22 juli 2022: 17e zondag door het jaar' (2022)
Levenslang leren
bidden (Lc 11, 1 - 13)
Frank
Cuypers
Kruisteken +
verwelkoming:
Goedemorgen beste mensen. Wij weten ons samen in
de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige
Geest. Genade en vrede voor ieder van jullie.
Welkom op deze zonnige zondag in de rustige en
stille omgeving van de tuin en de kapel. “Hier
in de stilte verzameld, moge ons lied voor U
zingen” Wij beginnen deze viering met het lied
795. En wij staan daarvoor recht.
Openingslied:
795: “Hier in de stilte verzameld”(naar Psalm
95)
Inleiding:
Over de teksten van vandaag
“Vergeet God niet tijdens de vakantie”. Je leest
deze boodschap wel eens bij het begin van de
vakantiemaanden op Kerknet of in het
Parochieblad. Het einde van een werk- en
schooljaar betekent voor velen de overgang naar
een vakantieritme. En blijkbaar passen nogal wat
mensen het vakantieritme ook toe op hun
gebedsleven. De liturgische kalender denkt daar
evenwel anders over. Het centrale thema van de
lezingen van deze 17e zondag door het jaar is
“bidden”.
“Leer ons bidden” vraagt één van de leerlingen
aan Jezus in het evangelie. Een merkwaardige
vraag: wellicht kenden zij gebeden genoeg. Maar
wat zij ervaarden door hun gebed stond wellicht
ver van wat zij Hem zagen beleven wanneer Hij in
gebed was. De leerlingen verlangden naar zijn
ervaring als biddende mens.
“Leer ons bidden”. Misschien blijft deze vraag
ook voor ons actueel. De meesten onder ons zijn
nog opgegroeid in een tijd en een milieu waarin
bidden en gebed ingebouwd zat in de structuur
van de dag en de week. Timing, formulering,
omkadering lagen vast in het gezin, in de
school, in de kerk, en gaven houvast.
Veel daarvan is verloren gegaan of als structuur
uiteengevallen. Van een gebeuren in gemeenschap
is bidden vandaag veel meer een individueel
gebeuren geworden. Oude teksten zijn in
onbruik geraakt en nieuwe reeksen van vaak korte
gebeden zijn ontstaan die beter aansluiten bij
deze tijd en met woorden die mooi inspelen op de
persoonlijke zorgen en wensen van iedere
gelovige. Want de nood om te bidden blijft, vaak
individueel en van uit een zeer persoonlijke
roep naar God.
Is bidden iets wat je kan aanleren en wat je
ooit volledig onder de knie hebt of blijft het
een mysterie ? Hoe belangrijk zijn vorm en
plaats? Heeft ons gebed minder kracht als we
struikelen over onze woorden, de draad kwijt
geraken, misschien zelfs .... in slaap vallen
tijdens ons gebed? Hangt het effect af van
een mooie formulering, een goed gevonden
zinswending? Zonder twijfel is het
belangrijk om actief met heel ons hart en al
onze aandacht met ons bidden bezig te zijn.
Iedereen volgt daarin zijn eigen weg. Bekend is
het voorbeeld van Simone Weil. Haar geestelijke
oefening was elke dag het “Onze Vader” zolang te
bidden tot ze het één keer kon opzeggen zonder
een moment van verstrooidheid. Niet eenvoudig
als je weet dat ze heel haar leven leed aan
ondragelijke migraine, wat haar dikwijls belette
zich te concentreren.
Aan het begin van deze viering keren wij ons tot
God met heel ons hart en onze aandacht.
Wij bidden en zingen als Kyrie het nummer 115.
Kyrie: 115 –
Bidden wij over dit huis
Ik nodig jullie uit even in stilte te bidden
Openingsgebed
God, Vader van alle mensen,
wij danken U om Jezus, Uw Zoon,
die ons is voorgegaan in gebed.
Onze vreugde, ons verdriet
en onze zorgen mogen wij tot U uitspreken.
Wij vragen :
Heer, leer ons bidden met of zonder woorden,
maar met heel ons hart,
zoals Gij zelf gebeden hebt.
Inleiding tot
de lezingen – Jezus was een biddend mens
Jezus was een biddend mens. Zonder twijfel had
Jezus leren bidden door zijn ouders. Zij hadden
hem in de tempel opgedragen en hem op
twaalf jaar naar Jeruzalem meegenomen. Als jood
had hij de gewoonte op sabbatdag naar de
synagoge te gaan. Hij had contact opgenomen met
Johannes, die in de streek van de Jordaan een
doopsel predikte tot vergeving van zonden. Daar
had Jezus zich laten dopen en terwijl hij in
gebed was, hoorde hij de stem die sprak: “Gij
zijt mijn zoon,de welbeminde.” Een ervaring die
vanaf die dag ongetwijfeld aan zijn gebed nog
meer diepte heeft gegeven. Zijn leer over bidden
was controversieel: Hij contesteerde het
officiële, starre, dogmatische bidden van de
Farizeeën, en riep op tot een authentieke,
innerlijke vorm van bidden.
Het gebed van Jezus moet de apostelen zeer diep
getroffen hebben. Ook al had Hij het zo druk,
toch maakte Hij steeds weer tijd vrij om te
bidden. Hij trok zich telkens weer terug in de
eenzaamheid om te bidden. Die eenzaamheid zocht
Hij soms in het gebergte, soms in de nacht en
zelfs een keer voor lange tijd in de woestijn.
Ook de manier waarop Jezus bad, is de apostelen
altijd bij gebleven. "Terwijl Hij in het gebed
was, veranderde zijn gelaat van aanblik," zegt
Lucas. Vanuit zijn intense verhouding met zijn
Vader werd zijn lichaam van binnenuit verlicht.
Die vrede, die rust, die vreugde moeten
duidelijk zichtbaar geweest zijn.
Daarom vroegen de leerlingen: "Heer, leer ons
bidden". Zij vroegen Jezus niet naar
gebedsformules, maar naar de ervaring van wat
zij Hem zagen beleven wanneer Hij in gebed was.
Zij verlangden zijn bestaanservaring als
biddende man te mogen delen. Als leerlingen
wilden zij hun Meester volgen, ook in het
contact met de bron waaruit Jezus zijn
levensgeluk scheen te putten. Zij kenden het
Joodse achttiengebed, kenden misschien zelfs een
aantal psalmen uit het hoofd, maar zij wilden
bidden zoals hun rabbi of leermeester het deed.
Jezus beantwoordt hun vraag door het, met
eerbied gezegd, een keer voor te doen, en de
leerlingen te wijzen op waar bij het bidden de
accenten moeten liggen. Jezus heeft hen geen
gebed geleerd, maar heeft hen leren bidden. Het
korte gebed dat Jezus uitspreekt, werd de kern
van alle christelijk bidden.
Wij luisteren naar hoe Lucas dit voor ons heeft
opgetekend.
Evangelie –
Lucas 11, 1 - 13
Tussenzang:
804 – Alles wacht op U vol hoop
Homilie
Lucas formuleert het Onze Vader in vijf beden.
Het is het gebed van Jezus, zijn gebed, want
daarin heeft Hij alles uitgesproken wat in zijn
hart leefde.
Wij mogen eerst en vooral de almachtige,
verheven Heer, de Schepper van hemel en aarde,
onze Vader noemen. Hoe onvoorstelbaar is dat? En
meteen mogen wij bekennen dat wij allemaal zonen
en dochters zijn van dezelfde Vader. Zodat we,
ook als wij het gebed alleen uitspreken, dat
toch altijd doen in de grote gemeenschap van
mensen die God als hun Vader erkennen en
plaatsvervangend voor alle mensen die dat niet
willen, of nog niet kunnen doen.
Vervuld door de liefde tot God is het in de
volgende bede ook heel gewoon dat onze gedachten
eerst tot Hem opstijgen. Dat wij eerst vragen
dat zijn naam wordt geheiligd, dat zijn rijk
moge komen, waar God God mag zijn en
gerechtigheid vrede brengt, dat zijn wil zal
geschieden.
En nadat wij God verheerlijkt hebben, mogen wij
ook denken aan de noden in deze wereld, aan onze
noden. Dan vragen wij om het brood van elke dag,
om vergeving van zoveel schuld, om bescherming
tegen alle bekoring en om verlossing van alle
kwaad. Wij nemen als het ware heel de wereld in
handen, die verstrengeld is in zonde en
verlossing, in bekoring en bevrijding, in honger
en nood om ze aan de Vader aan te bieden in naam
van heel de Kerk.
Heel het tweede deel van het Onzevader staat in
de eerste persoon meervoud: Geef ons heden ons
dagelijks brood, vergeef ons onze schulden,
breng ons niet in beproeving maar verlos ons van
het kwade. Zelfs de meest fundamentele
verzuchtingen van de mens – zoals die om voedsel
tegen de honger – alle zijn ze in het meervoud.
In het christelijke bidden vraagt niemand voor
zichzelf om brood. Het wordt voor allen
gevraagd, voor alle armen der aarde.
Het Onze Vader is een gebed dat in elke situatie
gebeden kan worden, zowel bij de wieg als bij
het graf, voor de maaltijd of voor het werk, in
de morgen en in de avond. Het kan als wierook
opstijgen voor het altaar van een kathedraal,
maar het kan ook wenend gebeden worden in de
kamer van een zieke. Velen bidden het meerdere
keren per dag zodat niet alleen de woorden, maar
het rituele zich keren naar de Bron van het
leven centraal staat.
Dat brengt ons bij een laatste gedachte: Bidden
is een ontmoetingsgebeuren. Ik vond dit prachtig
beschreven in een homilie van Marcel in een
viering in 2017 : “Bidden is een gebeuren, een
proces waarbij God en mens zich naar elkaar
toekeren, waarbij ze in wederzijds verlangen op
zoek zijn naar elkaar. Met heel onze persoon
keren we ons naar Hem als Hoogte en Diepte zoals
ook Hij zich in ons wil uitgieten. Alle sterke
gevoelens, alle zorgen en alle hoop komen tot
leven en krijgen in het licht van Gods
oneindigheid een andere betekenis. Het gebed
vormt zo het kloppende hart of de adem van ons
geloof.” Tot zover het citaat uit de viering van
Marcel.
"Heer, leer ons toch bidden" vroegen de
leerlingen van Jezus. Zij verlangden ernaar de
ervaring van Jezus te mogen delen.
“Heer, leer ons bidden” kan ook onze blijvende
vraag en verlangen zijn. Verder leren bidden aan
de hand van zovele prachtige teksten, rituelen
en omkadering, met het Onze Vader als ultieme
gebed. Maar ook en vooral verder leren bidden
door ons steeds meer te richten op God die het
centrum van ons leven vormt en onze eigen
gedachten en woorden los te laten en volledig op
te gaan in het ontmoetingsgebeuren met Hem die
we onze Vader mogen noemen. Amen
Offerande
CD
Chants de la prière à Taizé – Adoramus te, o
Christe – Track 2
Bij de
gaven: Lied 149 – Oergebaar
Groot
Dankgebed – 158 - “Gij die mij aankijkt”
Communie
– muziek
CD
Confessiamuo la gloria di Dio (Canti della
liturgia di Bose) – Cantico delle creature –
Track 12
Communielied:
Na de communie 574: “Wij bidden U om vrede”
Gebed : Psalm
138
U wil ik prijzen, Heer, uit heel mijn hart,
Omdat Gij naar mijn bidden hebt geluisterd.
Te midden van de engelen zing ik voor U
En werp mij neer, gebogen naar uw tempel.
U prijs ik om uw goedheid en uw trouw,
want verder dan uw faam gaat, hebt Gij
woord gehouden.
Verhoor mij elke dag dat ik U aanroep,
dan geeft Ge mij weer nieuwe kracht.
U zullen alle koningen der aarde prijzen,
wanneer zij horen wat Gij hebt gezegd.
De daden van de Heer zullen zij loven,
want zonder weerga is de luister van de Heer.
De Heer is de verhevene die let op de geringe,
maar op de trotse neerziet van omhoog.
Te midden van gevaren houdt Gij mij in leven,
Gij weert de woede van mijn vijand af;
steeds is uw uitgestrekte hand mijn redding.
De Heer volbrengt voor mij al wat ik onderneem;
uw goedheid, Heer, blijft duren zonder einde,
vergeet het maaksel van uw handen niet.
Aankondigingen
& Zegen
|