05 Mei 2019: 3e Paaszondag
een
prettige verdeeldheid? (Johannes 21)
Marcel
Braekers
Lied 546: Lied
over de plaats - Zomaar een dak boven wat
hoofden
Dit lied wil ik zingen niet alleen om de
Ene te loven, maar ook in dank voor de ijverige
vrijwilligers die hier woensdag onze
gebedsruimte kwamen kuisen. Zij zorgden ervoor
dat ramen en deuren naar stilte open staan en
wij allen recht voor God mogen staan.
Begroeting
Wij, de zussen en broers, hadden vorige zaterdag
ons kerstfeest. Toegegeven een beetje laat, maar
de omstandigheden hadden ons daartoe gedwongen –
beter laat dan nooit. Op een bepaald ogenblik
kwam aan tafel het gesprek over de dood van ons
moeder. Dat is nu net 46 jaar geleden en dus
worden details over de omstandigheden van haar
overlijden wat vervormd. Ik herinner mij dat ik
samen met mijn vader de eerste was die haar in
het ziekenhuis dood aantrof en daarna de rest
van de familie verwittigde. Wat die anderen
vertelden klopte volgens mij niet helemaal, maar
ik vond het niet nodig dit in te brengen, omdat
het rouwend herinneren belangrijker is dan de
exacte feiten.
Ik moest hieraan terugdenken toen ik het
evangelie van deze zondag las. De tekst is een
toevoeging aan het evangelie van Johannes.
Iemand, wellicht een volgeling van de geliefde
leerling, vond het nodig de puntjes op de i te
zetten: wie stond het dichtste bij Jezus en
kende Hem dus ook het beste? Wie had het meeste
recht van spreken? We zitten immers rond het
jaar 100, de kerk begint stilaan vorm te krijgen
met in Rome Petrus aan het hoofd. De Oosterse
kerk in Efese, waar de geliefde leerling
wellicht heeft geleefd, voelde zich achteruit
gesteld. Stilaan ontwikkelde men een theologie
over Jezus waarbij de spiritualiteit van de
geliefde leerling werd weggedrukt. Daarom vond
iemand het nodig om iets recht te zetten. We
horen zo dadelijk dit toegevoegde verhaal.
Maar de kwestie blijft boeiend en actueel: wie
heeft recht van spreken? Er is een verschil
tussen juridisch gezag en moreel gezag en daar
moeten we aandachtig voor zijn. Want onze
katholieke kerk heeft zich snel volgens het
Romeinse recht georganiseerd. Daarmee kreeg het
juridische de bovenhand op het spirituele en
ging men op een heel andere manier Christus
vereren dan onze orthodoxe broeders in het
Oosten. Juridisch gezag is nodig, maar even
belangrijk is de spirituele ruimte en de
vrijheid om te denken en te spreken, vandaar dat
ik boven deze viering schreef: een prettige
verdeeldheid?
Lied 360
Christus is verrezen
Gebed
Het Paaslicht
Hebt Gij ons gegeven,
En tot nieuwe mensen
Hebt Gij ons gemaakt.
Met nieuwe ogen
Mogen wij zien,
Mensen
Met goede moed,
Getroost door Uw Geest;
Blijf onze ogen openen,
En ons de adem geven
Voor het lied
Waarin de bevrijding weerklinkt,
Opdat wij instaan
Voor opstandingsleven,
Vrijheid en bloei
Van uw
mensenkinderen.
(S. de Vries)
Inleiding op de
lezing
Ik heb ervoor gekozen om slechts één
lezing te namen, maar wel de langere versie van
het evangelie. Want er gebeurt zoveel in de
tekst. Zoals ik al zei, is het een toevoeging
aan het evangelie van Johannes. Dat betekent nog
niet dat het om een mindere tekst zou gaan,
integendeel. Bij het lezen merk je dat er
woorden voorkomen die elders in dit evangelie
niet gebruikelijk zijn. Ook opvallend is de
voorstelling van Petrus die in de andere
evangeliën wordt voorgesteld als onzeker en
bang, terwijl hij hier de hyperactieve is. Maar
even belangrijk is de rol van de geliefde
leerling. Luister goed hoe die twee, Petrus en
de geliefde leerling, Jezus herkennen en
reageren.
Johannes
21
Lied 371: Hou
me niet vast
Homilie
Hij was de geliefde leerling, de meest
intieme vriend van Jezus. Alles had hij
persoonlijk meegemaakt. Terwijl de anderen
wegvluchtten of ontkenden volgeling van Jezus te
zijn, bleef hij trouw. Vandaar dat in het vierde
evangelie dingen naar voor komen die je in de
andere evangeliën niet kunt lezen. Maar hij was
een dromerige, gevoelige man die liever op de
achtergrond bleef en later in allerlei
visionaire beelden in de toekomst keek zoals in
het boek van Openbaring is opgetekend. Maar ook
voor hem was met de dood van Jezus de tijd van
vriendschap, van geloof en hoop in een nieuwe
wereld voorbij. Het stukje evangelie dat we net
hoorden was op de eerste plaats als een soort
eerbewijs voor hem bedoeld.
Het verhaal brengt ons terug in Galilea waar
Petrus en de anderen hun oude beroep van vissers
hebben hernomen. Het leven ging verder, er moest
eten op de plank komen. Iedereen bleef met zijn
eigen gevoelens alleen. Het was nacht en de
visvangst was een mislukking, zo vervolgt de
verteller symbolisch. Niet alleen de leerlingen,
heel de spirituele wereld bleef leeg en zonder
inspiratie achter. Hoe lang dit heeft geduurd
wordt niet gezegd.
Maar dan neemt het verhaal een keer. De zon komt
op en op de oever staat een vreemdeling, ‘een
vreemd bekend gezicht’ dichtte Oosterhuis. De
vissers moeten rechts het net uitwerpen, de
rechterkant was symbolisch voor genade, voor
Gods heilshandelen. En plots is er wel veel vis,
zelfs zoveel dat de netten dreigen te scheuren.
Maar dat doen ze niet. Het net of de eenheid
blijft behouden ook al komt er een grote
diversiteit aan vissen in. Er ontstaat
verscheidenheid in de kerk, er zijn conflicten
tussen de Joodse en de heidense christenen, de
kerk wordt een instituut met een leider, maar
dankzij de figuur van Christus blijft ze één en
scheurt het net niet.
Het verhaal neemt dan een onverwachte wending.
De geliefde leerling herkent als eerste Jezus.
Hij kijkt doorheen het mysterie van de dood en
het verlies en herkent de Heer als de levende.
Maar het is Petrus die in actie schiet, die in
het water springt en in het centrum staat. De
geliefde leerling blijft mijmerend aan de kant
staan.
Zo geeft het verhaal een ongelofelijke wending
aan de geschiedenis. Aan Petrus die intussen
hoofd werd van de kerk in Rome wordt het
bestuurlijke gezag toegekend. Hij wordt de
primus inter pares. Maar de geliefde leerling is
voor zijn kerk in Efese en voor het Oosten het
geestelijke gezag. De twee kunnen naast elkaar
bestaan zonder dat het net scheurt. Maar ook de
bestuurder moet uit liefde leren handelen.
Vandaar dat Jezus tot 3 keer toe aan Petrus
vraagt of hij Hem liefheeft, want Petrus heeft
Jezus ook 3 keer verloochend.
We realiseren ons nauwelijks hoe belangrijk dit
moment is geweest. Het orthodoxe christendom
herkende zich vooral in de geliefde leerling en
het werd een christendom waarbij de
verheerlijking van Jezus centraal kwam te staan,
een heerlijkheid vol hemelse zangen, wierook en
dromerige schoonheid zoals ook het boek van
Openbaring op het einde beschrijft. De kerk van
Petrus werd het Westerse christendom dat veel
meer het juridische, de soberheid en het
ethische ging beklemtonen, de kerk van de actie.
Maar beide moeten gedragen worden door het
fundament van de liefde alleen zo blijft
verscheidenheid bestaan als een inspirerende
eenheid. Dit toegevoegde verhaal op het einde
van de evangeliën is als een magna charta, een
blauwdruk hoe de Kerk moet worden: eenheid en
verscheidenheid horen bij elkaar. En men moet
niet bang zijn voor de verschillen, wat allen
worden we gedragen door de verrezen Heer als
fundament van ons leven.
Groot dankgebed
167: Gij zijt het
Na de
communie 368: Al heeft Hij ons verlaten
|