------
Welkom
------
Liturgie
------
Vorming
------
Historiek
------
Archief
------
Kalender
Share-project
------





15 oktober 2017: 28e zondag

          Godsdienst en geweld (Mt 22, 1-14)

Marcel Braekers, o.p.

Openingszang 568: “Wij zoeken U als wij samenkomen”

Begroeting


Het thema ‘godsdienst en geweld’ is niet meer uit de media weg te krijgen. De wreedheden door IS gepleegd, de confrontatie tussen Wahabieten, Sjiïeten en Soennieten, geeft mensen een afkeer van religie. Westerlingen begrijpen niet waarover het conflict gaat. We vergeten daarbij dat nog niet zolang geleden katholieken en protestanten in Ierland een bloedige strijd voerden. Waarover ging dat conflict? Ik kijk en luister graag naar liturgie van orthodoxe christenen maar die beginnen bijna altijd met eerst een sneer aan de katholieken te verkopen waarna de hemelse gezangen tot de Allerhoogste volgen. Ook al zeggen de moslims dat de aanslagen niets met de echte islam te maken hebben, ook al beweren hindoes en boeddhisten dat mededogen de kern van hun geloof is en zeggen christenen dat Jezus alle geweld heeft veroordeeld, toch kan men er niet om heen dat er een nauwe band is tussen religie en geweld. Ik hoef trouwens maar naar mijn eigen orde van de dominicanen te kijken in het besef dat die orde van vrijdenkers en intellectuelen al vrij snel met de inquisitie werd gelieerd. Vanwaar toch al dat geweld? En waarom is religieus geweld zoveel wreder en radicaler dan gewone alledaagse agressie, alsof de meest primitieve lagen van de mens worden wakker gemaakt?

Al die bedenkingen en vragen kwamen in mij op bij het lezen van het evangelie van deze zondag. Het is weer een parabel die daarbij veel gelijkenis vertoont met die van vorige zondag. Centraal staat niet de wijngaard en de pachters die zich van de zoon meester maken en hem doden, maar het feestmaal. De koning gaf een feestmaal en nodigde veel gasten uit. Je zou denken dat het plezierig wordt, maar nee, niemand wilde komen. Sterker nog: ze doodden de dienaren en gingen hun eigen gang.

In mijn mijmering volg ik een heel ander spoor dan Geert vorige zondag. Misschien vindt u het wat vreemd dat een bijna parallel verhaal tot een heel andere homilie leidt. Er is natuurlijk altijd een aanleiding. Ik moest voor een groep spreken over de Italiaanse filosoof Gianni Vattimo en zijn terugkeer naar het christendom en botste daarbij op zijn contact met René Girard. Beiden hebben veel nagedacht en geschreven over de oorsprong van geweld en de rol die religie daarbij speelt. Hun inzichten deden mij de Bijbelse teksten anders lezen.

Twee keer heeft in deze parabels een botsing plaats tussen het liefdevolle en feestelijke aanbod van de Heer en de manier waarop de pachters of de gasten reageren. Het is alsof er twee soorten van godsdiensten leven die aanleiding worden tot twee totaal verschillende manieren van reageren: God tegenover de mensen, liefde tegenover geweld, feestelijke mildheid en agressieve toe-eigening.

Nr. 114: “Uit naam van de wereld”

Gebed

Dat Gij zult komen om de wereld recht te doen –
Is ons verlangen.
Dat Gij zult komen om gebogenen te rechten,
Wie gebukt gaan onder het gewicht
is onze hoop.
Dat Gij zult komen om te snoeien wat aan wreedheid woekert
Is ons gebed.
Dan wordt alleen uw liefde onderdak
Voor heel de wereld –
Is ons vertrouwen.
Dat Gij zult komen, bidden wij ook deze dag;
Dat Gij zult komen om al ons tekort
Te bedekken met uw tegoed.
Kom dan vandaag, o God, want wij dorsten naar U.

Inleiding op de lezingen
Je kan met de Bijbelse teksten dikwijls vele kanten uit. Alleen reeds de selectie van wat gelezen en vooral niet gelezen wordt is al een eerste manipulatie. Ik vond het typerend voor de eerste lezing van deze zondag zoals voorgeschreven door de Romeinse commissie van de liturgie. Aansluitend bij het evangelie koos men een tekst uit de profetieën van Jesaja over de Heer die een feestmaal aanricht. Mooi en vredelievend, maar plots wordt de tekst heel agressief tegen die arme sukkels van Moabieten. Officieel stopt de lezing net daarvoor, en zo krijg je een ander beeld van wat bij de profeet staat. Ik stel dus voor om heel de tekst te lezen, want dat geeft toch een ander beeld.

Jesaja 25, 1 – 12
Lied 528: "Voor mensen kunnen spreken"
Mattheüs 22, 1 – 10

Homilie

Herlees je de parabel van vandaag en die van vorige zondag, dan kan je er niet omheen dat hier twee verschillende werelden worden geschetst. Vorige zondag werd verteld hoe een eigenaar een mooie wijngaard aanlegde, met zorg een pers bouwde en hoopte dat zijn wijngaard ook wijn zou voortbrengen. Vandaag vertelt Jezus over een koning die een feestmaal inricht en vele gasten uitnodigt. De pachters van de wijngaard doodden de knechten en ook later de zoon, de toekomstige eigenaar. Vandaag ondergaan die knechten eenzelfde lot, omdat de genodigden niet willen gestoord worden in hun gewone, alledaagse leven. Twee verschillende godsdienstbelevingen staan tegenover elkaar: Gods aanbod van liefde en verbondenheid en mensen die met geweld en egoïsme reageren. Hoe is dat mogelijk, wat speelt daar ongeweten een rol?

Mensen zijn in wezen gewelddadig, zegt René Girard. Ze zijn van nature competitief en ze verlangen vooral die dingen die ook de anderen verlangen (mimesis). Er is daarom altijd schaarste en dat leidt onvermijdelijk tot conflicten die door geen enkel justitieel systeem zijn op te lossen. In het beste geval dijkt men het geweld in door zich als groep te richten op een zondenbok, iemand waarop men alles wat fout loopt kan projecteren om vervolgens hem uit te stoten of te doden zodat er tijdelijk rust komt. Dat zoeken van een zondenbok is ons vertrouwd en speelt ook een rol in de politiek, de economie, in familievetes, enz.
Het geweld zit ons ingebakken, vandaar dat ook de oudste lagen van elke godsdienst getuigen van geweld. Alle godsdiensten steunen op mythische verhalen over bedreiging of een crisis waarbij de held of de groep geweld pleegt. In onze Bijbel kennen we het verhaal van Kain en Abel, de zondvloed, de strijd tussen Isaak en Jakob, tussen Jozef en zijn broeders, en in de evangeliën staat de moord op Jezus van Nazareth centraal. Niet alleen de mens is gewelddadig ook de God van het Oude Testament zegt van zichzelf dat Hij een jaloerse God is die geen concurrentie duldt, die straft als het volk zich misdraagt. Ook in het christendom sloop die verschrikkelijke gedachte binnen dat God het offer van zijn Zoon wilde om zo zijn toorn te stillen vanwege de zonden van de mensheid.

Ook de islam en het boeddhisme kennen hun wrede mythen. We moeten dus bescheiden zijn als men de godsdiensten ervan beschuldigt een bron van geweld te zijn. De oudste, meest primitieve sacrale laag, zo zegt Girard, is altijd een van geweld en uitstoting. Indien er dus een godsdienst leeft die niet gewelddadig is, heeft die eerst een lange weg van uitzuivering moeten afleggen. Dat klinkt niet prettig, maar misschien is het beter de realiteit eerlijk onder ogen te zien.

Ook waar is dat toen religie uit de publieke sfeer werd verbannen en de natie tot hoogste goed werd verheven, er evenveel geweld als daarvoor werd gebruikt. Denk maar aan de communistische zuiveringen en de opkomst van fascistische staten. Mensen zijn nu eenmaal niet die fraaie, liefdevolle wezens die ze graag zouden zijn. In de werkgroep liturgie lazen we een tekst over zonde en schuld en velen waren geschrokken van het mensbeeld dat Thomas van Aquino en de psychoanalyse hanteren. Ondanks de totaal andere tijd en ingesteldheid stemmen beide overeen in de overtuiging dat liefde en haat vanaf de vroegste jaren elk mensenleven tekenen. Vanaf het ogenblik dat men begint te beminnen, komt ook haat op, zegt Thomas, want die ander past nooit in het beeld dat jij maakt en hij of zij is ook altijd de aanwezig-afwezige. Er is dus altijd die dualiteit en de vraag is hoe we die herkennen en ermee omgaan. Ecce homo.

Is het dan niets dan kommer en kwel? Nee, er is ook hoop. De kern van Jezus’ optreden bestond precies hierin dat Hij het primitieve geweld van de godsdienst scherp in beeld bracht en een uitweg aanreikte.

Het christendom helpt ons om te ontdekken dat de verborgen en onderdrukte waarheid een andere is. ..Het laat zien dat het slachtoffer niet schuldig is en dat de eensgezinde menigte niet weet wat zij doet wanneer zij dit slachtoffer ten onrechte beschuldigt. (R. Girard en G. Vattimo, Waarheid of zwak geloof, p. 25)

Wanneer Jezus zijn parabels vertelt, valt elke keer weer op hoe Hij getuigt van een liefdevolle, om het lot van mensen bekommerde God. Centraal staat in zijn boodschap ‘het Rijk van God’ als een utopie van vrede. Maar tegelijk beschrijft Hij hoe die boodschap botst met wat mensen meestal als hun godsdienst zien. En kijk je naar ons eigenste christendom dan moet je niet anders dan toegeven hoe reeds vanaf de eerste decennia het geweld weer opdook, soms grof in het vermoorden of verbranden van andersdenkenden, soms subtiel en verborgen bijvoorbeeld in een repressieve moraal, in het fnuiken van theologisch herdenken van de waarheid, enz.

Als besluit zou ik daarom zeggen: gelovigen van gelijk welke godsdienst mogen zich er niet te vlug van afmaken dat religie en geweld niets met elkaar te maken hebben. De oudste lagen zijn daar overal van doordrongen. We moeten dus waakzaam zijn, eerlijk onszelf durven bevragen en altijd weer die uitzuiverende weg gaan om het ideaal te naderen dat Jezus voor ogen stond.

Groot dankgebed 158: “Gij die mij aankijkt”
Na de communie 312: “Voor wie in duisternis”

------