27 september 2020: 26e zondag door het jaar
De weg die Jezus
ging (Phil. 2, 1-11)
Marcel
Braekers
Openingszang 529, strofe 1, 11-13
Hoor hoe God met mensen omgaat
Begroeting
Is
het niet sprekend dat mensen met een heel
verschillende achtergrond diep respect hebben
voor de persoon van Jezus van Nazareth?
Christenen en moslims, atheïsten en spirituele
zoekers, iedereen spreekt met groot respect voor
dit leven. Wie is Hij dan wel en wat maakt Hem
zo aansprekend?
De
tweede lezing van deze zondag is voor mij een
van de mooiste Bijbelse typeringen en daarom
gaat heel mijn aandacht naar deze tekst. Het is
de overbekende hymne uit de brief van Paulus aan
de christenen van Filippi. “Hij heeft zichzelf
leeg gemaakt, schrijft Paulus, en een leven
geleid dat ook wij zouden moeten leiden. Hij
koos voor een weg van eenvoud en overgave.
Daarom heeft God Hem hoog verheven en ons tot
voorbeeld gesteld.”
Na
zijn dood gingen de leerlingen Jezus met vele
namen benoemen: de Gerechte, de Dienaar van
Jahwe, de Hoeksteen, het Lam, de Messias, enz.
Maar na enige tijd evolueerde men naar één
dogmatische formulering, Jezus is de Christus.
De leerlingen werden voortaan christenen
genoemd. Die stichtten christelijke scholen en
christelijke ziekenhuizen en gingen zich
organiseren onder de christelijke vlag. Daarmee
werd het woord Christus stilaan verbonden met
gezag en dominantie en werd ook de betekenis van
Jezus van Nazareth verdoezeld. Spijtig, want het
Hebreeuwse woord voor Christus is ‘Messias’. En
dat woord verwijst naar ‘toekomst’, en naar een
nieuwe wereldorde.
Deze
viering wil een eerbetoon zijn aan deze mens die
bekleed werd met goddelijkheid, maar ook een
oproep om terug te keren naar zijn diepere
betekenis, naar het doel waar Hij voor leefde,
om dat ook in ons op te nemen.
In
onze zangbundel hebben we een mooie aanroeping
waarin wij Jezus ook in vele namen aanwezig
stellen.
Lied 113 Heer
Jezus koning ..
Gebed
Goede
God,
Als bron van licht en leven
Hebt Gij U te kennen gegeven.
Als nieuwe adem
Zijt Gij voor mensen geweest.
Uw trouw
Heeft hen gevoed.
Als uitgesproken liefde,
Als een woord
Van uw lippen
Heeft Jezus
U ons nabij gebracht.
In dat licht
Zijn wij getroost
Met een nieuwe naam.
Hoe zullen wij dan nog
Alleen onszelf vertrouwen,
Onszelf een naam maken?
God, benoem ons
Met de liefde van uw
Zoon.
(S. de Vries,
Het rijk alleen p. 214)
Inleiding op de
lezing
Filippenzen 2, 1 –
11
Lied 367 uit uw
hemel zonder grenzen
Homilie
Enige tijd geleden zag ik een gesprek met
een monnik van een orthodox klooster in Egypte.
“Waarom wil je toch zo’n leven leiden als hier?”
vroeg de interviewer. “Omdat Jezus zijn leven
voor mij heeft gegeven. Ik vond het niet meer
dan passend dat ik dit voor Hem terugdeed” was
het antwoord. De woorden in al hun eenvoud
raakten me diep. Het ging niet over dogma’s,
over theorie, over God en mens en twee naturen
in één persoon, maar om de betekenis die deze
mens voor de monnik had en hoe hij daarom een
leven van soberheid in de Egyptische woestijn
koos.
Het deed me denken aan de vele teksten waarin
Paulus zijn liefde voor Jezus beschrijft.
“Met Christus
ben ik gekruisigd: ikzelf leef niet meer, maar
Christus leeft in mij.” (Galaten
2,19-20).
“Ik wil
Christus kennen en de kracht van zijn
opstanding ervaren, ik wil delen in zijn
lijden en aan hem gelijk worden in zijn dood,
in de hoop misschien ook zelf uit de dood op
te staan.” (Filippenzen 3,10-11).
Krachtige teksten die mij weer confronteerden
met de vraag; wat betekent Hij voor mij?
Ik keer daarom terug naar de voorgelezen tekst.
Die begint met een oproep aan de gelovigen om
elkaar te troosten en te sterken en om in diep
respect, gedragen door de Geest, elkaar te
beminnen. Pas dan maakt Paulus een sprong naar
Jezus; want die heeft zich ook zo gedragen,
schrijft hij. Jezus heeft zichzelf ontledigd
staat er in plechtig Nederlands. Ekenosen
staat er in het Grieks. Jezus maakte zichzelf
leeg en legde alle ijdelheid en zelfverheffing
af, zegt Paulus. Hij bedoelt: in tegenstelling
tot Adam of dè mens, die zichzelf altijd wil
verheffen ging Jezus de tegengestelde weg door
zich te ontledigen. Die ontlediging bood aan God
de ruimte om zichzelf helemaal in Hem uit te
gieten. En door zijn bescheidenheid kon Jezus
droom en toekomst voor alle mensen worden. Dat
is de echte betekenis van Messias. De tekst gaat
dus niet over een pre-existente God die zijn
goddelijkheid aflegt om mens te worden. De
houding van Jezus moet je lezen in het licht van
de voorafgaande vermaningen om elkaar te
beminnen.
In zijn boek ‘Vriend voor het leven’ schreef
Oosterhuis een prachtig hoofdstuk over Jezus.
aansluitend bij ons thema lees ik enkele
citaten.
En dan noemt hij (Paulus) Jezus de
Messias, omdat Jezus dit visioen van een
wereld zonder scheidsmuren belichaamt… en de
opstanding van deze Messias Jezus ziet Paulus
bewaarheid daar waar mensen uit onderlinge
vervreemding en discriminatie en uitbuiting
opstaan, en scheidsmuren afbreken.
Opstanding is: dat Jezus in ons uit
de dood opstaat, dat hij in ons tot Messias
wordt; dat wij ‘zijn lichaam’ worden, zijn
uitstralende kracht in deze wereld. (p.258)
Wat een ongelofelijke formulering: wij moeten het
lichaam worden waarin zijn opstanding zichtbaar
wordt, zo gaat de verrijzenis altijd voort. Zijn
stralende kracht wordt maar werkelijk waar mensen
zich inzetten voor de messiaanse droom. En ik ben
ervan overtuigd dat waar men zo leeft ook mensen
met heel verschillende gezindheid respect zullen
opbrengen. Laten we in die geest in zijn naam
brood breken en Hem in ons midden weten.
Groot dankgebed
150 die naar menselijke gewoonte
Na de communie lied
363 Gij zijt voorbij gegaan
Afsluiting:
herschrijving van hymne aan de Filippenzen in:
H Oosterhuis,
vriend voor het leven, p. 263.
|