------
Welkom
------
Liturgie
------
Vorming
------
Historiek
------
Archief
------
Kalender
Share-project
------





18 februari 2018: 1e vastenzondag

              Verbondenheid (Mc.1, 12-15)

Marcel Braekers

Openingszang 310: “Een mens te zijn op aarde”

Begroeting


Vorige woensdag begon weer de vastentijd en werden we uitgenodigd om meer dan anders aandacht te hebben voor ons levenspatroon. Zowel materieel als spiritueel hebben we altijd opnieuw nood aan herbronning: naar elkaar en naar onszelf, naar mensen overal ter wereld en naar de schepping, en naar de Bron die ons daarbij inspireert en draagt, de God van onze vaderen.
Klinkt het wereldvreemd als ik vraag om meer dan anders te luisteren naar uw lichaam? Versoberen in eten en drinken, een gezonde wandeling maken, zoeken naar een goede lichaamshouding zodat we thuis komen in ons centrum. Daarbij wordt u een gebedskaart aangeboden als eventuele hulp op deze weg.

Ook naar buiten is het belangrijk na te gaan hoe we omgaan met elkaar, hoe wereldvragen ons al of niet raken. Broederlijk Delen vraagt dit jaar bijzonder aandacht voor de situatie van de boeren in Oeganda. De klimaatverandering en de razendsnelle groei van de bevolking zorgen ervoor dat er veel honger wordt geleden. De gronden zijn vruchtbaar en geschikt voor allerlei teelten, maar er is onvoldoende financiële steun zodat enkel maar klassieke producten worden geteeld wat voor een eenzijdige, schrale voeding van de gezinnen zorgt. Honger is een wereldwijd probleem, en dan te bedenken dat iedere Belg per jaar meer dan 300 kg. voedsel in de vuilbak kiepert. Daarom staat dit jaar een leeg bord centraal. Erboven staat een tekst die je op veel manieren kan lezen. (Wat) eten zij/wij vandaag? Elke zondag wordt in dat bord een ander sleutelwoord geschreven dat ons op weg zet in onze weg van bekering.

Het sleutelwoord van deze zondag is ‘verbondenheid’. Je kan met het woord gaan spelen want het verwijst naar ‘aan elkaar binden’, maar ook naar ‘verbond’ een woord dat in het Oude Testament centraal stond. Verbondenheid kan je heel cerebraal opvatten want je weet wel dat je geen monade bent, een losse op zich staande wereld. Maar verbondenheid kan je ook heel fysiek en van onderuit zien als gegroeid vanuit het leven en vanuit de kosmos. In de eerste lezing sluit God een verbond met de mensheid door een regenboog aan de hemel te plaatsen. Dat fysieke beeld herinnert Hem en ons dat we de aarde moeten hoeden en beschermen en dat er een verbond is tussen Hem en ons en tussen ons met elkaar. Het is verbondenheid als een groeiend naar elkaar toe groeien vanuit de zorg om de aarde en de liefde van Hem die ons draagt.

Zegening 196: “Met vrede gegroet en gezegend met licht

Gebed

Uw hemel zo wijd en groot,
En onze aarde gedragen door uw liefde.
Mocht er een nieuw verbond groeien, o God,
Zodat gerechtigheid geschiedt
En mensen overal ter wereld in waardigheid kunnen leven.
Dat de geest van Jezus ons mag ontroeren en bezielen.
Gij die met ons zijt tot in eeuwigheid.

Inleiding op de lezingen

Wij lezen de Bijbel dikwijls op een merkwaardig averechtse manier. Neem het verhaal van de zondenval: was het niet een onzinnig verbod om van die éne boom niet te mogen eten? Waarom strafte God de mens voor zoiets onschuldig? Of neem het offer van Isaak: hoe kon God van Abraham vragen om zijn zoon te offeren? Of zoals in de lezing van vandaag: hoe kon God een vernietigende watervloed over de aarde sturen waardoor alleen Noach werd gered? Zo leest men toch meestal de Bijbel. De werkelijkheid is volgens mij dat de auteur elke keer net het tegendeel wilde zeggen. Dus: in het verhaal van de zondenval bedoelde de auteur te verklaren dat leven altijd buiten het paradijs plaats heeft, zo is nu eenmaal het leven. Maar God maakte kleren van huiden om de mens te beschermen. Symbolisch gezegd, Hij leeft mee met dat unheimliche. Wat Abraham betreft: God wilde dat er een einde kwam aan dat rituele offeren van zijn eerste kind, daarom wordt een ram geslacht. En God wil ook geen vernietiging van de aarde zoals in het verhaal van Noach, daarom plaatst Hij een regenboog aan de hemel. De Bijbelse verteller heeft aan die misverstanden zelf ook schuld, omdat hij eerst God verantwoordelijk stelt en pas daarna de oplossing geeft. Maar fundamenteel en voor onze tijd blijft de boodschap hoe de God van de Bijbel het kwaad uit de wereld wil helpen en met de mens meevecht tegen het kwaad. Onder andere door hem opnieuw in relatie te brengen met de natuur, met de ander en met Zichzelf, de geheel Andere.

Genesis 9, 8 – 15

8 God zei tot Noach en zijn zonen: 9 `Nu ga Ik mijn verbond aan met u en met uw nageslacht, 10 en met alle levende wezens die bij u zijn, met de vogels en de viervoetige dieren, met alle dieren van de aarde die bij u zijn, al wat uit de ark is gekomen, al het gedierte van de aarde. 11 Ik ga met u een verbond aan, dat nooit meer enig levend wezen door het water van de vloed zal worden uitgeroeid, en dat er zich nooit meer een vloed zal voordoen om de aarde te verwoesten.' 12 En God zei: `Dit is het teken van het verbond, dat Ik instel tussen Mij en u, en alle levende wezens die bij u zijn, voor alle geslachten. 13 Ik zet mijn boog in de wolken; die zal het teken zijn van het verbond tussen Mij en de aarde. 14 Wanneer Ik op de aarde de wolken samenpak en de boog in de wolken zichtbaar wordt, 15 dan zal Ik denken aan het verbond tussen Mij en u en alle levende wezens, alles wat leven heeft. De wateren zullen nooit meer zwellen tot een vloed om al wat leeft te verdelgen.

Lied 529: “Hoor hoe God met mensen omgaat”

Marcus 1, 12 – 15

12 Terstond dreef de Geest Hem naar de woestijn. 13 Veertig dagen bracht Hij in de woestijn door, terwijl Hij door de satan op de proef werd gesteld. Hij verbleef bij de wilde dieren en de engelen bewezen Hem hun diensten. 14 Nadat Johannes was gevangengenomen, ging Jezus naar Galilea en verkondigde er Gods Blijde Boodschap. 15 Hij zei: 'De tijd is vervuld en het Rijk Gods is nabij; bekeert u en gelooft in de Blijde Boodschap.’

Homilie

Marcus schrijft dat Jezus in de woestijn te midden van de wilde dieren leefde en engelen voor hem zorgden. Dat is een intrigerende eigen invulling van hem die anders is dan wat Mattheüs schreef. Voor Mattheüs was het verblijf van Jezus in de woestijn een tijd van beproeving, zoals eens het volk in de woestijn ook werd beproefd. De Joodse bekeerling Mattheüs zag Jezus als de nieuwe Mozes die een nieuwe Thora afkondigde en die ook voorleefde. Voor Marcus was Jezus de nieuwe Adam. Daarom beschrijft hij zijn verblijf in de woestijn als een paradijselijke tijd zoals Adam die met de aarde en de dieren was verbonden voor de breuk plaatsvond. Na dit verblijf zou Jezus de moeizame weg van herstel gaan en overstijgen of doorbreken alles wat de oude mens verknechtte en vervreemdde. Dat was de theologie van Marcus. Het is daarom niet verbazend dat men dit verhaal verbindt met het verhaal van Noach en de regenboog. Waarover gaat het in dit verhaal?

Ooit, zo zegt de vertelling, is er een grote ramp geweest, een soort van tsunami waardoor heel de bewoonde wereld werd vernietigd. Dat verhaal kan je ook lezen in het Gilgamesj epos en ook in andere culturen deed eenzelfde mythisch verhaal de ronde. 2500 jaar v.C. vertelden de Babyloniërs hoe de goden de aarde onder water zetten, maar de god Ea zorgde ervoor dat één gezin werd gered. De Bijbelse schrijver kende dit verhaal en gaat er op zijn manier mee te werk. Zoals zo dikwijls brengt hij zo’n ramp in verband met het wangedrag van mensen en dus was die ramp een straf. De eigenlijke pointe is echter de regenboog als symbool van het verbond en van verbondenheid. Het verhaal over de zondvloed is eigenlijk een nieuw scheppingsverhaal. Lees maar de geschiedenis in het boek Genesis.
Na de zondenval, zo vertelt de Bijbelse schrijver, besefte God maar al te goed hoe het leven van de mens werd toen hij buiten het paradijs stond. De aarde was weerbarstig zodat je hard moest werken voor je brood en er zou niet alleen hongersnood zijn maar ook strijd en ongelijkheid tussen mensen. En kinderen baren was niet alleen pijnlijk maar hen loslaten en hun weg laten gaan is even moeilijk. Dat alles zit in dit verhaal van Adam en Eva en hun uitdrijving uit het paradijs. En God was zich daarvan bewust. Hoe moest het nu verder?

Er heeft zich in het hoofd en het hart van het Joodse volk een merkwaardige geloofsevolutie voorgedaan. Men gebruikte een bestaand verhaal over de verwoesting van de aarde om er een theologische gedachte mee te formuleren. Men dacht: misschien was God zo ontgoocheld over zijn schepping dat Hij opnieuw wilde beginnen. De oude schepping werd vernietigd en dankzij de ark kon de wereld opnieuw beginnen. Er kwam een nieuwe schepping: Noach en zijn familie zouden anders gaan leven en ook God maakte het voornemen om voortaan anders met de aarde en de mens om te gaan. Daarom plaatste Hij een regenboog aan de hemel. De regenboog die je kan zien na het vernietigende onweer. God drukte met dit symbool zijn solidariteit met de mens mee uit, en hoe Hij voortaan zou meevechten met de mens opdat de wereld rechtvaardig en vredig zou worden. Nogmaals: dit is geen verslag van op elkaar volgende feiten, maar een poging 3000 jaar geleden van mensen die gelovig zichzelf en hun wereld trachtten te begrijpen.

Aan die boog zit nog een tweede betekenis. In het Hebreeuws heeft men eenzelfde woord voor krijgsboog en regenboog. Je kan het verhaal dus ook lezen als dat God zijn krijgsboog aan de hemel hangt en dus wil afzien van elk geweld. De twee betekenissen roepen elkaar op. God is solidair met het lijden en het onrecht dat mensen treft en Hij verzet zich op zijn manier tegen dit lijden. Maar zijn verzet of strijd om gerechtigheid is van een andere orde dan mensen zich voorstellen. Het is een geweldloze strijd met als die ene en uiteindelijke bedoeling: dat er een nieuwe verbondenheid over heel de aarde zou mogen groeien.

God wilde gedreven door mededogen opnieuw beginnen. Dat was een verrassende theologische visie, want als Hij altijd opnieuw met de mensen wil omgaan dan kan de mens ook altijd opnieuw beginnen. Als Marcus Jezus in de woestijn beschrijft als de nieuwe Adam, dan geloofde hij dat in Jezus de nieuwe schepping eindelijk werd gerealiseerd.

Vasten: een nieuwe schepping, een nieuw begin, ieder van ons wordt opgeroepen om nieuwe Adam en nieuwe Eva te zijn in verbondenheid met de schepping en het leven overal op aarde. Kijken naar de regenboog en alle geweld uitbannen, groeien naar een nieuwe solidariteit.

Groot dankgebed 164: “Gij die de stomgeslagen mond verstaat”
Na de communie 319: “Woestijnlied”

------