25 Augustus 2019: 21e zondag
De nauwe deur naar
het Koninkrijk Gods (Lc. 13,22-30)
Lut
Saelens
Openingslied: nr. 104 Gegroet
en gezegend
Verwelkoming
Onlangs
dacht ik dat ik in de hel zat. Een kleinzoon
ging optreden op een podium op het
Hogeschoolplein in het kader van Hapje Tapje in
Leuven. Daar wilde ik bij zijn! Maar om daar te
geraken moest ik me laten meedrijven met een
massa volk. Het was heet. Uit de zijstraten
stroomden flarden muziek uit verschillende
bronnen en dat alles werd gemengd met gepraat en
geroep tot een oorverdovende kakafonie. Overal
stonden verhitte, ongeduldige mensen elkaar te
verdringen bij eet- en drinkkraampjes. Overal
bakken vol afval…Kortom, festival van de slechte
smaak. ”Voor mij is dit de hel” dacht ik. Totaal
verloren in die massa zocht ik naar redding en
vluchtte binnen in de Sint Pieterskerk om kracht
op te doen voor de laatste staties van mijn
kruisweg. Maar de redding die ik had gezocht in
de stilte van de kerk viel anders uit dan ik had
gedacht. Was het de Heilige Geest die mij
inspireerde? Die mij op het idee bracht om eens
met wat meer mildheid naar die massa te kijken?
Terug buiten, zag ik hoe een zwaar getatoeëerde
man liefdevol zijn zoontje op de schouders
zette, hoe een jonge vrouw onopvallend uit de
bak van het restafval alle plastiek haalde en
het in de pdf-bak sorteerde, hoe 2 kinderen op
de stoep zittend een hamburger in twee sneden en
onder elkaar verdeelden. En toen dacht ik: “God
kan het toch niet laten om overal aanwezig te
zijn.” Maar vooral schaamde ik mij over mijn
aanvankelijk aanmatigende houding ten opzichte
van het hele gebeuren.
Eigenlijk
gaat het evangelie van vandaag volgens mij in
essentie hierover: niet te snel denken dat wij
goed bezig zijn of beter dan wie anders denken
en leven. Misschien kunnen we juist iets leren
van mensen die we te snel veroordelen. Daar
spreekt Jezus ons vandaag op aan.
Lied nr.765 Stilte
nu. Ps 65
Gebed (Sytze de Vries)
God zie ons aan
met onze platgetreden paden,
met onze vastgelopen levens,
met onze lamgelegde hoop,
zie ons aan,
met onze strakke monden,
onze boze blikken,
onze veeleisende verlangens,
God, zie ons aan
Met onze grendels en sloten,
Onze grenzen en drempels:
Hoe onthullend
zegt ons Uw licht
dat dat alles onhoudbaar is.
Waar het vuur van Uw geest brandt,
smelt de dreiging
kan de angst oplossen,
wordt onverzoenlijkheid teniet gedaan.
Op dat vuur hopen wij,
Om dat vuur bidden wij,
Om die geest roepen wij.
Inleiding op de
lezing
In
het evangelie van vandaag richt Jezus zich tot
de vrome Joden die denken dat hun broodje al
gebakken is. Ze zien zichzelf als het
uitverkoren volk. Zij volgen plichtsbewust de
Joodse wetten en voorschriften en voelen zich
daardoor gerechtvaardigd. Maar Jezus waarschuwt
hen voor te veel zelfgenoegzaamheid, waardoor ze
met hun groot ego nog moeilijk door de nauwe
deur naar het koninkrijk kunnen. Ze doen
onvoldoende recht aan anderen, aan God en
uiteindelijk ook aan zichzelf. Heidenen, die
vreemde anderen, die uit alle windstreken komen,
die de Joodse wetten niet kennen, maar het hart
op de juiste plaats hebben, maken misschien meer
kans. Jezus zegt over hen:”Ze zullen komen uit
het oosten en het westen, uit het noorden en het
zuiden, en zij zullen aanzitten in het
koninkrijk Gods.” Degenen die er zo zeker van
waren dat ze erbij hoorden, zijn dan verstomd
over wie daar allemaal aanschuift terwijl zij
zelf buiten blijven staan.
Zoals
zo vaak tijdens zijn leven, zet Jezus hier de
zaken op hun kop. Hij haalt de omstaanders uit
hun comfortzone en nodigt hen uit met andere
ogen naar zichzelf en de mensen rondom hen te
kijken. Dat veronderstelt een totale ommekeer,
een ander soort logica. Want welke logica kunnen
we immers vinden in de verklaring dat er
laatsten die eersten- en eersten die laatsen
zullen zijn?
Lied nr 851 Kleine
Psalm
Evangelie: Lucas
13,22-30
Lied nr 545 Naar Uw
beeld
Homilie
Bij het lezen van dit evangelie kwamen
heel wat vragen bij mij naar boven. Hoe geraak
ik door die nauwe deur? Van welke ballast moet
ik mij ontdoen? Met ouder te worden stel ik me
trouwens meer en meer de vraag wat er nu in dit
leven, in mijn leven écht toe doet. Erkenning?
Bij de ‘goeden’ geklasseerd worden, zoals de
Joden in het evangelie? Status? Mijn eigen grote
gelijk? Of oprechte bekommernis om recht te
doen? …Allemaal vragen die me uit mijn
comfortzone halen maar die toch wel heel
belangrijk zijn. De Franse essayist en
journalist Jean-Claude Guillebaud schrijft: “Er
zijn twee essentiële zaken die we allemaal nodig
hebben: de behoefte aan een thuis en de moed om
die thuis te verlaten.” Wat houd ik best vast en
wat laat ik beter los? Niet gemakkelijk om daar
zicht op te krijgen als ik voortdurend midden de
actie zit en overal achteraan hol.
Ik
vond heel wat inspiratie in een uitstekend
artikel van Bénédicte Lemmelijn in het
Tijdschrift voor Geestelijk Leven met als titel:
Reis naar binnen om weer naar buiten te treden.
Hierin
vraagt ze zich af hoe we midden al onze drukte
kunnen komen tot inkeer, tot een innerlijke
leegte en rust die ons in staat stelt om de
juiste keuzes te maken in ons leven. En om niet
alleen de juiste dingen, maar ook de dingen
juist te doen. In haar artikel betoogt ze dat
inkeer noodzakelijk is maar dat het geen
terugplooien mag worden. ‘Inkeer’ moet leiden
tot ‘toekeren’: tot naar buiten treden, tot
volop in de werkelijkheid gaan staan, maar
vanuit de juiste ingesteldheid en met meer
authenticiteit. Bedoeling is om vanuit de
ontmoeting met ons diepste zelf, met wie we in
wezen zijn, te ontdekken dat de geest van God in
ons woont. Om in die diepte God te vinden
en zijn liefde te ervaren. Hiervan doordrongen
kunnen we dan terug naar de wereld stappen, maar
er ‘anders’ in terugkeren. Met vallen en opstaan
vinden we dan de kracht om in het dagelijkse
leven en bij de mensen die we ontmoeten de
menselijkheid en de liefde van God meer gestalte
te geven. Ook de leerlingen komen naar buiten
als andere mensen wanneer ze doordrongen zijn
van de Heilige Geest. Met veel meer vertrouwen
en in een sterkere verbondenheid met elkaar en
de anderen.
Hierbij
denk ik ook aan Eckhardt en zijn interpretatie
van het verhaal van Martha en Maria. Martha is
op de spirituele weg verder dan Maria. Zij heeft
het niet nodig om zoals Maria in vervoering aan
de voeten van Jezus te blijven zitten. Blijkbaar
is ze ooit zo geraakt geweest door Gods liefde
dat ze hiervan doordrongen is bij het doen van
de eenvoudige dingen van elke dag, zoals
liefdevol zorgen voor een maaltijd.
Vorige
week verwees Marcel naar dit diepere geraakt
zijn dat ons een gevoel van vrijheid en openheid
geeft waardoor een echte dialoog met de ander
mogelijk wordt. Dat kan helpen om verschillen te
overbruggen. Een proces van inkeer en verdieping
leidt ertoe dat men een beter zicht krijgt op
waar het echt om gaat. Dat men mensen ten volle
laat zijn en ten volle recht doet. Zonder deze
inkeer blijven we oppervlaktig bezig, in de waan
van de dag.
En
hebben we ook hier in Filosofenfontein geen baat
bij zo’n proces van inkeer en bezinning over wat
er in onze gemeenschap écht toe doet?
Zoals
ik een ogenblik van bezinning in de Sint
Pieterskerk nodig had om met andere ogen naar de
massa van Hapje Tapje te kijken, zo ook
zou de politiek er baat bij hebben om de korte
termijn belangen en de bekommernis voor de
stemmen van de kiezers morgen los te laten.
Hierbij denk ik aan de beschamende aanpak van de
vluchtelingenproblematiek door Europa. Hoe men
maar niet kan komen tot een menswaardige
benadering van het probleem. Zouden alle
partijen geen baat hebben bij een proces van
bezinning en reflectie, waarbij in alle openheid
en in onderling respect met zorg gekeken wordt
naar de echte noden van alle betrokkenen en op
de eerste plaats van de meest kwetsbaren?
Misschien
geraken we dan ook als samenleving met zijn
allen wat gemakkelijker door die smalle deur
naar het koninkrijk. Amen
Aanbrengen van
de gaven:
Wij bidden samen:
Open ons hart
voor de vragende aanwezigheid van mensen,
open onze ogen,
opdat wij het zoeken van mensen zouden zien,
open onze oren,
opdat wij het diepste verhaal van mensen zouden
horen.
Geef dat wij ons zo bewust mogen worden
dat breken en delen het geheim is van
samen-leven.
Zo komen wij op het spoor van Jezus,
die mensen doet opstaan uit onmacht en
verlamming,
en bouwen wij mee aan een wereld
waar ruimte is voor iedereen,
waar mensen met elkaar de weg van het leven
gaan.
Wij bidden voor hen
die een stuk levensweg met ons zijn meegegaan,
voor hen die op ons rekenen,
voor hen die naast ons staan
en ons bemoedigen.
Wij gedenken ook hen
van wie wij afscheid hebben genomen;
ook al zijn zij gestorven,
zij blijven tot ons spreken en ons inspireren.
Beziel ons met uw Geest,
boetseer ons tot mensen voor mensen,
evenbeelden van uw zorg om alles en allen.
Maak onze handen vrij
en leer ons brood breken, wereldwijd;
leer ons hoop schenken
aan de mensen van nu en morgen.
Geef dat het zichtbaar is dat wij uw mensen
zijn,
levende wezens van tastbare liefde,
van voelbare toekomst,
van een levende God.
Onze Vader
Vredeswens:
Communielied: 556
Wanneer uit welke luchtlaag
Slotbezinning:
Hertaalde psalm 101 Oosterhuis
En
weer zingen, maar nu
zo zacht mogelijk.
Ik wil de laatste waarheid:
dat Gij tot mij komt, ooit.
Ik zal mij stil maken,
wachten in mijn binnenste kamer.
Ik gedoog niet één onwaar woord
Ik wil het zuivere daglicht
Niets van laster, spot, inbeelding,
hoogmoed, hoon.
Ik wil vertoeven
in het land der transparanten
mijn ogen zoeken de weerloze echten-
geef mij een doorzichtig huis.
Iedere morgen een nieuw begin
woorden die openbloeien
waar ik wonen kan, veilig
met wie dan ook die mij lief is.
Er weer zingen, ook nu
zo zacht mogelijk.
Slotlied 197
Moge de zegen van God op je rusten
|