------
Welkom
------
Liturgie
------
Vorming
------
Historiek
------
Archief
------
Kalender
------





Pinksteren 2022

Dat vuur van het begin,  wij ademen het in  (Hand. 2, 1 – 11)

Marcel Braekers

Begroeting

Vandaag vieren we het feest dat voor veel christenen als het mooiste van alle feesten wordt ervaren: Pinksteren of het neerdalen van de Geest over de leerlingen. Pinksteren of pentecostè (vijftig) is de voltooiing van de Jezus-geschiedenis. Hij die in woord en daad had getuigd van Gods grootheid en nabijheid, stierf voor zijn overtuiging op het kruis, Hij werd door God voorbij de dood opgenomen in zijn liefde, maar keerde terug als gave en als inspiratie over zijn leerlingen. Zoals het Joodse volk eens op de vijftigste dag op de Sinaï de 10 geboden ontving, zo ontvangt nu de nieuwe gemeente geen geboden, maar het liefdevuur en de inspiratie van de Geest. En zoals eens de Thora in 70 talen werd vertaald door de Schriftgeleerden, zo horen alle mensen in hun eigen taal de oproep van Petrus en ontvangen ze het vuur van de Geest.

Op het feest van Hemelvaart vierden we hoe Jezus zegenend afscheid nam van zijn leerlingen. Vandaag vieren we dat wij als gemeenschap elkaar zegenen en over elkaar de Geest afroepen. Laten we daarom in een grote kring heel de kerkruimte vullen en elkaar zegenen terwijl we lied 390 zingen.

Lied 390 Kom Schepper, Geest, daal tot ons neer
 
Gebed

Stort uw geest uit
Over jong en oud
Over man en vrouw
Over hoog en laag
Over west en oost
 
Stort uw vuur uit
In het hart van de mensen
In de mond van de mensen
In de handen der mensen
 
Zend uw adem neer
Over hen die geloven
Over allen die twijfelen
Over allen die liefhebben
Over allen die eenzaam zijn
 
Stort uw vuur uit
Over de woorden der mensen
Over het zwijgen der mensen
Over de talen der mensen
Over de liederen der mensen
 
Zend uw adem neer
Over allen die toekomst bouwen
Over hen die het goede bewaren
Over hen die het leven behoeden
Over allen die schoonheid scheppen
 
Stort uw geest uit
Over de huizen der mensen
Over de steden der mensen
Over de wereld der mensen
Over alle mensen van goede wil
 
Hier en nu
Over ons
Stort uw geest uit                                               (F. Cromphout)
 
Lied 585 alles wat adem heeft
 
Inleiding op de lezingen

Zo dadelijk horen we het verhaal van de toren van Babel. Dit verhaal ontstond toen de zwervende Hebreeën in de buurt van de steden in Babylonië kwamen. Uit archeologisch opgravingen weet men dat veel steden in Babylonië volgens een vast patroon werden gebouwd. In het midden een hoge toren en daaromheen de woonwijken. Die torens waren niet alleen een bewijs van macht, men geloofde ook dat via de toren de goden naar de aarde kwamen, want Babel betekent ‘poort van God’. De Hebreeën begrepen dit Babel als 'balal' wat ‘verwarren’ betekent, want ze vonden die Babyloniërs maar verwarrend met hun andere taal, andere gewoonten.

Deze eenvoudige nomaden waren getroffen door de macht die van deze steden uitging. De poorten en wallen, stadswachten en gebouwen straalden zelfzekerheid en macht uit. Dat gevoel werd nog versterkt, omdat men geloofde dat de goden er hun tijdelijke woonplaats hadden. Voor de Hebreeën was die machtsuitstraling onbegrijpelijk, alleen aan hun God kwam immers alle macht toe. Daarom groeide in hen een theologisch verhaal over God die de samenleving uit elkaar drijft om haar te verzwakken. Babel werd het symbool van verwarring en ijdel machtsvertoon. Alleen aan de Ene kwam immers alle macht toe.

Genesis 11,1-9 – Klink, Bijbel voor kinderen p.41 - 43

Lied 804 alles wacht op U vol hoop

Handelingen 2, 1 – 11 ‘Koning op een ezel’ van Nico ter Linden p. 229 e.v.
 
Homilie

Twee bijzondere ervaringen wil ik met jullie delen. Vorige maandag was ik in Rotterdam waar de samenvoeging van de Belgische en de Nederlandse provincies van de dominicanen werd bezegeld. U moet zich voorstellen dat in de jaren ’60 de Nederlandse provincie de grootste was in heel de wereld met meer dan 600 broeders. Op vandaag zijn ze met 32 en is er een grote kloof tussen de heel oude broeders en de nieuwe generatie van een tiental jongeren. Spontaan had ik een wat treurige samenkomst verwacht waarbij men verdrietig zou terugkijken naar wat voorbij is. Maar verrassend genoeg was het een feest en leefde bij iedereen het gevoel van een nieuw begin. Vanwaar kwam die kracht en dat enthousiasme? Nieuwe projecten zijn al gestart en andere staan in de stijger. De begeestering, terwijl men beseft hoe kwetsbaar en voorlopig alles is, deed mij denken aan het wonder van Pinksteren.
 
Eenzelfde ervaring had ik toen in het begin van 2000 Mark besloot om in een nieuw project van de dominicanen in te stappen en na 25 jaar deze plek te verlaten. Ik voelde me alleen staan en bedacht hoe lang ik dit hier zou kunnen volhouden. Het is immers niet de gewoonte in onze orde dat broeders alleen wonen. Maar tot mijn verrassing reageerde de gemeenschap alsof een nieuwe geboorte plaats had. Er stond een groep van 20 predikanten op, een nieuwe zangbundel werd samengesteld en het avondprogramma ging floreren als nooit voordien. Vanwaar kwam die kracht en inspiratie? Ik heb het altijd begrepen als een nieuw Pinksterwonder. Elke keer overviel mij het besef dat veel meer dan ik zelf kan inschatten de Geest van God en van Jezus werkzaam is in mensen. En misschien staan we in de komende tijd opnieuw voor zo’n gebeuren. Vandaar dat ik als titel boven de viering van vandaag schreef: “Dat vuur van het begin wij ademen het in”.

Als we logisch en verstandig oordelen dan zien we dat onze gemeenschap elk jaar ouder wordt, dat corona een aanzienlijke groep gelovigen heeft verwijderd van de gemeenschap en de kerk. Als we de media zien en lezen dan blijft alleen nog de folklore en soms de schandalen of de lege gebouwen het vermelden waard. Alle ingrediënten zijn er om mee met de wolven in het donker te huilen. Pinksteren vertelt echter een tegendraads verhaal. Het beschrijft hoe ooit en altijd opnieuw in de geschiedenis angstig gesloten deuren werden opengegooid, mensen zorgeloos vooruit keken en elkaar opnieuw aanstootten tot hoop en vertrouwen.
 
Pinksteren is het feest waarbij de geboorte van de Kerk wordt gevierd, niet de kerkstructuur, maar de gemeenschap van enthousiasten die elkaar willen dragen. Walter Kasper, de eminente theoloog en kardinaal die een hele tijd verantwoordelijk was voor de oecumene, begint zijn mooi boek ‘Katholische Kirche, Wesen, Wirklichkeit’ met een persoonlijke ervaring. Hij vertelt hoe hij als gewone jongen parochiepriester wilde worden, maar bestemd bleek om te gaan studeren en professor theologie in Tübingen werd, nog later  bisschop van een groot diocees in Duitsland en uiteindelijk curie-kardinaal die verantwoordelijk was voor de oecumene. Elke keer, zo schrijft hij, ontdekte ik nieuwe aspecten van de kerk en werd ik mij bewust hoe belangrijk deze mondiale gemeenschap wel is. Kerk is op de eerste plaats de communio, de kleurrijke diverse gemeenschap van geloven verenigd in de kracht van de liefde. Of nog: de kerk is het instrument van de Geest die van binnenuit en van onderuit het leven openbreekt, mensen naar elkaar drijft die spontaan niets met elkaar te maken hebben, de Geest die onverwacht en onaangekondigd mensen inspireert.

In het Pinksterverhaal wordt dit mooi uitgedrukt door de symboliek van wind en vuur, en het wonder van de universele taal van de liefde waarin ieder mens kan wonen. Liefde als de taal van het Zijn, de omhullende taal waarin wij ademen. Vandaag worden ook wij uitgenodigd om ons aan die wind en dat vuur toe te vertrouwen.
 
Groot dankgebed
Tijdens groot dankgebed refrein 140

P. Heilige Geest van God
Wij openen ons hart voor U, in ontvankelijkheid,
Om te verstaan
Hoe diep en ongezien Gij overal aanwezig zijt.
Gij zijt de lucht die wij ademen,
De verte waarin wij turen,
De ruimte die ons gegeven is.
Gij zijt het vriendelijk licht,
Waarin mensen voor elkaar aantrekkelijk zijn.
 
Wij bidden U, scheppende geest van God,
Voltooi het werk dat Gij begonnen zijt ;
Voorkom het kwaad dat wij kunnen aanrichten,
En beweeg ons tot het goede : tot trouw en geduld,
Tot mededogen en zachtmoedigheid ;
Ontsteek in ons de vriendschap voor alles wat leeft
En de vreugde om wat goed en menselijk is.  (refrein)
 
P. Alles wat leeft ontvangt zijn groeikracht van U,
Vreemd en onbenoembaar is uw werking,
Diep verborgen in ieder van ons
Als een gist, een zaad van vuur.
Onze levenswil zijt Gij,
De liefde die ons vasthoudt hier op aarde,
En die ons bindt aan onze God.
 
Gij spoort ons aan om tot het einde te gaan
En alles uit te houden,
Om alles te verdragen, om alles te hopen,
Zoals liefde doet. (refrein)
 
P. Gij spreekt in alle stilte
En alle talen vertolken U.
Van alle woorden zijt Gij de waarheid
Hun duurzaamheid, de troost die zij schenken.
En ieder die ontvankelijk is mag u verstaan in zijn eigen taal
In zijn eigen leven.
 
Geef ons dan woorden in de mond
Die troosten en verlichten,
Maak ons bedacht op recht en gerechtigheid
Zucht in ons naar een nieuwe schepping.
Geef richting aan ons hart en ons geloof,
Geef vruchtbaarheid aan ons zwoegen en denken,
Geef ons het brood van de vrede. (refrein)
 
P. Gij zijt de adem en de gloed
Waarmee het woord van God gesproken wordt,
De wind waarop het evangelie wordt gedragen
Tot waar en wie dan ook.
Het is uw werk, het wonder van uw inspiratie
Wanneer er mensen zijn die ondervinden
Dat Jezus lééft.
 
                        Instellingswoorden 179
 
P. Gij zijt de geest die levend maakt en bevrijdt –
Gevaarlijk en meeslepend
Voor allen die zich vastklampen aan hun goed en bloed.
Belofte zijt gij en onzekerheid,
Armoede zijt Gij en genade.
Waar Gij komt brengt Gij de vergeving der zonden.
Zo zijt Gij uitgestort over deze wereld,
Zo wordt Gij nog vandaag, gezonden tot de Kerk
Die, vormeloos en verweesd, een nieuw begin van U verwacht.
 
Wij bidden U : wek ons ten leven
Zoals Gij in den beginnen
De mens bezield en begenadigd hebt
Zoals Gij Jezus onze brioeder
Van de doden hebt opgewekt.
Maak ons vuur van uw vuur
En licht van uw licht,
Zoals in U de zoon der mensen, Jezus Christus,
Licht is van het eeuwige licht en God van God,
Vandaag en alle dagen
Tot in eeuwigheid. Amen  (refrein)                                          (H. Oosterhuis)
 
Na de communie lied 392


------