Tussen de twee
geboorteverhalen, dat volgens Lucas met
de herders en dat volgens Mattheüs met
de drie magiërs, heeft de Kerk het feest
van de heilige familie gezet.
Waarschijnlijk veronderstelden de
liturgisten dat het in die stal een
vredige gezellige sfeer was. Misschien
hing er een wat vreemde aroma en konden
Maria noch Jozef elke keer hun handen
met zeep ontsmetten alvorens het kindje
vast te houden. En wie weet werkte de
verwarming niet goed, maar er waren toch
die os en ezel, verlichting werd door de
engelen geboden en melk en kaas werden
door herders geleverd. Het klinkt
allemaal wat vreemd, maar het feest van
de heilige familie is ook vreemd. Want
vanuit kerkelijk beleid wil men aandacht
vragen voor het gezin als de hoeksteen
van een christelijke opvoeding en basis
voor een volwassen en gelukkige
samenleving.
Maar
hiermee beginnen al de problemen: net
zoals in Bethlehem is ook het samenwonen
vandaag niet eenvoudig. Je kan er
moeilijk omheen dat er ook
homohuwelijken zijn, eenoudergezinnen,
nieuw samengestelde gezinnen, enz. die
allemaal hun recht van bestaan hebben en
die meer dan ooit behoefte hebben aan
onze steun en nabijheid. In plaats van
te moraliseren en vanuit de hoogte naar
deze evolutie te kijken zou onze kerk
veel meer vanuit haar kwetsbaarheid en
vanuit haar “zwakke denken” zich de
vraag moeten stellen hoe we nabij kunnen
zijn, hoe een hand in de rug. Is dat
niet de boodschap die het kindje in de
kribbe is komen brengen?
Gebed
Heer onze God,
In het huis van
Maria en Jozef
Heeft uw zoon
warmte en geborgenheid ondervonden
En kreeg hij
via zijn ouders een beeld van uw
Oneindigheid.
In dat huis
hebt Gij uw bevrijdend woord gesproken
Verweven in de
zorg en aandacht voor elkaar.
Laat uw zegen
rusten op elke woning
Op elke plaats
waar mensen in zorgvolle aandacht samen
zijn.
Dat zij U
kunnen herkennen als ze samen het brood
breken en het leven delen.
Lied 263: Gij verschijnt niet op
de wolken
Inleiding op de lezing
Little
Buddha, wie de film heeft gezien staat
stomverbaasd wanneer de ouders
verdrietig maar gelaten hun kleine
jongen zomaar afstaan aan een groep
monniken, omdat ze via allerlei tekens
hem herkennen als de nieuwe incarnatie
van de Boeddha. Anderzijds is het nog
niet zolang geleden dat ook hier in het
Westen ouders trots waren dat ze één van
hun kinderen aan een kloosterorde konden
afstaan. Hetzelfde gebeurt in de lezing
uit het boek Samuel. Hannah was ooit
samen met haar man en zijn tweede vrouw
naar de tempel getrokken en had God
gesmeekt om zwanger te kunnen worden. Ze
werd verhoord en nu het kind de borst is
ontwend, staat ze hem vol trots af voor
de tempelcultus. Het confronteert ons
weer eens met de ervaring hoe de Bijbel
ontstond in een heel andere tijd met
heel verschillend aanvoelen van gezin,
gemeenschap en volk.
1 Samuel 1, 20 – 28
Lied 263: Gij verschijnt niet op
de wolken
Lucas 2, 41 – 52
Homilie
Als
betrokkene maar ook afstandelijke
waarnemer kijk ik met verbazing en
respect naar het leven van gezinnen. En
eerlijk gezegd begrijp ik soms niet hoe
men in de drukte van elke dag, de stress
van het werk, de druk van opgroeiende
kinderen het schip varende kan houden.
Gezinnen en relaties worden overvraagd,
dat is een overtuiging die ik al veel
jaren heb. Meestal hebben beide ouders
een job soms met wisselende uren,
dikwijls met stresserende tijdsdruk Er
zijn de kinderen met hun ingewikkeld
levenspatroon van studeren, hobby’s,
vriendengroep. De eisen omtrent wonen,
hygiëne en uiterlijk worden alsmaar
hoger en kostelijker. Zelden blijft men
levenslang dezelfde job uitoefenen en
moet men verhuizen met alle ontworteling
van dien. De samenleving wordt killer en
meer competitief waardoor de druk op het
gezin toeneemt. Alle levensvreugde moet
in deze kleine levenscel gerealiseerd
worden zodat men de belofte om in goede
en kwade dagen samen te blijven niet kan
volhouden. Er is een onuitgesproken
sfeer gegroeid dat men hier en nu
gelukkig moet zijn. Indien niet gaat men
uit elkaar al of niet goede vrienden
blijvend.
Niet toevallig
krijgt de hechtingstheorie van Bolwby
opnieuw veel aandacht in de
hulpverlening. Hechting is naast
identiteit het belangrijkste trefwoord
geworden, want het is ook de moeilijkste
opdracht. Bolwby was een
kinderpsycholoog die veel met gezinnen
tijdens en na de Tweede Wereldoorlog
werkte. Hij beschrijft hoe in gezinnen
altijd een eigen type van hechting
leeft: de angstige, de koele, de
chaotische en ook de gezonde hechting:
het is een hechting waarbij de ander
belangrijk is en men verdrietig is als
die tijdelijk afwezig is, maar er is ook
gezond verwerkingsvermogen om die
tijdelijke afwezigheid te overbruggen
zodat hechting geen beslagleggen wordt.
In gesprekken met jongeren werd ik
altijd weer geconfronteerd met hun
onoplosbare paradox: men is bang om zich
te hechten en heeft tegelijk enorme
behoefte aan hechting. Het is alles of
niets met alle drama’s van dien. De
roddelbladen overleven van het
aanhoudend signaleren van dit probleem.
Misschien is
het een troost te vernemen dat ook Jozef
en Maria pas na een dag stappen hun zoon
begonnen te missen. Of dat ze een kind
hadden dat liever in Jeruzalem bleef
rondhangen dan terug te keren naar huis.
Iets dat hij later als volwassene
opnieuw zou doen en daarbij zich zo
vreemd gedroeg dat zijn familie besloot
hem onder dwang naar huis te brengen,
omdat ze vonden dat hij zijn verstand
had verloren. De heilige familie.
En toch is dat
gezin onvervangbaar als eerste
levenscel, zowel voor de volwassenen als
voor de kinderen. Ik moet dan
terugdenken aan de ideologische
inmenging van het communisme waarbij men
kinderen zag als behorend aan de staat
of de maatschappij en dus werden
kinderen vanaf het begin opgevoed in
grote zorgcentra. Hetzelfde gebeurde in
de Joodse kibboetsen zij het met een
andere ideologie. Onderzoeken zoals die
van Bronfenbrenner toonden aan tot welk
een psychologische beschadiging dit
leidde. De heilige familie is
onvervangbaar zowel psychologisch als
spiritueel en dus is één zondag in het
jaar rond het gezin geen overbodige
luxe.
Als bezorgde
volwassenen en als gelovigen moet men
durven verder denken. Allereerst zou ik
het moedig vinden mocht onze moeder de
heilige kerk minder moraliserend zijn en
meer bezorgd om de situatie zoals ze
feitelijk is. Dus aanvaardend dat er
vele vormen van samenleven zijn daarbij
zich afvragend hoe men ondersteuning kan
geven aan de kwetsbare mens, aan zijn
kwetsbare en gekwetste relaties.
Maar er is ook
een tweede opgave: in het evangelie
staan straffe teksten over het rijk der
hemelen en het haten van zijn vader en
moeder omwille van dat rijk. Het zijn
uitspraken die men in de context van
zijn tijd moet begrijpen. Ik houd er één
idee van over: hoe belangrijk het is dat
men als gelovige behoort tot een grotere
liefdeskring waarin het gezin is
opgenomen. Indien
niet staat de mislukking voor de deur te
wachten. Is het daarom niet belangrijk
om naast de ondersteuning van gezinnen
alle energie te investeren in het
opbouwen van grotere, spirituele
verbanden waarin mensen met allerlei
verschillende achtergronden zich kunnen
thuis voelen en zorg om elkaar dragen.
Ook hier geldt de slogan dat
verscheidenheid geen bedreiging maar een
rijkdom is.
Voorbeden + refrein van
lied 220 Verdrijf de nacht
Laten wij
verenigd en verinnigd in liefde voor
elkaar rond deze kerststal bidden tot de
God van het leven.
-Dat we tot het besef komen dat uw
trouw, Heer God, ons meer nabij is dan
wij durven dromen, zodat we vertrouwen
durven geven aan elkaar. Dat wij onze
wereld kunnen zien in het Licht dat Gij
op aarde hebt gebracht.
-Wij bidden God voor ouders en
kinderen, voor de vele vormen waarin
mensen liefde geven en verwachten.
Bewaar hen in hun kwetsbaarheid, behoed
hun liefde en sterk hen in hun trouw.
-Wij bidden voor allen die zich
hebben toegewijd aan de dienst van hun
naasten, voor hulpverleners,
vrijwilligers in opvangcentra, voor
straathoekwerkers. Zie hun inzet en
goede wil en bescherm hen tegen
ontmoediging.
-Trouw
vraagt om vertrouwen en wil toekomst
wekken. Geef kracht aan mensen opdat ze
stand houden in de hitte van de dag of
tijdens een lange winter. Dat ze mogen
groeien in gelovend nabij zijn en in de
aanhoudende liefde waarmee Gij naar ons
kijkt.