------
Welkom
------
Liturgie
------
Vorming
------
Historiek
------
Archief
------
Kalender
Share-project
------







32e zondag (2018)

Het offer van de weduwe - een klein gebaar dat de mens groot maakt (Marcus 12, 38-44)

 

Openingszang 561 wees niet bezorgd

Begroeting

 ‘Genieten van kleine dingen’: elke week kan je in de krant lezen waar onze Vlaamse bv’s zoal van genieten. Soms zijn het wel erg originele dingen waarvan ik denk ‘hm dat wil ik ook wel eens doen’. Maar meestal zijn het, inderdaad, kleine onbelangrijke dingen en draaien ze rond het kleine Ik en zijn wereldje. Misschien zijn er ook kleine dingen die heel belangrijk zijn en veel voor een andere betekenen of dingen die meer ingrijpen dan je zou denken. Zou het overdreven zijn te zeggen dat net de allerbelangrijkste dingen in ons leven vrij alledaags en eenvoudig zijn? Ik noem maar wat: je buurvrouw kan niet meer uit de voeten en je biedt haar aan elke keer voor haar boodschappen te doen als je zelf ook naar het warenhuis gaat. Je gaat de kinderen van school halen en neemt die van de vrienden mee, zodat het een gezellige boel wordt. En zou het ook mogen: de dag beginnen en 5 minuten genieten van een stil moment waarbij je God dankt voor het leven dat weer op gang komt. Leven dat getekend is door ‘la petite bonté’ zoals Levinas het noemt, kleine gebaren in alle bescheidenheid gedaan maar die het leven een kleur van onoverwinnelijkheid geven.

In de lezingen van deze zondag gaat het over arme weduwen die delen van het laatste dat ze nog hebben. Ze geven niet alleen iets, ze geven het laatste dat hen rest weg en geven zo in zekere zin zichzelf. Ze worden zo voorbeeld voor alle latere generaties.

 

115 Gebed voor de stad en de wereld

Openingsgebed

Het is uw Naam

Die mensen nieuwe moed gaf

Om het leven aan te gaan,

Want Gij ging hen voor.

 

Het was uw Naam

Die mensen verbond

Om te bouwen

Aan een thuis voor elkaar.

 

Het is uw Naam

Die nog over ons 

Wordt geschreven,

Als een hoopgevend woord

Om niet te versagen,

Als een genadig licht

Om niet te verdwalen.

 

Schep ons ruimte

Voor uw toekomst.

Gun ons de lange adem

Om te bouwen

Aan een wereld waar

Uw Naam ronduit kan wonen

Ons allen tot zegen.                                      (S. de Vries, Bij gelegenheid I, p. 188)

 

Inleiding op de lezingen

De verbinding tussen de lezing uit het OT en het NT is dat het twee keer gaat om een weduwe die niets of niemand nog heeft om op terug te vallen. En twee keer stellen ze een gebaar dat objectief gezien nauwelijks waarde heeft en toch van oneindig belang is. Weduwen waren in het oude Israël een kwetsbare groep die geen recht had op de erfenis van hun overleden man en heel moeilijk alleen overeind konden blijven, vandaar dat ze dikwijls introkken bij de broer van hun overledene. Ondanks hun armoede geven deze vrouwen iets waardoor ze als totale persoon in beweging komen en ze gereed zijn het Rijk van God te ontvangen.

Lezing uit boek 1 Koningen 17, 10 – 16

Lied 554

Evangelie Marcus 12, 38 – 44

Homilie

Dit verhaal vraagt toch om wat toelichting, want geef toe: is het niet vreemd dat Jezus bij de schatkamer in de tempel gaat zitten om te kijken wat iedereen geeft. Stel je voor dat ik achteraan in de kapel plaats neem om te zien wat jullie bij het binnenkomen in het mandje leggen. Dat zou niet correct zijn. 

In een van de voorhoven van de tempel bevond zich de schatkamer. Het was een ruimte met 13 offerkisten elk bestemd voor het geëigende offer (een dier, vruchten van de aarde of de gebruikelijke geldelijke belasting). De priester nam het geld in ontvangst en noemde nogal luidruchtig wat hij ontving, zodat omstaanders het goed konden horen. Wie wilde pochen met zijn bezit was er alles aan gelegen om dat goed te laten onderlijnen door de priester. Ik stel me dus voor hoe vernederend het voor de weduwe was als er luid werd geroepen: mevrouw Loontjes geeft twee cent (2 lepta, en Marcus die voor Romeinse christenen schreef voegt er aan toe: dat is ongeveer één quadrans).

Ik vermoed dat Jezus het al lang op zijn heupen had over dit en andere gebruiken in de tempel, en dat Hij daarom expres in de buurt van de schatkamer ging zitten. Deze anekdote staat op het einde van de tocht naar Jeruzalem en de discussie met de spirituele leiders van het volk. Je voelt er de diepe bewogenheid in die Jezus voor de kleine mens had en voor de eenvoudige, onooglijke gebaren. Wie vanuit zijn overvloed geeft, raakt zichzelf niet. Deze weduwe bracht zichzelf in beweging door wat ze gaf. Ik denk daarbij wat in Mc. 9,41 staat: wie jullie een beker water te drinken geeft omdat jullie bij Christus horen, die zal zeker beloond worden.

In het Jodendom kende men ook zulke verhalen. In de rabbijnse literatuur staat een verhaal over een vrouw die een handvol meel naar de priester bracht. Maar die riep verontwaardigd: wie kan daarvan eten? Maar ’s nachts werd hem in een droom gezegd: ‘Veracht deze gave niet, want het is alsof iemand zijn leven offerde.’

Ik wil nog even terugkeren naar de twee verhalen. De weduwe in Sarefat staat aan de grens van leven en dood, maar zonder enige terughoudendheid deelt zij het laatste beetje olie en meel met de profeet Elia. Zij doet dat met de dood voor ogen, onvoorstelbaar. Eenzelfde gebaar stelt de weduwe die twee kleine muntjes offert. Levinas noemde dit “la petite bonté”, de kleine alledaagse goedheid die alle ideologie en systemen overstijgt. Roger Burggraeve zei hierover ooit:

Het enige wat levendig overeind blijft is de kleine goedheid van het dagelijkse leven. Ze is fragiel en voorlopig. Ze is een goedheid zonder getuigen, in stilte voltrokken, bescheiden zonder triomf. Ze is gratuït en juist daardoor eeuwig. Het zijn gewone mensen, ‘simpele zielen’ die haar verdedigen en ervoor zorgen dat ze zich telkens weer herpakt, ook al is ze volstrekt weerloos tegenover de machten van het kwaad. 

Jezus kiest de kant van deze arme weduwe en haar gebaar van overgave. Voor Hem is ze een voorbeeld van totaal vertrouwen in God en zijn bezorgdheid om het leven van mensen. Dat aspect van God kan je alleen maar beleven als je in de situatie van deze weduwe bent. Ik vermoed dat niemand onder ons hier in die situatie is en dus dit soort Godservaring ons niet gegeven is. Maar ik denk dat ons leven elke dag kansen biedt om in die kleine goedheid in te treden en zo op een andere manier in het leven te staan dan meestal wordt aangeprezen in onze samenleving. De idee die erachter zit is dat alleen diegenen die zo beschikbaar zijn, die leven vanuit een achteloze goedheid gereed zijn om het Rijk der hemelen binnen te gaan.

 

Voorbeden

Om goedheid en liefde in deze wereld bidden wij God:

Wees goed in ons,

Bevrijd in ons kracht tot liefde, tot aandacht.

Wees honger naar gerechtigheid, hoop en ontferming

Dorst in ons naar vrede.

 

Wij bidden voor elkaar,

Dat wij ons blijven oefenen in kleine, liefdevolle gebaren

Waarmee Jezus ons is voorgegaan:

Zegenend, brekend en delend.

 

Gebruik onze handen eerder om te geven dan te nemen

En woon in ons hart zodat het zich eerder opent dan sluit.

Koester de namen die wij hier gedenken:

Onze overledenen, de zieken, de eenzamen.

Dat zij geborgen zijn bij U en bij ons

 

O bron van leven,

Bewaar ons voor elkaar.

Uw goedheid is het licht, wij zijn uw kandelaar.

 

Groot dankgebed 158 Gij die mij aankijkt

Na de communie 839 Gij peilt mijn hart

------