------
Welkom
------
Liturgie
------
Vorming
------
Historiek
------
Archief
------
Kalender
Share-project
------





18 januari 2015: Tweede zondag in het jaar

God roept Samuel

Marcel Braekers

Openingszang 102: “Onze hulp is in de naam van de Heer”

Gebed

Wij openen ons voor U, o God,
Opdat uw Geest kan dalen en in ons worden
Tot onze eigen adem.

Wij openen ons
opdat de kracht Van wat U blijft bewegen
ons richting geeft.

Wij openen ons opdat uw wind
Ons zuiveren mag in alle hoeken van ons hart
Tot in de diepten waar wij zelf niet gaan.

Wij openen ons opdat uw liefde
Ons zal bezielen en zo uw Geest
In ons woorden vindt waarmee ons hart en onze ziel
Voor uw schepping ontwaken. (naar S. de Vries)

Lofzang 585: “Alles wat adem heeft love de Heer”

Begroeting


Vandaag staat in de woorddienst de roeping van Samuel centraal. Maar alvorens te luisteren naar de Bijbellezing wil ik in een paar woorden iets zeggen over de historische context. De geschiedenis van Samuel begint op een ogenblik dat de Israëlieten voortdurend in conflict lagen met hun buurvolk, de Kanaänieten.
Eigenlijk speelde zich hetzelfde conflict af als vandaag. Kanaän strekte zich uit over Gaza en enkele steden, Israël lag daarnaast. Beide volken streden om meer grondgebied en werden anderzijds afgestopt door de grootmacht Egypte. Vandaar dat vanaf deze tijd in Israël de vraag komt naar een koning om zo beter georganiseerd te zijn en de ander het hoofd te kunnen bieden. Saul en David staan er reeds aan te komen.

Maar eer het zover is richt de verteller de focus op de geschiedenis van één persoon. Het begint allemaal heel klein en bijna uitzichtloos: het is de geschiedenis van een belangrijke profeet, Samuel. Misschien weet u nog van vroegere lezingen dat ergens in het bergland een man woonde met twee vrouwen. De ene, Penina, kreeg kinderen, de andere Hanna bleef kinderloos en werd daarom gepest door de andere vrouw. Maar Hanna bleef God om een kind smeken en werd uiteindelijk ook zwanger. Ze noemde haar kindje Samuel, want zo zegt ze ‘God heeft mijn gebed gehoord’ en ze beloofde het kind af te staan aan de tempel waar het in dienst van de priester zou leven.

Samuel komt zo in het heiligdom van Silo en zal als volwassene met twee belangrijke situaties worden geconfronteerd: hij zal de eerste koning zalven en hij moet op religieus vlak dingen recht zetten, want de priesters van dat ogenblik, de zonen van Eli, misdroegen zich. We luisteren naar het verhaal op het ogenblik dat Samuel door God wordt geroepen. Ik koos de versie uit de kinderbijbel van Klink omdat zij het naïef poëtische van de vertelling het mooiste verwoordt.

Lezing: roeping van Samuel – Kinderbijbel van Klink, p. 198-200.

Lied 529: “Hoort hoe God met mensen omgaat”

Homilie

Met dit verhaal gebeurt er iets dat typisch is voor de geschiedenis van Israël: op het ogenblik dat alle aandacht naar vechten, veroveren en zich handhaven gaat, wordt in een hoekje van het land een heel andere geschiedenis geschreven. Samuel hoort Gods stem en krijgt de taak op zich om als profeet het land terug bij zijn echte oorsprong te brengen. Voor ons klinkt het wat vreemd dat een vrouw belooft haar kindje voor de cultus af te staan eenmaal hij niet meer moet gezoogd worden. Een beetje als The little Boeddha kende men in Israël dit gebruik. Het was voor de ouders een offer, maar tegelijk een daad van liefde en verbondenheid. Je kan dit maar begrijpen als je beseft dat men in die tijd een andere opvatting over opvoeding, over de plaats van religie in het dagelijkse leven had. Naïef en vertederend vertelt de schrijver daarom dat de moeder elk jaar een nieuwe tuniek voor die jongen maakt als ze hem gaat bezoeken. Samuel krijgt onderricht in de gebruiken, de Wet en de geschiedenis van zijn volk. Tot daar was alles gewoon, zo gebeurde het wel meer met kleine jongens die werden afgestaan (denk maar aan Samson en het statuut van Leviraat dat men in Israël kende).

Maar in het verhaal heeft plots een breuk plaats: God roept uitdrukkelijk Samuel die eerst meent de stem van Elia te horen. Wilde de auteur op een naïeve manier verwoorden hoe God iemand roept of wilde hij verduidelijken dat God altijd via mensen roept? De priester Eli begrijpt onmiddellijk de ernst van de situatie. Hij stimuleert Samuel om te luisteren en zich beschikbaar te maken. Achteraf hoort hij Samuel uit en buigt het hoofd als hij beseft wat er is gebeurd. Hij weet goed dat zijn zonen zich als priesters misdroegen, maar hij had niets meer aan hen te zeggen. Zo begint met Samuel een nieuwe tijd.

Er doet zich hier iets voor dat in de geschiedenis van Israël altijd terugkeerde: terwijl iedereen in de ban is van vechten, van verdedigen of veroveren, van rijk worden en bezitsuitbreiding gebeurt in een kleine uithoek iets totaal anders. God roept en stuurt via mensen de geschiedenis een andere kant op. Vanaf Samuel zal voortaan het leven in Israël altijd beoordeeld worden door een of andere profeet. Hij is geen priester en evenmin een burgerlijke bestuurder. De profeet is geen geleerde of een man van aanzien, maar een ziener, iemand die geïnspireerd door Gods openbaring altijd weer opkomt voor gerechtigheid, iemand die in geen enkel vakje is thuis te brengen en die mensen wakker schudt om terug te keren naar de wortels van het leven. Vanwaar haalt hij zijn legitimiteit? Van niemand, enkel door God geroepen en daarom ook nergens onder te brengen. Vandaar dat die profeten altijd worden gewantrouwd, belachelijk gemaakt of soms zelfs gedood. Gods woord staat dikwijls haaks op wat mensen doen of denken. Ook Johannes de Doper en Jezus hebben zichzelf in die lijn van de profeten gezien en waren zich ervan bewust dat het om een risico-roeping ging.

Voor ons, vandaag, is het een dwingende vraag wie er profeet is. Zijn er mensen die die Stem horen en die durven de weg van afzondering en kritische reflectie te gaan? We maken de laatste dagen een vreemde evolutie door: miljoenen Fransen roepen om hun ‘liberté’ en plots wil iedereen een exemplaar van een satirisch blaadje dat voordien nauwelijks nog kon bestaan. Gefrustreerde en boze fundamentalisten schreeuwen om wraak. Gaat het nog om godsdienst of om een botsing tussen totaal verschillende culturen en sociale en economische systemen? Blijft er dan alleen nog het besluit, zoals je sommigen hoort zeggen, dat al die godsdiensten er enkel voor achterlijke, onvolwassen wezens is? We hebben bijzonder behoefte aan mensen die vanuit een diepe bewogenheid om de God van bevrijding roepen om gerechtigheid. Mensen die anderen op een echt bevrijdende manier bij zichzelf en bij die Ene brengen. Niet om mijn gelijk, mijn recht gaat het, maar om wat fundamenteel humaan is, bevrijdend voor iedereen.

Groot dankgebed 154 + slot 181: “Dan zal er vreugde zijn op aarde”

Na de communie 515: “Ik zal er zijn”

------