22 mei 2022: 6e zondag van de paastijd (2022)
Mijn vrede geef ik
jullie, zoals de wereld die niet geven kan. (Joh,
14, 27)
Lut
Saelens
Lied 568: Wij
zoeken u als wij samenkomen.
Welkom en
inleiding:
Onlangs was ik op bezoek bij Olga, een
90-jarige vrouw die ik reeds heel lang ken.
Samen haalden we herinneringen op aan vroeger.
Zij had het over de vrij dramatische
omstandigheden waarin ze was opgegroeid en de
manier waarop ze haar leven met vallen en
opstaan nadien toch behoorlijk op de rails had
gekregen. Ze vroeg mij of ik op haar
begrafenis iets over haar leven wilde vertellen.
‘Je mag er ook bij zeggen dat ik van niets spijt
heb. Ik heb het leven geleefd zoals het mij werd
aangeboden, met mijn kwaliteiten en mijn
gebreken. Ik kon niet meer dan mijn best doen.’
Het
klonk rustig en zelfs bijna vanzelfsprekend. Een
vrouw die op het einde van haar leven vrede
gevonden had met zichzelf en met wat haar in het
leven was toebedeeld. Een vrouw met een voltooid
leven. Toen ik haar zo hoorde besefte ik dat ik
op dat vlak nog een hele weg had te gaan om me
te verzoenen met de blutsen en builen in mijn
eigen leven.
Is
de mens, is de wereld wel in staat tot diepe
vrede? Sinds de broedermoord van Kaďn lijkt het
van niet. De oorlog in Oekraďne, zo dicht bij
onze deur, confronteert ons met de trieste
waarheid dat vrede een zeldzaam goed is.
‘Nooit meer oorlog!’ Een mooie wens die maar
niet in vervulling gaat. Maar ook dichter bij
huis, in onze relaties met anderen voelen we ons
vaak tekort gedaan, gekwetst of onheus
behandeld. Vooral als hierover dan geen spijt
wordt getoond, is verzoening moeilijk en kunnen
we dergelijke kwetsuren moeilijk een plaats
geven. Maar misschien vrede vinden met onszelf
nog de grootste uitdaging. Met onze
onvolmaaktheid, onze onvolkomenheid. Het thema
van verzoening met onszelf komt zo mooi aan bod
in het lied: ‘’Wat ik gewild heb’, dat we nu
samen gaan zingen.
Lied 412: Wat
ik gewild heb.
Openingsgebed:
Eeuwige God, zie ons hier,
samen gekomen in Uw Huis.
Om Uw aanwezigheid te mogen ervaren
in de liederen die wij zingen, in de woorden die
klinken,
in de gebeden die opstijgen, in de stilte van
deze ruimte en in ons hart.
Wij bidden U, wees aanwezig,
verbind U opnieuw met ons als bondgenoten
op de weg van Uw Vrede.
Spreek ons aan in de bezielende kracht van Uw
Geest
Breng ons in beweging naar onze naasten, over
alle grenzen heen
Amen
Inleiding tot
de lezing:
In het evangelie van Johannes vandaag
lezen een stukje uit de afscheidsrede van Jezus
tijdens het laatste avondmaal. Eigenlijk Zijn
testament, een samenvatting van alles wat Hij
aan zijn leerlingen gegeven heeft en hen nalaat,
maar ook een belofte voor de toekomst. Wat mij
vooral trof zijn de woorden: ‘Mijn vrede geef ik
jullie, zoals de wereld die niet geven kan.’ Een
troostende gedachte te beseffen dat Jezus wist
hoe moeilijk het voor ons, mensen is om die
vrede te vinden. Hij verzekerde zijn leerlingen
dat ze er niet alleen voor stonden, dat Hij hen
daarbij zou helpen.
We
zingen samen het Taizélied: ‘mijn vrede
laat ik U’. Tekst en muziek op het blad. Nadien
luisteren we naar het evangelie.
Taizé Mijn vrede
laat Ik u
Mijn
vrede laat Ik u.
Mijn vrede geef Ik u.
Weest dan niet bezorgd.
Mijn vrede laat Ik u.
Mijn vrede geef Ik u.
Weest niet bevreesd.
Johannes 14, 23-29
Homilie:
In de evangeliën lezen we steeds opnieuw
dat Jezus de mensen vrede toewenst. Hij doet het
tijdens Zijn afscheidsrede op het Laatste
Avondmaal. Nadat Hij verrezen is wenst Hij de
leerlingen telkens wanneer Hij verschijnt vrede
toe.
De apostelen voelden zich ontredderd,
verdrietig en vooral schuldig omdat ze Jezus
tijdens Zijn lijdensweg in de steek hadden
gelaten, Petrus op de eerste plaats. Wilde Jezus
de apostelen de vrede bieden die ze op dat
ogenblik moeilijk in zichzelf konden vinden, of
zichzelf konden gunnen?
Jezus
nodigt hen uit om met hun beperkingen in het
reine te komen, er vrede mee te nemen. Een
moeilijke weg te gaan! Hij spreekt hen dan ook
moed in: als ze in liefde met Hem en Zijn Vader
verbonden blijven zal de Heilige Geest hen
de weg tonen.
Tijdens
zijn leven ontmoette Jezus veel gebroken mensen.
Hij negeerde hun donkere kanten niet, maar Hij
gaf ze een plaats in hun leven. Hij hielp hen om
zich ermee te verzoenen, om hun gebrokenheid te
overstijgen, de stukken te lijmen en geheeld te
worden.
Ria
had had het vorige zondag over de pijnlijke
geschillen die we soms meemaken met mensen die
ons heel nabij zijn en hoe we daarbij op
barričres stoten en menselijke beperkingen.
Wanneer we midden onze pijn, en onze beperkingen
ons in volle overgave openstellen voor Gods
onvoorwaardelijke liefde komen we tot een andere
manier van kijken en beleven van wat ons
overkomt. Kunnen we onze verschillen in een
ander perspectief zien. Zien we het licht dat
door de spleten van onze gebrokenheid schijnt.
Zoals Leonard Cohen zo mooi zingt: There is a crack
in everything. That’s how the light gets in.
Eigenlijk bedoelt hij Light met een hoofdletter.
Onlangs kwam ik toevallig een artikel tegen van
Benedicte Thissen, voormalige abdis van de
trapistinnenabdij Koningsoord. De titel was: Het menselijk
tekort-onze kostbaarste schat. En dat
schrijft een abdis? Ik was direct geboeid!
Hierin
getuigt zij hoe ze zich heeft leren verzoenen
met haar menselijke beperkingen. Ik citeer een
stukje uit haar getuigenis: ‘Het vraagt een
hele training om ons menselijk tekort te
accepteren en te integreren. Luisteren naar
een situatie en luisteren-voor zover
mogelijk-naar het onvermogen van de ander en
onszelf, brengt ons juist bij de liefde en de
ware vrede. En dat niet alleen. Het brengt ons
ook bij de ander en onszelf , daar waar wij er
mogen zijn in ons menszijn. Het gaat in het
religieuze leven om menswording. En dat houdt
juist in: aanvaarden van de werkelijkheid, die
altijd onaf is, tekortschiet, begrensd is,
nooit ons verlangen bevredigt. Als ik naar
mezelf kijk moet ik bekennen dat ik het nooit
leer. Dat ik steeds weer in die kramp schiet
van het ideaal.’ Dat zelfs een abdis daar zo
moeilijk in slaagde was voor mij een hele
opluchting…
In het Oude Testament wordt vrede vooral
betrokken op sociale relaties en op lichamelijk
welzijn. Bij Jezus gaat het om een toestand
waarbij de mens in harmonie leeft met zichzelf,
de medemens, de natuur.Het is de som van alles
wat mensen ‘tevreden’ maakt: zowel het materieel
-als het geestelijk welzijn van individu en
gemeenschap.
Telkens
Jezus vrede wenst gaat er een kracht van
Hem uit , een kracht die bezit neemt van de
apostelen en hen wijdt om hun opdracht uit
te voeren. Hij laat hen delen in die grenzeloze
energie, in die grenzeloze liefde en ze krijgen
de opdracht deze door te geven aan alle
mensen.
Jezus
komt met een veel beter aanbod van vrede dan de
wereld ons kan bieden. Een vrede die komt vanuit
een sterke verbondheid met God. Die wij niet
alleen kunnen vinden. Ons hart is vaak van
binnen te veel verscheurd. Hij stuurt ons de
Trooster, de Geest die ons een diepe, stabiele
vrede kan brengen, die niet gebonden is aan de
veranderende context waarin het leven van de
mens verloopt en aan de situatie waarin de
wereld zich bevindt. Die Geest zal datgene
voltooien en vervolledigen waarin wij mensen
tegenover God, tegenover elkaar en tegenover
onszelf hopeloos tekort schieten.
Als
we die vrede vinden kunnen we ze ook
doorgeven aan anderen zoals Jezus deed en hen
helpen om weer heel te worden. Dan zijn wij
vredestichters. En dan zullen we er misschien
toe komen om zoals Olga op het einde van ons
leven met onszelf en met de wereld verzoend te
zijn. Amen.
Lied 516: Gij
die voor alle mensen.
Intenties
en aanbrengen van de gaven:
Onze Vader:
Vredeswens:
Wie
mensen blij wil maken, moet vreugde in zich
hebben.
Wie de wereld wil verwarmen, moet
vuur in zich dragen.
Wie mensen helpen wil, moet zachte
handen hebben
om ze niet te kwetsen.
Wie vrede brengen wil moet eerst
in z'n eigen hart
vrede gevonden hebben.
Moge God ons helpen die vrede te
vinden en aan elkaar
door te geven.
Wensen we elkaar de vrede.
Delen van het
brood.
Slotgebed: Gebed van
Franciscus van Assisi
Heer,
maak mij een instrument van Uw vrede.
Laat mij liefde brengen waar haat
heerst,
laat mij vergeven wie mij
beledigde,
laat mij verzoenen wie in onmin
leven,
laat mij geloof brengen aan wie
twijfelt,
laat mij waarheid brengen aan wie
dwaalt,
laat mij hoop brengen aan wie
wanhoopt,
laat mij licht brengen aan wie in
duisternis is,
laat mij vreugde brengen aan wie
bedroefd zijn.
Laat mij niet zoeken getroost te
worden, maar te troosten,
niet begrepen te worden, maar te
begrijpen,
niet bemind te worden, maar te
beminnen.
Want het is toch door te geven,
dat men ontvangt
door te verliezen, dat men vindt
door te vergeven, dat men
vergiffenis ervaart
door te sterven, dat men verrijst
tot het eeuwige leven. Amen.
Einde van de
viering: lied 197: Moge de zegen van God op je
rusten.
|