------
Welkom
------
Liturgie
------
Vorming
------
Historiek
------
Archief
------
Kalender
Share-project
------





12 Januari 2020: De doop van Jezus

       De vervulling van Gods gerechtigheid –  (Mt. 3,13-17)

Marcel Braekers

Openingszang 104: "Gegroet en gezegend"

Begroeting


Vandaag viert de Kerk het feest van de doop van Jezus in de Jordaan en wordt de Kersttijd afgesloten. Na de bekendmaking aan de herders via de engelen en aan de wijzen via de ster klinkt een stem en verschijnt het symbool van de duif waardoor de openbaring omtrent Jezus wordt voltooid. Daarom beginnen we de viering met een lied over het verschijnen van God op aarde.

Openingszang 263 Gij verschijnt niet op de wolken

Inleiding

Het gebeurde enkele jaren geleden in New York. Een politieagent trof in een parkeergarage een slapende dakloze aan. Om een bepaalde reden besloot hij hem niet te arresteren zoals hij verplicht was en liet hij de dakloze verder slapen. Daarom besliste de korpschef hem voor 1 maand te schorsen. De agent was vader van 5 kinderen en kwam daardoor in een financieel moeilijke situatie terecht. Maar alle daklozen van de stad besloten om voor hem geld in te zamelen. Ze gingen bedelen, verzamelden statiegeld op flessen, enz. Ze verzamelden zo 3000 dollar. Het voorval werd een boeiende vraag omtrent ethiek: had de man volgens de regels van de politie moeten handelen of vormde de situatie een uitdaging om iets anders te doen? Voor mij was dit een voorbeeld van wat echt ethisch is: er is een algemene norm die wellicht nodig is, maar de concrete situatie overstijgt normen en krijgt dus voorrang ook al blijft de norm overeind. Voor de agent hield dat in dat hij de dakloze liet verder slapen. Misschien had hij het niet zo bedoeld, maar in de ogen van de daklozen had hij een profetisch daad gesteld, zodat zij op hun beurt uit de sleur van hun dompig leven traden en een gebaar van steun naar de agent stelden. Profetische gebaren brengen iets op gang en overstijgen meestal de gewone, dagelijkse normen.

Ik vertel deze anekdote nu we vandaag het feest van de doop van Jezus vieren. Voor de eerste christenen was dit voorval een raadsel. Waarom vond Jezus het nodig door Johannes gedoopt te worden? Het was toch een doopsel tot vergeving van de zonden, had Hij dan gezondigd? Het getuigt daarom van grote eerlijkheid dat men dit gebeuren bleef verder vertellen ook al gaf dat veel problemen. Het gebaar van Jezus ging men begrijpen als een profetisch gebaar waardoor Hij tegen de gangbare levensgewoonten zich bekende tot de boodschap van Johannes in de hoop zijn volksgenoten de ogen te openen voor een nieuwe tijd. De schrijver van het Mattheus-evangie merkt daarbij op: zo moest Gods gerechtigheid worden vervuld. Het doopsel van Johannes, de toetreding van Jezus tot zijn initiatief en het gebaar van de New Yorkse agent zijn momenten waarin Gods gerechtigheid wordt vervuld. Het zijn elke keer momenten waarin algemene normen of religieuze gewoonten worden doorbroken, omdat men zich laat inspireren door de concrete situatie.

Gebed om ontferming 113 Heer Jezus, koning en gezalfde Gods


Gebed

Alles wat uw hart te zeggen heeft
Is onder ons uitgesproken,
Vlees geworden,
Mens onder de mensen.
Een Zoon die naar zijn Vader aardt,
Die met uw geest ook ons doopt.

Op de weg van al uw kinderen is Hij voorgegaan –
Een uittocht koersvast in vertrouwen.

Geef dat ook wij in verwondering
Het Licht opnieuw aanschouwen
En trouw en betrouwbaar zijn zoals Hij.    (S. de Vries)


Jesaja 42, 1 – 7

Lied 573 Hij die de blinden weer liet zien

Evangelie Mt. 3, 13 – 17 + acclamatie 120

Homilie

Het getuigt van grote eerlijkheid dat de eerste christenen dit moment van de doop van Jezus bleven verder vertellen ook al botste dit met hun geloof. Toch merk je al vlug grote veranderingen. Marcus vertelt het gebeuren nog zonder veel commentaar. Mattheüs die zijn evangelie een tijd later schrijft voegt al iets toe: Johannes weigert aanvankelijk en vraagt aan Jezus om gedoopt te worden. In latere teksten gaat men nog verder. In het Ebionieten-evangelie knielt Johannes neer als hij de stem uit de hemel hoort en vraagt hij aan Jezus om gedoopt te worden. En in het Nazareër-evangelie komen Maria en heel de familie naar Jezus met de vraag door Hem gedoopt te worden. Meer en meer kregen de christenen moeite met het feit dat Jezus leerling van Johannes is geweest en dat Hij zich samen met tollenaars en prostituées heeft laten dopen. Belangrijk bij het lezen van dit verhaal is te beseffen dat de schrijver van het Mattheus-evangelie wellicht een Joodse rabbijn was die zich tot het christendom had bekeerd, omdat hij vond dat Jezus veel verder ging dan de Thora in het vervullen van Gods gerechtigheid. Daarom laat hij Jezus zeggen: “Zo wordt Gods gerechtigheid tot vervulling gebracht”. Wat was toch die gerechtigheid die Jezus voorleefde en die deze rabbijn en zoveel andere Joden ging fascineren? Is er een verband tussen wat Jezus zei en deed en het verhaal van de New Yorkse agent?

De doop in de Jordaan was door Joannes bedoeld als het hernemen van de uittocht uit Egypte: de doop was een bekering als eerste stap naar echte vrijheid. Johannes had die plaats aan de Jordaan uitgekozen om 2 redenen. Het was de plaats waar ooit het volk doorheen was gewaad op weg naar het beloofde land en die weg zou iedere bekeerde opnieuw moeten gaan. Maar de Jordaan is een merkwaardige stroom die tot meer dan 500 meter onder de zeespiegel loopt. Daarin gedoopt worden was ook een gebaar van nederigheid. Dat bedoelde Johannes ook: je moest niet alleen je leefpatroon veranderen, maar ook een weg van bescheidenheid gaan in het voetspoor van het zwervende trekkersvolk. De tocht door de woestijn werd voor het volk een tocht waarin men op een nieuwe manier Gods nabijheid ging ervaren. Maar ook een tocht waarin men op een nieuwe manier leerde zorgen voor elkaar. Dat dubbel spoor werd bedoeld met Gods gerechtigheid. De schrijver van het Mattheus-evangelie was tot het inzicht gekomen dat Jezus radicaal en krachtig die weg is gegaan. Dat drukt hij uit met visuele beelden: de hemel die open ging en de Geest die als een duif op Jezus neerdaalde. En een stem uit de hemel bevestigde dat deze Jezus Gods geliefde kind is. In Hem werd Gods gerechtigheid zichtbaar.

Al vlug kregen christenen moeite met deze doop. Waarom zou Hij zich samen met tollenaars en prostituées laten dopen, Hij was toch zonder zonde? Waarom die weg van nederigheid of vernedering? Jezus was niet alleen de vervulling van wat Jesaja had gezegd over de Dienaar van de Heer, Hij was niet alleen Gods Woord, maar werd stilaan God zelf. Weliswaar Zoon van God maar toch gelijk aan God. Tegenover deze groeiende tendens staat nu dit verhaal van de doop. Een verhaal vol menselijkheid waarin verteld wordt hoe Jezus gegrepen is door de taal en boodschap van Johannes en hoe Hij in alle bescheidenheid toetreedt tot zijn groep door zich te laten dopen. In plaats van de verheerlijking, zo zegt de evangelist, ging Jezus een weg van gerechtigheid. In het vervolg van het evangelie keert dit thema altijd terug en lees je hoe Jezus in belang van de concrete situatie de gangbare normen overstijgt zonder ze aan zijn laars te lappen. De sabbat is er voor de mens en niet omgekeerd. Een zieke genezen is belangrijker dan afstand scheppende reinheidswetten, God is geen afstandelijke God maar een nabije Vader die uitziet naar ieder mens, enz. Zo kwam een nieuwe gerechtigheid tot leven.

In de loop van de volgende zondagen als we de Bergrede beluisteren of horen hoe Jezus met mensen omging zal dat alles meer concreet worden.

Groot dankgebed 150

Na de communie 839
Psalm 139- Gij, Gij peilt mijn hart, Gij doorgrondt mij

------