklinken.
Het is een oproep aan de rijke landen om tot een rechtvaardige herverdeling
te komen, om drukkende schulden aan derdewereldlanden te laten varen,
om eerlijke prijs te geven voor hun producten.
De parabel is een oproep aan de politici om bij een regeringsvorming
vooral oog te hebben voor de zwaksten, voor werkzoekende, voor gezinnen
in armoede.
De parabel is een oproep aan de kerkleiders die dit weekend aan
de synode beginnen om zich eerder te laten leiden door mededogen
dan door harde principes.
De parabel is een oproep aan alle mensen om zich niet zoals die
pachters meester te willen maken van de aarde, maar zorgzame beheerders
te zijn van een kwetsbare wereld.
Het uiteindelijke doel is de liefde tussen de eigenaar en zijn wijngaard
te herstellen, om mystieke verbondenheid en krachtig engagement
met elkaar te verzoenen.
Groot dankgebed + refrein 134
Na de communie 553
Mededelingen
- Dinsdag spreekt Olivier Riaudel over sacramenten
- Op 13/10/14 starten we met het leerhuis hier op Filosofenfontein
|