------
Welkom
------
Liturgie
------
Vorming
------
Historiek
------
Archief
------
Kalender
Share-project
------




29 maart 2015: Palmzondag

Geroemd en verguisd

Marcel Braekers

Openingszang 709: “Voor kleine mensen is Hij bereikbaar”

Intrede in Jeruzalem, N. ter Linden, Koning op een ezel, p. 171 - 172

Wijding van de palmtakken

God van leven, Gij laat uit koude winter en harde grond
Helder groen als een nieuwe lente opschieten.
Dezelfde takken waarmee de armen zwaaiden toen
Ze Jezus begroetten als hun redder.
Zegen (+) deze altijd groene palmen
Zegen hen die ze straks een plaats geven in hun huis,
Op hun land, de wegen die ze gaan.
Zegen allen in wiens naam wij Jezus begroeten en die
In dit teken van leven en vrede willen geloven.
Zegen hen, waar ter wereld, opdat hen leven toestroomt in overvloed:
Gij Vader, Zoon en heilige Geest.

Palmprocessie + zang 709: “Voor kleine mensen is Hij bereikbaar”

Begroeting


Mensen verafgoden graag hun idolen. In de muziek, de sport, de film, overal kom je ze tegen. Men plaatst hen op een voetstuk, je mag er geen kwaad woord over zeggen, men dweept met hen door alle gewoon menselijke aspecten te ontkennen. Het tegendeel van een idool is, volgens de Franse filosoof Jean-Luc Marion, een icoon. Want een icoon doet je verder zien. Ze heeft een verwijzend karakter en roept het afwezige aanwezig.

Dat onderscheid tussen idool en icoon is belangrijk als we spreken over Jezus van Nazareth. Heel dikwijls werd en wordt Jezus vereerd als een idool. Hij krijgt dan bijna onmenselijke trekken, men plaatst Hem op een voetstuk en wordt kregelig bij de minste bedenking of twijfel die vb. vanuit historisch onderzoek omtrent zijn persoon wordt gemaakt. Maar ik vermoed dat Jezus zelf zich nooit als een idool zag of wilde dat anderen Hem zagen. De evangeliën tonen ons een Jezus die zich eerder als icoon zag. Iemand die verder wees, Iemand in wiens persoon men de liefde en nabijheid van God kon ervaren. Het christendom ging in haar geschiedenis veel te veel het idool-karakter van Jezus beklemtonen om zich zo af te zetten tegenover andere godsdiensten die dan als minderwaardig werden gezien. We moeten daarom terugkeren naar de kern, naar Jezus zelf die zich zag in dienst van God en van het Rijk van God.

Het feest van deze zondag is een goed voorbeeld van wat ik bedoel. Wat bij de intocht in Jeruzalem historisch gezien precies is gebeurd kunnen we niet meer achterhalen. Maar het verhaal geeft het vermoeden dat onder het volk het verlangen leefde om Jezus tot volksleider te verheffen, misschien met de bedoeling om een opstand tegen de Romeinen te organiseren. Ze hadden van Hem een idool gemaakt dat helemaal paste in hun streven naar vrijheid en onafhankelijkheid. Maar Jezus had een heel andere idee. Het ging Hem niet om een politieke strijd, maar een religieuze droom. Vandaar dat zijn idee van ‘rijk Gods’ zo belangrijk was. Straks horen we daarom na dit verhaal van de intocht het lijdensverhaal met alle misverstanden, zwakheid van medestanders, haat en berekening van machthebbers. In dat kluwen was Jezus icoon.

Lied nr. 315: “Wat ik gewild heb”

Gebed

Gij grote en verborgen God,

Dat wij ons laten leiden
Door het vertrouwen van uw Zoon
Waarmee Hij zijn weg is gegaan,

Dat wij ons laten leiden
door zijn liefde
die Hem alles kostte,

Dat wij in Hem de Mens zien,
Het schepsel naar uw hart,
naar uw beeld,
Hij die uw Naam heiligde
In leven en sterven.

Gij die troont op onze gezangen
En woont in de liefde van uw Zoon

Leid ons door de Goede, Stille Week die komt:
Waarin wij alle tijd durven nemen
Om de weg te gaan van Hem
Die ons gelaat onthult.    (S. de Vries, Bij gelegenheid II, p. 277.)

Het lijdensverhaal volgens Markus
- Markus 14,26-52
         Lied 312: “Niemand leeft voor zichzelf”
- Markus 14,53-72
        ‘Erbarme Dich’ uit de Mattheüspassie
- Markus 15,16-39
         Lied 314: “Nu valt de nacht”

Kruisweg

God, zwijgzaam,
In uw machteloosheid
Hebt Gij moeten aanzien
Hoe Jezus, uw geliefde mens,
Bespot werd en gekruisigd. Laat mensen niet alleen
Wanneer zij zulke onmacht kennen.
Kom hen tegemoet
In iemand die op dat moment naast hen staat.
Heel hun lijden met uw eeuwige trouw.
En heilig het. (K. Gelaude, Kruisweg p.56)

Groot dankgebed 162: Tafelgebed in de veertigdagentijd
Na de communie, lied 318: “Beeld van een mens”

- Markus 15, 40-46


------