29 December 2019: Feest van de Heilige Familie
Heilige
Familie (Mt 2,13-15.19-23)
Ides
Nicaise
Kruisteken en
inleiding
Op Kerstdag zaten we met de familie samen
te vieren: vier generaties, van de
overgrootmoeder tot drie baby’s tussen 3 en 6
maanden oud. Je kan je inbeelden dat die drie
kleintjes de hele avond in het middelpunt van de
aandacht stonden: ze gingen van de ene schoot
naar de andere, er werd gezoend en geknuffeld,
elk grimasje wekte ontroering. Voortdurend
kwamen herinneringen boven en werd de klok
tientallen jaren teruggedraaid, toen de vorige
generaties kind waren. Op zich niets
uitzonderlijks, tot het jezelf overkomt. De
komst van een kind of kleinkind in je familie
overrompelt je telkens weer.
We vieren vandaag het feest van de Heilige
Familie. Een dag waarop de Kerk de kindertijd
van Jezus herdenkt, en waarop evangelisten
verhalen brengen over dat wonderlijke kind. En
tegelijk wordt in de lezingen gereflecteerd over
de grondwaarden van het joods-christelijke
gezin. Het feest van de Heilige Familie is ook
het feest van dankbaarheid om het leven, om de
liefde die elk pasgeboren kind in ons opwekt.
Beginnen we deze viering met het even stil te
maken om dan, samen met de herders, onze
vertedering uit te zingen over dit wonderkind.
Lied
272 Lied van een herder
Openingsgebed
(samen)
Wondere
God
In een kwetsbaar kind kom jij onder ons wonen
Hemel en aarde ondersteboven
Een God die zich aan mensen toevertrouwt
Laat dit geluk nog even duren
Geef ons wijsheid en kracht
Om het te beschutten tegen alle geweld rondom
Om het te koesteren in liefde
Jouw zoon, Mensenzoon
Liefste schepping ooit
Inleiding op
het evangelie
Ik draai voor een keertje de volgorde van
de lezingen om. We beginnen met het evangelie
van Matteüs over de bewogen eerste maanden van
Jezus’ leven, meer bepaald de vlucht naar
Egypte. Zoals jullie weten zijn er twijfels over
de authenticiteit van het verhaal. Het komt
alleen bij Matteüs voor, die zijn uiterste best
doet om Jezus te doen passen in de Joodse
heilsgeschiedenis als een sleutel in een
sleutelgat. Jezus is de nieuwe Mozes: je weet
wel, Mozes die ook aan een kindermoord ontsnapte
doordat zijn moeder hem in een rieten mandje te
vondeling had gelegd. Het ontsnappingsverhaal is
zelfs nog veel ouder: we vinden het ook in het
Hindoeisme terug, 3000 jaar v.C., waar de
pasgeboren Krishna door een list ontsnapt aan
een kindermoord die door de tyran Kamsa bevolen
wordt. Is het een oude mythe ? Zelfs dan
rijst de vraag waarom een God die zich aan
mensen wil openbaren, op de vlucht moet voor
geweld…
Neem
nu Jezus: hoe komt het toch dat de meest
uitzonderlijke van alle mensen, Hij die door God
gezalfd en gezonden is, van bij zijn geboorte
gehaat en met de dood bedreigd wordt? Historisch
feit of literaire symboliek: dit prille,
kwetsbare kind zet de wereld op zijn kop. Het
haalt – nog vóórdat het kan spreken of een
vinger uitsteken - gevestigde machten van hun
sokkel. In de oudheid zou dit verklaard worden
als het verzet van de duivel tegen de komst van
het goede. Vandaag zouden we eerder zeggen dat
de geboorte van de Messias een bedreiging vormde
voor het machtsmisbruik van de toenmalige
religieuze en wereldse heersers. De
liefdesboodschapper van God is de tegenpool van
al wat groot, machtig en geleerd is. Dat gold
voor Mozes en het geldt a fortiori voor Jezus.
Zij vereenzelvigen zich met de zwaksten, de
buitenstaanders, de verdrukten. Ze worden
geboren als vluchtelingen, van meet af
opgejaagd. We luisteren naar het verhaal uit
Matteüs.
Evangelie:
Matteüs 2,13-15.19-23
Lied 273 Gezegend
die komt
Commentaar
Voor
Jozef en Maria is de euforie vlug voorbij: hun
wonderkind is nog maar pas geboren of ze moeten
al tweemaal hun leven omgooien, meteen op vlucht
naar Egypte en een tweede maal bij hun
terugkeer, want ze durven niet terug naar hun
geboortestreek. Het zal je maar overkomen:
omwille van je eerste baby al meteen je biezen
moeten pakken, enkel vertrouwend op wat jou in
dromen van Godswege wordt ingefluisterd.
Dat
ouders er veel voor over hebben om hun pas
geboren kind in veiligheid te brengen kan je als
‘natuurlijke liefde’ beschouwen. Maar het gaat
hier toch wel erg rimpelloos, zonder discussie.
Er wordt meteen gehandeld, niet getwijfeld of
geargumenteerd. Dit is niet zomaar de
natuurlijke, instinctieve ouderlijke liefde die
in dit verhaal mensen in actie doet schieten.
Achter die liefde schuilt een oer-vertrouwen in
God, die de verwachtingen, de angst en zorgen
van jonge ouders deelt. Niet omdat God de baas
is, maar omdat ze weten dat Hij, samen met hen,
de toekomst van hun kind wil behoeden voor het
onheil. Je zou het een ‘gedeeld ouderschap’
kunnen noemen: hun kind is ook zijn kostbaarste
goed, en ze volgen hem in blind vertrouwen… Het
‘met God gedeelde ouderschap’ doet denken aan
dat mooie beeld uit het boekje ‘De profeet’ van
Kahlil Gibran:
“Jullie zijn de
bogen, waarmee je kinderen als levende pijlen
worden weggeschoten.
De boogschutter ziet het
doel op de weg van het oneindige,
en hij buigt
je met zijn kracht opdat zijn pijlen snel en ver
zullen gaan.
Laat het gebogen worden door de
hand van de boogschutter
een vreugde voor je
zijn:
want zoals hij de vliegende pijl
liefheeft,
zo mint hij ook de boog die
standvastig is."
Ik sta er wat bedremmeld bij als ik
dit bedenk. Ik durf niet zeggen dat ik me als
ouder altijd zo gedragen heb.
En nu over naar de eerste lezing… Paulus zit in de
gevangenis en schrijft van daaruit een brief aan
de christenen van Kolosse. Hij vermaant hen om
zich niet te laten meeslepen door een opkomende
sekte die streng ascetisch is en de gelovigen
allerlei verboden oplegt: je mag dit niet eten, je
mag dat niet aanraken… In plaats daarvan heeft
Paulus het over een aantal ‘zachte basiswaarden’
waaraan je volgelingen van Christus moet kunnen
herkennen: mildheid, vergevensgezindheid,
blijheid, dankbaarheid. Het is één van zijn
mooiste en bekendste teksten. Merkwaardig is dat
hij die basiswaarden – die eigenlijk gelden in
alle menselijke relaties – meteen betrekt op het
gezin. Een christelijke gemeenschap zou er als het
ware moeten uitzien als een groot en hecht gezin.
Daarom wordt die tekst ook als lezing aangeboden
op het feest van de Heilige Familie.
Nu was Paulus ook een kind van zijn tijd en het
gezin van eenentwintigste eeuw is (gelukkig of
helaas) niet meer dat van de eerste eeuw. Om elke
aanvaring met de girl-power uit deze gemeenschap
te vermijden laten we de concrete richtlijnen aan
mannelijke gezinshoofden, onderdanige echtgenotes
en slaven uit het christelijke modelgezin even
achterwege en lezen we enkel de algemene
voorschriften. Die hebben m.i. wél
eeuwigheidswaarde.
Lezing uit de
brief van Paulus aan de christenen van Kolosse
(3: 12-17)
God heeft zich met jullie verbonden als
zijn eigen volk, zijn geliefkoosde kinderen.
Bekleed jullie dan met tederheid, hartelijkheid en
vriendschap. Omgord je met bescheidenheid en
geduld. Wees verdraagzaam en vergeef elkaar, als
je tegen iemand een grief hebt. Bedek elkaars
tekorten met de mantel der liefde, zoals de Heer
ook jullie vergeeft.
Ja, de kroon op dit alles moet de liefde zijn, die
jullie aan elkaar smeedt in volmaakte eenheid.
Laat jullie gemeenschap vrede en eenheid
uitstralen. Christus zelf heeft jullie daartoe
immers geroepen, als ledematen van hetzelfde
lichaam.
Laat die blijde boodschap van Jezus onder jullie
groeien als in vruchtbare grond. Leer van elkaar,
en deel je wijsheid met elkaar.
Leef met een dankbaar hart. Zing voor God:
psalmen, hymnen en liederen die de Geest jullie
ingeeft. En laat alles wat je zegt of doet
getuigen van Jezus’ naam.
Commentaar
Wat die brief van Paulus zo aantrekkelijk maakt is
dat hij zo op mensenmaat is geschreven. De blijde
boodschap is geen wetboek van kwellende geboden en
verboden. Ze is iets waar we eigenlijk allemaal
naar verlangen. De evangelische liefde werkt
aanstekelijk als een lopend vuurtje. De
gemeenschapsvorm die het dichtst bij deze utopie
aansluit is ongetwijfeld de familie, het gezin.
Ook daar kan het natuurlijk helemaal fout lopen,
maar meestal is dat toch de plaats bij uitstek
waar we warmte, geborgenheid en onbaatzuchtige
liefde ervaren.
Het is dan ook opmerkelijk dat onze Bijbel bol
staat van verwijzingen naar familiebanden en
–rituelen – ook waar het onze relatie tot God
betreft. Geen enkele andere godsdienst ziet God
als een vader. En Jezus wordt Mensenzoon en
broeder genoemd. In het Oude Testament is Jahwe de
bruidegom en het Joodse volk de bruid. En het
krachtigste ritueel dat Jezus ons heeft nagelaten
is het breken van het brood aan tafel: het is één
van de meest basale gebaren uit het dagelijkse
gezinsleven.
In het verleden werd het feest van de H Familie
vaak aangegrepen als een gelegenheid om de puntjes
op de i te zetten wat gezinsethiek betreft. Het
stuk uit de brief van Paulus dat ik vandaag heb
weggelaten is daar niet vreemd aan. Maar waar het
in dit feest op aan komt is niet hoe wij ons als
vader of moeder, echtgenoten of kinderen moeten
gedragen. Het is de ervaring dat God ons even
nabij wil zijn als een moeder of vader. Dat Jezus,
Woord van Liefde, kwetsbaar als een
vluchtelingenkind, aan de zorg van mensen wordt
toevertrouwd. Een ervaring, een kind om te
koesteren.
Lied 528 Voor
mensen kunnen spreken
Streepje
muziek: Celloconcert Bach
Groot Dankgebed 163
Tijdens de communie:
• Kort streepje (enkel zolang
koor communiceert)
• Born in a cradle so bare…
(Carol van Rutter)
Slotgebed uit M.
Ploem, Als een zachte bries (p.59)
Vlakbij, midden onder ons
Ben jij, God
In jouw naam zijn wij hier bijeen.
Ons spreken, ons luisteren
Zullen jouw waarmerk dragen
Liefde voor echtheid
Liefde voor ieders eigenheid.
Open ons, luisterbereid,
Mild, geduldig.
Laat ons getuigend spreken van ons geloof
Scheppend samen met jou, Vader
Warm menselijk als je Zoon
Met het vuur van je Geest
En dat dit samenzijn vrucht mag dragen
Honderdvoud.
Blijf nu bij ons, God
Hier en thuis en overal.
Slotlied: 270 Van
waar zijt Gij gekomen
Zegen en wegzending
|