240728 Brood voor onderweg

17e zondag door het jaar (2024) Brood voor onderweg 

 

Marcel Braekers

 

Daarna ging Jezus naar de overkant van het Meer[1] van Galilea[2] (ook wel het Meer van Tiberias genoemd). Een grote menigte mensen volgde hem, omdat ze gezien hadden welke wondertekenen hij bij zieken deed.
Jezus ging de berg op[3], en ging daar met zijn leerlingen zitten.

Het was kort voor het Joodse pesachfeest.[4]

Toen Jezus om zich heen keek en zag dat die menigte naar hem toe kwam, vroeg hij aan Filippus: ‘Waar kunnen we brood kopen om deze menigte te eten te geven?
Hij vroeg dat om Filippus op de proef te stellen[5], want zelf wist hij al wat hij zou gaan doen.

Filippus antwoordde: ‘Zelfs tweehonderd denarie zou niet voldoende zijn om iedereen een klein stukje brood te geven.’

Een van de leerlingen, Andreas, de broer van Simon Petrus, zei: ‘Er is hier wel een jongen met vijf gerstebroden[6] en twee vissen – maar wat hebben we daaraan voor zoveel mensen?’

En Jezus zei: ‘Laat iedereen gaan zitten.’ Er was veel gras, en ze gingen zitten; er waren ongeveer vijfduizend mannen.

Jezus nam de broden, sprak het dankgebed uit en verdeelde het brood onder de mensen[7] die er zaten. Hij gaf hun ook de vis, zoveel ze wilden.

Toen iedereen volop gegeten had zei hij tegen zijn leerlingen: ‘Verzamel nu de overgebleven stukken brood, zodat er niets verloren gaat.’

Dat deden ze en ze vulden twaalf manden met wat overgebleven was van de vijf gerstebroden die men had gegeten.

Toen de mensen het wonderteken dat hij gedaan had zagen, zeiden ze: ‘Hij moet wel de profeet zijn die in de wereld zou komen.’ Jezus begreep dat ze hem wilden dwingen om mee te gaan en hem tot koning zouden uitroepen.

Daarom trok hij zich terug op de berg, alleen.

 


 

Openingszang 540 Brood op tafel

Begroeting

In onze katholieke Kerk zitten een aantal wondere eigenheden. Zo kennen we 7 sacramenten en hoort bij elk sacrament een gebaar en iets materieel dat betekenis geeft. Bij het doopsel gebruikt men water, voor het vormsel en de ziekenzalving gebruikt men chrisma, en bij de eucharistie hoort brood. Brood, water en zalf zijn producten uit het dagelijkse leven, maar worden nu dragers van goddelijke aanwezigheid. Toch zijn ze niet van hetzelfde niveau. U hebt wellicht nog nooit een groep mensen geknield rond de doopvont zien zitten. En men plaatst geen potje met chrisma op het altaar ter aanbidding. Vreemd dat wij de verering van de Bijbel, zoals de Joden de Thora eren, niet kennen. Die bijzondere verering kennen we wel met het brood. De ‘presentia-realis-idee’ in ons christendom veroorzaakte een haast esoterische, mystieke ervaring bij de deelnemers. Denk maar aan de manier waarop de priester de instellingswoorden uitsprak en de speurtocht naar elk verloren kruimeltje. Ik hoop dat ik hiermee geen afbreuk doe aan de diepe eerbied die de aanwezigheid van Christus in de communie terecht omgeeft, maar in het verleden ging haar diepere betekenis verborgen achter allerlei vreemde gebruiken: je moest vanaf 24 u. ’s nachts nuchter zijn, je handen moest je onder het communielaken houden, de hostie werd op je tong gelegd en er werd beleefd gevraagd niet te bijten, noch op de vingers van de priester noch op het brood.

Hiertegenover staat de tekst van deze zondag. Voor Johannes heeft het brood dezelfde betekenis als het manna in de woestijn en is de communie een teken voor zorgende en tobbende mensen die voortgaan op hun weg. Daarover meer in de homilie.

Uit naam van de wereld nr. 114

  

Gebed

Gij, eeuwig stromende bron van leven,
Schoot van ontferming, 
Water, brood en wijn,
Alles wat ademt en leeft ontvangt voortdurend leven uit uw oorsprong.
Door uw liefdevolle aandacht mogen wij bloeien en groeien.
Wij vragen u:
Dat het horen van uw Woord en het breken en delen van brood
Ons opneemt in een nieuwe levenskring
Waar geen arm of rijk is, maar leven voor iedereen,
Een wereld waar Gij kunt zijn: alles in allen.

Inleiding tot de lezing

Elisa was een van de grote profeten, die onder de bevolking veel achting genoot. Daarom brengt een jongen hem 20 gerstebroden gemaakt van het nieuwe graan. Maar Elisa wil ze niet aannemen maar zegt ze te geven aan die 100 mannen die bij hem zijn en honger hebben. Het echte wonder in dit verhaal is dat Elisa vooral aandacht heeft voor de concrete nood van zijn mannen en het lenigen van hun honger.

Dit verhaal speelt een belangrijke rol in het evangelie dat we zullen horen over de broodvermenigvuldiging. Want met het vertellen van dat wonder wil Johannes ons gevoelig maken voor wat hij echte religiositeit acht: dat we opnieuw de weg van de Uittocht zouden gaan, dit keer met Jezus als bron van kracht. 

2 Koningen 4, 42 - 44

Lied 541 Neemt en eet met elkaar, leeft van het oergebaar

Johannes 6, 1 – 15 (cfr. Het toegevoegde blad)

Muziek tijdens het stil lezen van de aantekeningen 

 

Homilie

Waarschijnlijk hebben de aantekeningen u reeds een stuk op weg gezet om dit verhaal anders te lezen dan als een spectaculaire truuk. Je moet het verhaal plaatsen tegen een brede achtergrond: Johannes herschrijft met zijn evangelie het Oude Testament, zeg maar de geschiedenis van het Joodse volk, in functie van Jezus’ optreden. Bekend is het begin van het evangelie dat een meesterlijke herschrijving is van het scheppingsverhaal (In het begin was het Woord en het Woord was bij God). De broodvermenigvuldiging herneemt de Uittocht uit Egypte en de tocht door de woestijn waar het volk het manna kreeg. 

Op het ogenblik dat de Joden Pesach vieren en de tijd van bevrijding herdenken, vieren de christenen een nieuwe Uittocht in naam van Jezus. En zij doen dit door voor elkaar brood te breken en in dit delen de verrezen Heer aanwezig weten. U begrijpt wel dat met die achtergrond onze communie een heel andere betekenis krijgt dan men dikwijls heeft gegeven. Ze is een uitdrukking van de liefde die Jezus voor het uitgeputte volk voelde en ze is de uitdrukking van liefde die de leerlingen voor elkaar dienen op te brengen. Ze dienen elkaar gaande te houden. Zo voltrekt zich het diepere plan dat God heeft met de mensheid. Wanneer wij vandaag zoals eeuwen lang gebeurde, brood voor elkaar breken dan openen we de levenswereld waarvan Jezus droomde.

Groot dankgebed 154 + slotdoxologie 181

Na de communie 543 Eet en drinkt van brood en wijn - Tafellied

 


[1] In het Grieks staat er ‘zee’. Johannes situeert het broodwonder aan de ‘overkant’, namelijk de overkant van de zee. Daarmee roept hij de situatie van de Uittocht op toen het vernederde volk, hongerig en berooid, door de Rietzee naar de overkant van vrijheid trok. We moeten dit wonder volgens hem dus begrijpen als een herneming van die situatie, en wel zo dat elke mens, elke nieuwe generatie en elke nieuwe tijd uitgenodigd wordt om die Uittocht mee te maken.

[2] Het wonder heeft plaats in Galilea. Ook dat onderlijnt Johannes heel bewust om aan te geven dat daar de beslissende openbaring van Jezus en van God plaats heeft, niet in Jeruzalem. Het Andere, het Oneindige en Verlossende gaat met andere woorden een andere weg dan men meestal zou verwachten.

[3] Johannes houdt de symbolische verwijzing aan. Jezus gaat de berg op, net zoals Mozes deed in de woestijn, waar hij God ontmoette en de Wet ontving. Hij is met andere woorden de nieuwe Mozes, die een nieuw gebod zal geven dat de decaloog overstijgt en zijn leerlingen op een andere manier binnen voert in Gods rijk. Jezus zegt: God is liefde en die liefde moeten we voor elkaar belichamen. Op die manier gaan we een nieuwe Uittocht gesterkt door een ander voedsel. Niet het manna dat je slechts één dag kunt behouden, maar het echte brood uit de hemel.

[4] Johannes beklemtoont dat het Joodse Pesach voor de deur staat. Op het moment dat in Jeruzalem duizenden pelgrims verzameld zijn en aan God offers opdragen heeft dus in Galilea een ander Pasen plaats rond de gaven van de gerstebroden en de vissen. Zoals tijdens het Joodse paasfeest de huisvader brood neemt en na een dankgebed het uit aan de huisgenoten uitdeelt, zo doet ook Jezus.

Overkant – zee – berg – brood – dankgebed – delen: het zijn allemaal aanwijzingen dat hier een nieuwe Uittocht is bedoeld, een nieuw Pesach in Galilea langs het meer. Op die nieuwe Uittocht wil Jezus zelf het brood zijn dat kracht geeft om voort te gaan. 

[5] Jezus stelt Filippus op de proef, schrijft Johannes. Hij wil testen of de leerling(en) weten waar het brood dat Hij geeft vandaan komt. Deze gedachte komt in het Johannesevangelie altijd terug: begrijpen we wel waar Jezus vandaan komt? Is Hij alleen maar zoon van die en die of is zijn eigenlijke herkomst als Messias van elders? De theologische gedachte die daarachter zit is: dat alleen door een tussenkomst van boven of van elders de mens en deze wereld kan gered worden. Uit onszelf (van onderuit dus) kunnen we niet tot bevrijding komen. Op de bruiloft in Kana vroeg de hofmeester waar die heerlijke wijn vandaan kwam. De Samaritaanse vrouw vroeg waar het water dat voor altijd de dorst lest vandaan kan komen. Hier stelt Jezus de vraag waar men het echte brood kan vinden dat onze diepe honger kan stillen. Brood, wijn en water zijn symbolen om te verwijzen naar de Messias en zijn komen van elders.

[6] De gerstebroden zijn hier een uitdrukkelijke verwijzing naar een verhaal over Elisa (dat als eerste lezing wordt gelezen). Een jongen brengt Elisa twintig gerstebroden, omdat hij een groot profeet is en het volk op die manier zijn eerbied wil uitdrukken. Maar Elisa geeft de broden weg aan zijn mannen, die honger hebben. Het brood raakte niet op, zegt het verhaal, omdat Elisa ervoor kiest zijn mensen bij te staan in hun elementaire behoeften. Wat Elisa en ook Jezus doen is brood geven dat mensen toelaat hun situatie van verknechting en vervreemding te doorbreken. Daar zit het wonderlijke. Op die manier bewerken ze wat ook de Uittocht bedoelde.

[7] Dit verhaal van het broodwonder is een herschrijving van de Uittocht. Het voedsel dat de mensen in Jezus tijd ontvingen was Jezus zelf. Hij werd brood voor hen zoals het manna eens kracht gaf. Hier heeft ook een nieuw Paasmaal plaats waarbij Jezus zelf breekt en deelt. Het is een verwijzing naar de eucharistie die voortaan zo centraal zal staan in het leven van de christenen. 

Eucharistie zal het sacrament worden dat mensen verzamelt, die zoeken naar vrijheid en naar een diepere betekenis van hun leven. Door te breken en te delen ondernemen ze, geleid door Jezus als de Christus, opnieuw de tocht door zee naar een bevrijdende overkant. 

Contactinformatie

©2005-2024 Filosofenfontein

✉️   info@filosofenfontein.be

Ondernemingsnummer: 0775.603.387

Bankgegevens:"FIFO Heverlee" 

KBC: BE11 7340 3906 5848

Volg ons op Sociale media

QR Code

Door je camera op deze code te houden krijg je het adres van deze website op je smartphone of tablet. Dan kan je de hele website bekijken.