------
Welkom
------
Liturgie
------
Vorming
------
Historiek
------
Archief
------
Kalender
Share-project
------





12 maart 2017: Tweede zondag van de Veertigdagentijd

         De transfiguratie (Mat. 17,1-13)

Marcel Braekers, o.p.

Openingslied 319: "Woestijnlied"

Begroeting


‘Wanneer je vast, zet dan geen somber gezicht op, zegt Jezus, maar wrijf je hoofd in met olie, zodat niemand ziet dat je aan het vasten bent.’ Ik heb dus aandachtig gekeken toen jullie binnenkwamen wie een somber gezicht zette en wie met gel in de haren of met een verrukkelijk parfum fris en blij de ruimte binnenkwam.

Ik spot een beetje, omdat het vasten voor ons moeilijk is geworden en veel van zijn zichtbare intensiteit heeft verloren. Vastenavond ja, eau minérale geen probleem, veertig dagen geen vlees o.k., misschien sluit je zelfs je smartphone tijdens de dag af, trek je de stekker uit de tv of laat de auto op stal staan. Allemaal goede dingen, maar is dat het vasten dat de Heer van ons vraagt? Buitenstaanders maken graag de vergelijking met de ramadan en vinden dat christelijke vasten maar een verwaterd gedoe.
Broederlijk Delen vraagt wel aandacht voor de milieuomstandigheden in Boerkina Faso, want vasten is ‘je brood delen met een ander’ zegt Jesaja. Maar merkwaardig genoeg heeft dat soort engagement voor velen geen enkele tekenwaarde meer en steken nieuwe, areligieuze formules de kop op. Het klinkt misschien vreemd, maar ik heb de indruk dat we altijd opnieuw moeten uitvinden wat vasten kan inhouden. Een tijd van bekering, akkoord, maar elke generatie en elke tijd beleeft die bekering anders. In de jaren ’60 werd het engagement overbeklemtoond als reactie tegen het individualistische en lichaamsvijandige vasten van de voorbije tijd.

Vandaag stel ik mij de vraag naar vasten op een andere manier: hoe kan ik mijn lichaam en mijn persoon in een staat van paraatheid brengen, open voor wat mij kan raken? Hoe kan ik aandacht krijgen voor de kwetsbaarheid van alle leven? Hoe kan ik aandachtig zijn, niet achteloos voorbijgaand aan wat waardevol is? Hoe vind ik of herstel ik of intensifieer ik de verticale lijn naar de diepte in mezelf en in de ander? Ik zoek naar een vasten dat betrokken is op de aarde en op ons menszijn en dat toch een bekering inhoudt. Misschien hebben jullie een andere invulling, want vasten is altijd een contrast-ervaring, ingaan tegen de alledaagse draad en het is mogelijk dat elk van ons andere tegenstellingen ervaart. En toch hebben we ook behoefte aan een gemeenschappelijk, herkenbaar patroon. Daarom mijn oproep:
Laten we terugkeren naar de wortels van ons geloof, terugkeren naar Gods Woord met aandacht voor onze diepste zelf en wat daar wacht om te kunnen groeien in betrokkenheid. Laten we ons bekeren en uitkeren naar die plaatsen in de wereld waar mensen worstelen om het allerminste minimum om te leven.

Schuldbelijdenis 114: “God onze Vader wij roepen U”

Gebed

Gij, Enige, Bron van licht voor deze wereld,
Zie ons hier, in de wirwar
Van tegenstrijdige gedachten en wegen.
Zie onze onrust en onze twijfel
En zie het lijden van zovelen om ons heen.
Voer ons de berg op waar wij Jezus ontmoeten
Als een lichtend voorbeeld.
Dat wij Hem mogen volgen in deze vastentijd
En mogen delen in het Licht dat ook Hem doorstraalde.

Inleiding op de lezing

In de lezingen van de vijf zondagen van de vasten zit een duidelijk logica. Elke zondag wordt één aspect voorgesteld van de Paasnacht en gaat men via de lezingen op naar de verrijzenis.
De eerste zondag verhaalt steevast de bekoringen van Jezus in de woestijn en men verbindt dit met het scheppingsverhaal, want Jezus is de nieuwe Adam die weerstaat daar waar de oude mens faalt. Op de tweede zondag staat het thema licht centraal: Jezus wordt verheerlijkt op de berg Thabor en dit wordt verbonden met het verhaal van Abraham die op tocht gaat naar het beloofde land. De derde zondag staat de ontmoeting van Jezus met de Samaritaanse vrouw centraal en dit wordt verbonden met het verhaal van de doortocht door de Rietzee. Het is het thema water. De vierde zondag geneest Jezus de blindgeborene door speeksel op zijn ogen te strijken, en dit wordt verbonden met de zalving van David door Samuel. Het is het thema van het chrisma. De vijfde zondag verhaalt hoe Jezus Lazarus uit de dood opwekt en men verbindt het met de profetie van Ezechiël dat de graven zullen opengaan en de Geest over de doden zal blazen. Zo krijgen we elke zondag een symbool en thema dat de Paasnacht beheerst.

Vandaag staat het thema ‘wegtrekken’ en ‘gaan naar het Licht en Bevrijding’ centraal. Abraham verlaat zijn land, clan en familie en ontdekt zo een nieuwe wereld. Ook de verheerlijking van Jezus herinnert aan de tocht door de woestijn en de weg naar de ultieme bevrijding.

Genesis 12,1-4
Tussenzang 529: “Hoort hoe God met mensen omgaat”
Evangelie Mattheüs 17, 1 – 13

Homilie


Het verhaal en daarbij aansluitend feest van de gedaanteverandering van Jezus is voor onze orthodoxe broeders en zusters één van de hoogtepunten van het jaar. In hun traditie speelt het Licht, het heilige, Christus als Pantokrator een belangrijke rol. Ik heb hier een afbeelding van een icoon gezet die een goed beeld geeft van deze beleving. Ieder mens is net als Jezus op weg om die transformatie door te maken en licht-mens te worden, aldus de orthodoxe beleving. Wij, Westerse christenen, werden meer getroffen door de menselijke, lijdende en vernederde Jezus en worstelen daarom met dit verhaal. Maar zowel het verhaal als de interpretatie binnen de orthodoxie kunnen ons op weg zetten in deze vastentijd.

Het verhaal is op de eerste plaats een geloofsbelijdenis van de eerste christenen. Na de dood van Jezus groeide hun geloof in de verrijzenis en gingen ze dit leven van Jezus zien als dat van de Messias, de Christus of Gezalfde van God. Ze gingen opnieuw zijn leven overdenken en ontdekten hoe ook tijdens zijn leven Gods handelen tastbaar en zichtbaar in Hem aanwezig was. Vanuit dat geloof groeide deze ervaring op de berg Tabor.

Op de berg, voor de Israëlieten de uitverkoren plaats van Godsopenbaring, ervaren ze het goddelijke in deze aardse mens. En de drie synoptische evangelisten gebruiken dezelfde beeldtaal: Mozes en Elia staan naast Jezus en zijn met Hem in gesprek. De vertegenwoordigers van de Wet en de Profeten kijken naar Hem en zien hoe Hij de voltooiing is van alles wat zij hoopten. En om het allemaal nog duidelijker te maken roept Petrus: ’Laat ons hier drie tenten bouwen’. Iedere bekeerde Jood die zijn geschiedenis kende dacht daarbij onmiddellijk aan Soekot, het tentenfeest dat de Joden jaarlijks vieren in de periode van de oogst. Men maakte van loof tenten en vierde gedurende zeven dagen hoe eens hun voorvaderen door de woestijn trokken en in tenten of hutten sliepen. Anders gezegd: tijdens Soekot vierde men de tocht naar het droomland en de uiteindelijke aankomst zoals uitgedrukt in de oogst.

De eerste christenen grepen dit gebeuren aan om te zeggen dat ook zij een tocht maakten en een weg gingen die hen echter bracht bij Jezus van Nazareth. En zoals de aardse Jezus een transformatie had doorgemaakt waardoor goddelijk licht via Hem straalde, zo moest ook elke christen een weg van transformatie gaan, zodat via haar of hem Gods licht over de wereld kan schijnen. Het verhaal van de gedaanteverandering van Jezus is de christelijke uitdrukking van de woestijntocht. Via Wet en Profeten kwamen zij terecht bij Jezus van Nazareth en bij Gods antwoord in de verrijzenis.

Dit verhaal staat niet toevallig in deze vastentijd centraal, want daarmee wordt het thema van het Licht en de verrijzenis in de Paasnacht aangereikt. Maar het verhaal stelt ons ook een vraag die gedurende deze veertig dagen belangrijk is: welke transformatie hebben wij door te maken opdat we een licht-mens zouden zijn? Ik ben geen fan van parapsychologische bedenksels, maar ik geloof wel dat rond ieder mens een soort van aura of halo hangt. Mensen stralen in hun directe, lichamelijke verschijning iets uit. Openheid, zorgeloosheid, bedrukte stemming of verdriet: het zijn basisgevoelens die heel lichamelijk en zichtbaar aanwezig zijn. Maar ik geloof daarbij dat wij ook dragers zijn van een ongekende lichtglans en dat ook wij een gedaanteverandering moeten doormaken om aan dat Licht toe te behoren. Het is een opdracht in deze bekeringstijd, maar die geldt voor heel het leven. Hoe kan ik stil worden, eenvoudig en nederig, kwetsbaar en open om het onverdiende geschenk van Gods Licht in mij te laten schijnen en door te geven aan deze wereld? Dat betekent dat we opnieuw Uittocht-mens moeten worden zoals eens het volk van Israël was. We moeten elkaar helpen om de weg naar de Paasnacht te vinden en door het licht en het water herboren te worden tot de nieuwe mens.

Groot dankgebed 162:
Na de communie 851: “Kleine psalm”

------