------
Welkom
------
Liturgie
------
Vorming
------
Historiek
------
Archief
------
Kalender
Share-project
------





15 februari 2015: 6° zondag

De genezing van een besmettelijke zieke (Mc.1,39-45)

Marcel Braekers

Openingszang 103: “Gezegend deze dag”

Begroeting


In de voorbije drie weken hebben we het begin van het Markus-evangelie beluisterd. Markus wilde zijn geloofsgenoten in Rome laten aanvoelen hoe die Jezus had geleefd. En heel pedagogisch beschrijft hij aan het begin van zijn evangelie hoe zo’n dag van Jezus eruit zag. Het was sabbat en dus ging Jezus naar de synagoge waar Hij het woord nam, maar door man met een onreine geest werd onderbroken. Jezus legde de demon het zwijgen op en ging na de religieuze dienst naar het huis van Petrus waar Hij diens schoonmoeder genas. Tegen de avond kwamen vele zieken om door Hem genezen te worden. Zo werd het nacht en bleef Jezus in het huis van Petrus om te overnachten. Maar midden in de nacht stond Hij op om te bidden. Geef toe, een wel goed gevulde dag.
Zo wil Markus zijn geloofsgenoten in Rome op sleeptouw nemen om zich door die Jezus te laten raken. Hij was een man met een bijzondere macht om mensen te genezen en Hij sprak met groot gezag, niet zoals de schriftgeleerden. En ten slotte: die Jezus leefde en bad in intense verbondenheid met zijn Vader.

Voor een aandachtige lezer was dit een dag vol vrede en heil. Niet toevallig een sabbat, de dag waarop de schepping tot voltooiing kwam. Markus construeerde zo met een aantal verhalen die over Jezus de ronde deden een dag waarop mensen genazen van alles wat hen vervreemde of bedrukte, een dag waarop ze tot rust kwamen en hun evenwicht terug vonden. En de kerk koos ervoor om dat verhaal op zondag voor te lezen om zo over eeuwen heen mensen te laten aanvoelen wat zo’n ‘dag des Heren’ kan betekenen.
Ook wij komen samen om zo’n dag mee te maken. Dus in plaats van een bezoek aan het fitnesscentrum of met de wielertoerist 100 kilometer te fietsen of op het gouden kruispunt zich te vergapen aan de winkeletalages zijn er gelukkig ook enkelen die zich laten inspireren door het verhaal van een dag zoals beleefd door Jezus. Je kan er je eigen leven tegen aanleggen. Misschien heb jij ook de kracht van het woord, het vermogen om een zieke te troosten of samen of in het centrum van je zelf God te laten gebeuren.

Gebed

Gij die ons roept
Om uw nabijheid en bevrijdende kracht
Door te geven en wakker te maken
In wie verdrukt zijn, eenzaam en onvrij,
Wij vragen U
Wek uw kracht en kom ons bevrijden,
Maak ons tot hoorders van dit Woord
En tot kwetsbare getuigen
Van wat wij in stilte en verwondering van U vernamen.

Geloofsbelijdenis 538: “Ik geloof in de God,
                                   die het begin en de laatste zin van de dingen is”

Inleiding op de lezing

Na de sabbatsdag van Jezus gaat het verhaal verder, want Jezus trekt door heel het land. Onderweg wordt Hij aangeklampt door een man met een besmettelijke huisziekte. Daarover gaat de lezing van vandaag. Vandaar mijn bedenking als aanzet:

Hebt u ook met grote bewondering al die gezondheidswerkers zien optreden in de landen die door EBOLA zijn getroffen? Soms alleen nog om de overledenen te begraven, aan zieken een fles water aan te bieden, helemaal machteloos tegenover een besmetting waar geen hulp voor is, soms met te weinig uitrusting om zichzelf te beschermen, maar altijd met het risico zelf slachtoffer te worden. Waar halen die mensen de motivatie, de moed en de liefde om zich zo kwetsbaar in te zetten? Voor mij zijn dat heiligen, soms martelaren die ons eeuwig respect verdienen. Deze bedenking maakte ik mij bij de lezing van het evangelie.

Een man met huidvraat komt naar Jezus. In de Nieuwe Bijbelvertaling staat niet meer melaatsheid, omdat dit slechts één van de vele huidaandoeningen was waaraan mensen leden. Net als met EBOLA waren in die tijd mensen bang om besmet te worden door een zieke. De enige afweer die men kende, was hen isoleren. Maar net als vandaag in Afrika was dat principe niet eenvoudig. Familie en vrienden laten een zieke niet zomaar in de steek. De voorschriften waren daarom rekbaar. Wie een huidziekte had mocht zeker niet de heilige stad Jeruzalem binnen. In kleinere dorpen paste men de isolatie niet zo strikt toe. En op veel plaatsen mochten de patiënten wel nog de synagoge bezoeken. Zo is het te begrijpen dat een man naar Jezus komt en om genezing vraagt.

Voor en na evangelie 124: “Open die woorden”
Markus 1,40-45

Homilie

Mensen waren in de tijd van Jezus even bang voor besmetting als vandaag de mensen in Afrika of India. De brandende zon, gebrek aan hygiëne, tekort aan kennis van wat besmetting kon zijn, dat alles zorgde ervoor dat men niet alleen voor de besmettelijke melaatsheid bang was, er waren zoveel andere huidziekten waar men geen raad mee wist. U zou hoofdstuk 13 van Leviticus moeten lezen om te begrijpen hoe men probeerde klaarheid te krijgen. Gaat het om een kale plek? Is ze wijrood of wit? Groei er nog haar op, enz? Allemaal vragen die de controlegeneesheer, in dit geval de priester, moest kennen. De remedie was echter bijna altijd dezelfde: mens isoleerde de zieke. Ik lees slechts het vers voor dat ook een deel van de eerste lezing moest uitmaken:

Wie door huidvraat aangetast is moet zijn kleren scheuren, zijn haar los laten hangen, baard en snor bedekken en ‘onrein, onrein’ roepen. Zo iemand blijft onrein zolang de aandoening duurt. Als onreine moet hij apart wonen en buiten het kamp verblijven. (Lev. 13,45-46)

Tegen deze achtergrond moet je het optreden van Jezus begrijpen. De besmette man valt voor Jezus neer. Maar in plaats van weg te lopen raakt Jezus de man aan en wordt daarmee ook zelf onrein. Diep bewogen door het fysieke en geestelijke leed, staat er in het Grieks, laat Jezus zich raken, raakt Hij zelf aan en trekt Hij de man uit zijn isolatie. Dat aanraken en geraakt worden is de sleutel van het verhaal. De man hervindt daardoor zijn waardigheid en maakt terug deel uit van een gemeenschap, zij het van een wat speciale randgroep van volgelingen van Jezus. En sterker nog: hij wordt door Markus voorgesteld als de eerste verkondiger na Jezus van de Blijde Boodschap.

Na een zondag zoals Jezus die beleefde en ook wij zouden kunnen beleven te hebben beschreven, geeft Markus opnieuw een aanzet om over onszelf na te denken: een leerling van Jezus is iemand die wordt aangeraakt, of die zich laat raken door Jezus’ boodschap. Misschien moest je zoals deze man herstellen van een diep lijden of droeg je een verborgen last met je mee. Of werd je getroffen door de kracht van zijn Woord en word je geraakt in je diepste centrum. Maar alleen zo word je leerling van Hem. Voor Markus ging het om en existentieel krachtig gebeuren. Sterker nog: je wordt uitgenodigd om verkondiger te worden. Niet door wat abstracte theologie of een maatschappijleer te produceren maar door getuigen van dat aangeraakt worden. Dat is ook het appèl dat Markus aan ons hier richt.

We hebben dus geen behoefte aan wat het kerkelijke beleid met een homilie bedoelt. Een homilie dient een soort van actualiserende parafrase van het evangelie te zijn, zo schrijft men voor. Ik vrees dat men op die manier jaren lang mensen uit de kerk heeft weggejaagd. Ik denk dat we moeten terugkeren naar het evangelie en dan hebben we behoefte aan predikanten als bevoorrechte getuigen van wat met hen is gebeurd. Ik ben ervan overtuigd dat hoe klein als een mosterdzaadje ons project ook is, het dan groeikracht en toekomst heeft.

Offerande: 142
Groot dankgebed 150: “Die naar menselijke gewoonte”
Na de communie 596: ‘Lied in mij” (kleine psalm)

Mededelingen
   Woensdag 18/02: Aswoensdag + opruimen palmtakjes
   Dinsdag 24/02: “God op de fiets”

------