------
Welkom
------
Liturgie
------
Vorming
------
Historiek
------
Archief
------
Kalender
Share-project
------





18 Augustus 2019: 20e zondag

  Ik kom verdeeldheid brengen (Lc. 12, 49–59)

Marcel Braekers

Openingszang 101: "Heerlijk is het te loven de Heer - Openingsvers"

Begroeting

‘Denken jullie dat ik gekomen ben om vrede te brengen op aarde? Geenszins, zeg ik jullie, ik kom verdeeldheid brengen’ (Lc. 12,51) Dat is een schokkende tekst in de evangelielezing. We zijn er zo mee vertrouwd dat de Messias en de Messiaanse tijd de lang verhoopte vrede op aarde zullen brengen. En dan krijg je dit te horen.
Is er al niet genoeg ruzie en verdeeldheid? Ouders en kinderen, buren, politieke partijen: overal nemen de verschillen toe en voelen mensen de behoefte om dat verschil extra in de verf te zetten. In onze katholieke kerk is het al niet beter. In het najaar heeft een volgende synode plaats waarop de paus de mogelijkheid wil bespreken om in sommige streken zoals het Amazone-gebeid gehuwde mannen tot priester te wijden. Maar nu al worden de messen geslepen en worden er allerlei dreigend werknota’s rondgestuurd. Onenigheid is in.
Ik denk dat mensen vroeger volgzamer waren en zich liever achter een groepsidentiteit verscholen. Daar is veel in veranderd: iedereen schijnt een eigen mening te hebben en er zijn overal kanalen om die volmondig te ventileren. De media houden van krachtige, controversiële uitspraken, politieke partijen spelen graag groepen uit elkaar uit electoraal winstbejag, enz. Maar moet mondigheid noodzakelijk gepaard gaan met onenigheid en verdeeldheid? Ik denk dat we behoefte hebben aan een omvattende identiteit of een soort koepel die overeind blijft ook al verschillen we van mening, het is misschien wel een noodzakelijke voorwaarde om tot een echt gesprek te komen waarbij men durft luisteren naar elkaar. Bracht Jezus alleen maar verdeeldheid of was zijn optreden veel complexer? Hij was een profeet en stelde daarom situaties aan de kaak, maar Hij was ook bruggenbouwer die samenbracht wat was verdeeld. Toch blijft ook voor ons de vraag of ons geloof verbindend en verzoenend is of net verdeeldheid brengt.

Lied van de Geest 392

Gebed

Naar een morgen
Ongekend,
Zijt Gij ons een geleide,
Een woord
Dat ons aanspreekt,
Liefde, die ons drijft.

Doe ons dan
Wandelen in uw wegen
En open ons hart,
Dat wij ons gezonden weten.

Open onze oren,
Dat wij het oude
Nieuw verstaan.

Open onze ogen
Dat wij zien
Wat tot vrede strekt.

Open onze handen
Dat wij ontvangen
En geven
Wat van U komt.                  (S. de Vries, Bij gelegenheid I p.169)


Inleiding op de lezingen

Profeet zijn in Israël was geen lachertje, u hoort zo dadelijk hoe het Jeremia verging. Het was een tijd van grote politieke onrust. De grootmachten stonden als kemphanen tegenover elkaar en de kleine staatjes riskeerden de dupe te worden. Jeremia zegt ongezouten wat zal komen, maar zijn mening wordt niet op prijs gesteld. Bedenk daarbij dat wat Jeremia zei veel meer was dan enkel maar een politieke mening. Hij hekelde de levenswijze van het volk en hij verweet in naam van God de politieke leiders lafheid. Luister hoe het hem verging.

Jeremia 38, 1 – 13

Lied 552: maak ons tot het zout der aarde

Lucas 12, 49 – 59

Homilie

Toen ik het evangelie van vandaag als voorbereiding las, moest ik onwillekeurig terugdenken aan de beroemde passage in de roman ‘De gebroeders Karamazov’ van Dostojewski waar hij de confrontatie beschrijft tussen Jezus en de kardinaal-grootinquisiteur. Misschien herinnert u zich hoe die kardinaal Jezus laat opsluiten, toen die terugkeerde op aarde en het volk opgewonden raakt omdat Hij een wonder doet. Midden in de nacht gaat de kardinaal Jezus opzoeken en gebeurt de confrontatie. De kardinaal verwijt Jezus dat Hij een onruststoker is terwijl hij en de kerk moeten zorgen dat er vrede en veiligheid heerst. Daarom, zo besluit hij, kunnen we uw aanwezigheid missen als kiespijn. Dostojewski maakte van beide een karikatuur alsof Jezus alleen maar onrust zou stoken en de kerk en haar leiders alleen maar zouden willen afremmen en behoeden. Toch blijft de confrontatie boeiend en stel ik mij dikwijls de vraag hoe je die twee polen kunt samenhouden: het kritisch vragen stellen en in vraag stellen van wantoestanden en het behoeden of bewaken van het geheel. Misschien ben ik te lang priester en is het mijn ouderdom die maken dat ik meer en meer om dat tweede bezorgd ben (terwijl het mij vroeger niet kon schelen). Laat me enkele voorbeelden geven.

Indien we met de groep zoals we hier zitten een gesprek over ons geloof zouden beginnen, zou vlug aan het licht komen hoe groot de verschillen soms zijn. Nog maar enkele dagen geleden vierden we hier op 8 augustus het feest van Dominicus. Ik had de viering voorbereid, een beetje zoals wij ook op zondag vieren. Groot was mijn verrassing dat sommigen teleurgesteld of zelfs geïrriteerd waren. Geen kyrie, geen gloria, geen heilig heilig, geen lam Gods. Ik had koorzang en woorddienst in elkaar geschoven en had me nauwelijks gerealiseerd dat die zaken verplicht erbij hoorde. Omdat ik niet persoonlijk werd bevraagd is er ook geen gesprek geweest, maar was gesprek mogelijk? Hadden we voldoende gemeenschappelijke basis en vertrouwen in elkaar om tot een echt gesprek te komen?

Ik denk ook terug aan de tijd dat de bevrijdingstheologie opgang maakte en deze voor Latijns-Amerika ook een echte bevrijding was. Hoeveel controverse heeft dat niet uitgelokt. Denk maar aan het berispende vingertje van de paus over de geknielde Ernesto Cardinal. Het raakte aan zoveel gevoeligheden: angst voor communisme, tegenstelling tussen engagement en inkeer, enz. Wat was er nodig opdat een echt gesprek tot stand zou komen?

Je hoeft het niet ver van huis te zoeken en kijk maar naar het alledaagse leven. Wat is er nodig als ouders en hun opgroeiende kinderen in conflict komen met elkaar? Welke koepel is noodzakelijk en sterk genoeg om de tegenstellingen op te vangen en te plaatsen? Gesprekken ontaarden meestal in discussie als de liefde en het respect voor elkaar weg is.

Ik keer terug naar het evangelie van vandaag. Indien Jezus alleen maar verdeeldheid was komen brengen, bestond het christendom al lang niet meer. Door zijn kritiek op de tempelcultus en op allerlei sociale wantoestanden zette Hij kwaad bloed, maar men onderschat hoeveel liefde Hij voor de Joodse traditie had en voor de gewone mensen die elke dag moesten vechten om overeind te blijven. Vanuit zijn profetisch ingesteldheid zaaide Hij onrust en verdeeldheid, maar zijn liefde voor God en zijn volksgenoten deed Hem banden van verdeeldheid doorbreken.

Hoe kan dit inspirerend voor ons zijn? Is het voldoende dat we hier elke zondag samen rond de tafel des Heren staan, als uit één mond het gebed des Heren zingen en elkaar vrede wensen om een band te hebben waarbinnen we onze verschillen kunnen beleven?
In een bezinning op dit evangelie las ik een zin die me is bijgebleven:

Il n’y a qu’une seule vraie paix: celle qui à la fois rejoint l’homme au plus profound de son coeur et dépasse toutes les frontiers. (Kephas, III p. 372)

Indien je tot in het diepst van je persoon bent geraakt en gegrepen verwerf je een vrijheid en openheid die elk gesprek mogelijk maakt. Het is een merkwaardige paradox: wie zich verankerd voelt in het diepst van zijn hart, voelt zich het meest vrij om met het vreemde en andere om te gaan. Het was die gegrepenheid die Jezus deed protesteren maar Hem ook voorbij alle frontlijnen opende voor iedereen die werd verstoten.

Groot dankgebed 156: heerlijk is het de Heer te bezingen

Na de communie 515: ik zal er zijn


------