13 Oktober 2019: 28e zondag
Dankend in
het leven staan (Lc. 17,11-19)
Marcel
Braekers
Openingszang 101: "Heerlijk is het te loven de
Heer
Begroeting
Heerlijk is het de Heer te loven en zijn Naam te
bezingen, zo zongen wij. Je kan dat maar doen
als je vrij bent van zorgen of ze even opzij kan
zetten. Het veronderstelt een grondtoon van
dankbaarheid naar God toe als de Bron van ons
leven. Die dankbaarheid staat in de viering van
vandaag centraal. De lezingen nodigen daartoe
uit, want elke keer wordt verteld over iemand
die geneest van huidvraat of melaatsheid.
Merkwaardig genoeg zijn het niet-Joden,
buitenlanders of gojim die terugkeren om God te
danken.
Toevallig kozen Angelina en Shaher deze dag om
samen met de kinderen ons te bedanken voor de
steun die we hen in het voorbije jaar gaven.
Welkom in onze gemeenschap, welkom in ons land
en samen met jullie willen we God danken omdat
we de levensruimte krijgen die danken mogelijk
maakt.
Gebed
Uit het diepst van ons hart
Klimt de vreugde,
Krijgt de dank een stem:
Omdat leven ons gegeven is,
Omdat liefde ons geboden is
En steeds weer ons adem geeft.
Dat dŕt bewaard blijft onder ons,
En gevierd is ons verlangen.
Dat wij elkaar de aangewezenen vinden
Om die vreugde mee te delen,
Is ons
gebed.
(S. de
Vries, Bij gelegenheid II 209)
Lofzang 571
Alles wat adem heeft love de Here
Inleiding op de
lezing
Naäman was doodziek maar al zijn rijkdom en
macht konden niet baten, geen genezer of
spirituele heler kon helpen. Maar het was de
tijd van de ballingschap en een weggevoerd Joods
meisje wijst hem de weg naar de profeet. Luister
naar het verhaal hoe daarbij alle protserigheid
wegvalt en alleen het woord van de profeet en
via hem Gods handelen overeind blijven.
2 koningen 5, 1 –
17
Tussenzang 511 De
Heer heeft mij gezien
Lucas 17, 11 – 17
Acclamatie 130
Homilie
Tien besmette mensen gaan naar Jezus en
zoals verplicht roepen ze van verre naar de
anderen want als besmet mochten ze niet nabij
komen. Maar er gebeurt iets onverwacht: de
zieken roepen niet als waarschuwing zodat
iedereen op afstand blijft, maar ze smeken om
nabijheid en aandacht. Jezus, zo schrijft Lucas,
overschrijdt de reinheidswet, gaat naar hen en
geeft hen de opdracht zich aan de priester te
tonen die, zoals gebruikelijk in die tijd, mocht
vaststellen of iemand genezen was. Onderweg
merken ze dat ze genezen zijn. Kataridzein staat
er in het Grieks, wat betekent zuiveren,
genezen, heel maken.
Van de 10 keert er één terug op zijn stappen om
God te loven. Vervolgens valt hij voor Jezus op
de knieën en dankt Hem. En dan volgt dat korte,
verpletterende zinnetje: het was een Samaritaan.
De enige die ertoe komt God te danken, de eigen
gelovigen vergeten dit.
Toen deze man terugkeerde om God te loven en
Jezus te bedanken gebeurde er iets heel bij
zonder zowel voor hemzelf als voor God. Voor de
man betekende het genezing, heel wording,
erkenning door de anderen. De genezing was een
geschenk dat hem overweldigde en op een nieuwe
manier het leven deed ervaren, hij voelt
dankbaarheid. Zijn dankbaarheid brengt hem naar
de Bron van het leven en zo ontdekte hij de
milde, onberekende gave van God.
Er gebeurt echter nog veel meer. om dat te
begrijpen moet je eens even stilstaan bij dat
woord ‘dankbaarheid’. Het gaat om iets
merkwaardig. Ik kan dankbaar zijn voor iets dat
ik kreeg, dat is heel concreet en houd verband
met wat wordt gegeven. In de Bijbels staat zelfs
een heel vreemde vorm van dankbaarheid: de
farizeeër zit vooraan in de synagoge en dankt
God dat hij niet is zoals die tollenaar
achteraan. Je kan dankbaar zijn voor iets, dat
is een beperkte houding van erkentelijkheid. Je
kan ook iemand dankbaar zijn waardoor je voorbij
het concrete de persoon dankt. Dat is van een
heel andere orde en hier ontstaat een nieuwe
relatie. Toen de gever zijn geschenk aanbood,
stond hij in een houding van overmacht. Maar een
geschenk vindt maar zijn voltooiing op het
ogenblik dat de ander het aanneemt als geschenk,
de gever heeft ook de ander nodig als degene die
erkent hat het om een geschenk gaat, niet als
iets waarop hij recht heeft. Op dat ogenblik
worden de gever én de ontvanger tot gelijke
personen die elkaar erkennen en waarderen.
Dit menselijk gegeven komt ook terug in onze
relatie met God. Spiritueel betekent dit dat we
eerst God ervaren als de schenker van het leven
tegenover wie wij in de schuld staan. Maar Hij
wordt maar God in de volle zin en zijn gave
wordt maar voltooid op het ogenblik dat de mens
Hem dankt. In het danken overstijgen we het
verschuldigd zijn. Zo komen zowel God als mens
tot hun recht en tot voltooiing in een relatie
van liefde en blijheid. Danken is het mooiste en
diepste dat wij als schepsel tegenover God
kunnen doen.
Groot dankgebed
157
Communielied 553
Gij die geroepen hebt -licht-
|