240804 Manna in de woestijn.

18e zondag door het jaar: Manna in de woestijn.  

Johan Fevery

Begroeting. 

Openingsgebed: 

Wij danken u, Heer, dat Gij niet moe wordt telkens opnieuw tot ons te spreken,
ook als wij niet luisteren, 
want telkens opnieuw biedt U ons het Brood des Levens aan, Jezus uw Zoon, 
ook als wij ons niet openstellen voor Hem.

Breng ons in beweging zodat wij Hem aannemen en navolgen,
want Hij is voor ons de Weg uit de leegte naar de volheid,
uit de onbevredigdheid naar de innerlijke vrede, uit de dood naar het leven.
Heer onze God, die de God van het ware leven is, tot in eeuwigheid. 

Lied  510. Wees hier aanwezig.

Inleiding: De lezingen van vandaag komen na het verhaal over het broodwonder, en pater Marcel heeft ons vorige week aangetoond dat de evangelist Johannes met dit broodwonder symbolisch verwijst naar Yahweh die zorgt voor zijn volk en die als voorbeeld stelt hoe we moeten delen met elkaar. Vandaag gaat het verder op het thema maar nu ligt de klemtooon op het feit dat Jezus zelf het essentiële Brood is dat ons heil brengt. De zorgende kracht van God wordt opgeroepen in de eerste lezing uit Exodus, waar beschreven wordt hoe de Israëlieten in de woestijn begonnen te morren, omdat er niets te eten was. Maar tegen de avond kwamen kwartels aangevlogen die zich neervleiden in het kamp. En de volgende morgen lag er een fijn-korrelige laag zaden van het mannagras op de grond. Mozes legde uit dat dit het eten was waar Yahweh voor gezorgd had, en Jezus beklemtoont: “Het  Manna kwam van de Vader “ want God laat zijn geliefden niet in de steek. 

Ook in de tussenzang Psalm 78 wordt dankbaar het neervallen van mannazaden als brood uit de hemel bezongen, maar toch bleven de Israelieten morren en zondigen, en de psalmist zegt: “Hun hart was niet aan God gehecht, zij waren zijn Verbond niet trouw, maar uit erbarmen dekte Hij hun zonde af, dikwijls bedwong Hij zijn toorn. Dan dacht Hij: zij zijn maar mensen.”

Lied  514. Stem als een zee van mensen.  

Evangelie volgens Johannes 6, 24-35.    

Jezus heeft geen leerstellingen opgesteld, geen wetteksten, geen programma dat te nemen of te laten valt. Als een mens, in wie God zich op een heel bijzondere wijze heeft geopenbaard, heeft Jezus ons voorgeleefd en in verhalen en gelijkenissen heeft Hij verteld hoe wij ons best gedragen om het Rijk Gods onder de mensen werkelijkheid te laten worden. 

Laten we eerst even stilstaan bij de reactie van de menigte:  “Wat voor tekenen doet Gij dan wel, waardoor wij kunnen zien, zodat wij in U moeten geloven”. Wij zeggen  zelf ook dikwijls “eerst zien en dan geloven” maar in feite is dat een contradictie: wanneer men ziet, moet of kan men niet meer geloven, want men heeft gezien. Zo heeft God het niet bedoeld. God is liefde en in liefde laat men de geliefde vrij. Hij heeft de mens uit liefde geschapen, niet als een slaaf, maar als een mens met een relatief vrije wil. Als men dus  zegt “ik wil zien en dan zal ik geloven” dan is dit een inbreuk op de vrije wil, dan is er geen vrije keuze om te geloven. Zo schrijft bv Fréderic Lenoir “Als God zich aan ons op een totale wijze had getoond, dan zouden we niets anders kunnen dan Hem liefhebben, en was er geen vrijheid meer. Daar ligt de vrijheid van de mens, zijn vrije keuze om te geloven.”  De Joden zagen wel de tekenen die Jezus verrichtte, maar vastgekluisterd in het keurslijf van wetten, regels en tradities, waren ze niet open van geest om te komen tot geloof in Jezus als de Gezondene van God.

In de evangelietekst verwijst Jezus voortdurend naar zijn Vader en zegt o.m.“Mijn Vader geeft jullie het ware brood uit de hemel. Want het Brood van God is Hij die uit de hemel neerdaalt en die aan de wereld zijn leven geeft”, en  “Ik ben uit de hemel neergedaald niet om te doen wat ik wil,  maar om te doen wat Hij wil die mij gezonden heeft.Met deze woorden beklemtoont Jezus dat Hij de gezondene van de Vader is, die zijn leven zal geven. Ik vind dit de sterkste belijdenis van Jezus over zichzelf. Meestal noemt Hij zich de Mensenzoon, en laat Hij anderen toe om naar Hem te verwijzen als de Messias of de Zoon van God,  maar hier benoemt Hij op een zeer sterke manier zijn afkomst en zijn opdracht : “Dit wil de Vader: dat iedereen die de Zoon ziet en in Hem gelooft, eeuwig leven heeft”, en  “Ik ben het brood des levens, wie tot Mij komt zal geen honger meer hebben...” 

Laten wij dus geloven in en vertrouwen op Jezus. Zoals men vroeger alles in Gods handen legde “als ’t God belieft, si Dieu le veut”. Deze houding van vertrouwen in de Heer, is totaal anders dan het motto van de “maakbare mens”, de idee dat wijzelf alles in handen hebben om ons eigen leven waar te maken: de zelfbewuste IK. De mens die wenst zijn eigen meester te zijn; dat was juist de zonde in het Aards Paradijs. Vertrouwen hebben..., ook de leliën op het veld of de vogels in de lucht ...kunnen zelf aan hun luister of aan hun lot weinig toevoegen.... Dit vertrouwen hebben is een daad van grote nederigheid, maar een dergelijke houding is niet gemakkelijk. Ieder van ons heeft al ervaringen gehad van “einde goed, alles goed”, maar dat weten we nooit op voorhand en we zijn er toch niet zogerust in. Betrouwen op de Voorzienigheid, maar anderzijds zelf zoveel doen als mogelijk is; ook daar zit bij mij een probleem. Ik heb dikwijls het gevoel van “heb ik wel genoeg gedaan, of heb ik het weer telaat gedaan?”. Wanneer iemand gestorven is na een ziekte, voel ik veelal dat ik hem of haar toch niet genoeg bezocht heb. En toch, we kunnen niet voor de ganse wereld zorgen. 

Laten wij dit geloof nu uitspreken in gebed:

Ik vertrouw op God, die gezegd heeft “Ik zal er zijn voor U”. Hij heeft zich kenbaar gemaakt in de mens Jezus van Nazareth, die het Brood van het Leven is. Hij heeft getoond hoe een rijk van recht en rechtvaardigheid voor ieder mens tot stand kan komen. Laten wij geloven in zijn woord en laten wij vertrouwen op Hem dat finaal alles goed komt.

Lied  562. Kome wat komt.

Offerande met Kaarsjes: Lied 149

Het grote dankgebed nr 150.  

Onze Vader en Communie. Lied 515: ik zal er zijn.    

Slotgebed:

Wij danken u, Heer, dat Gij niet moe wordt telkens opnieuw tot ons te spreken,
ook als wij niet luisteren, 
want telkens opnieuw biedt U ons het Brood des Levens aan, Jezus uw Zoon, 
ook als wij ons niet openstellen voor Hem.

Breng ons in beweging zodat wij Hem aannemen en navolgen,
want Hij is voor ons de Weg uit de leegte naar de volheid,
uit de onbevredigdheid naar de innerlijke vrede, uit de dood naar het leven.
Heer onze God, die de God van het ware leven is, tot in eeuwigheid. 

Contactinformatie

©2005-2024 Filosofenfontein

✉️   info@filosofenfontein.be

Ondernemingsnummer: 0775.603.387

Bankgegevens:"FIFO Heverlee" 

KBC: BE11 7340 3906 5848

Volg ons op Sociale media

QR Code

Door je camera op deze code te houden krijg je het adres van deze website op je smartphone of tablet. Dan kan je de hele website bekijken.